24.11.14

(Feest)dagen zonder lief

Ik zit zonder lief. Al heel lang, en bijna ononderbroken. Bijna. Ik ben dus een liefloos meisje, maar ik vind dat in tegenstelling tot sommige mensen niet zo heel erg. Sommige mensen schijnen te denken dat liefloos gelijk is aan liefdeloos. Dat is niet zo, liefloos is niet liefdeloos en liefdeloos is niet per se liefloos. Sterker nog: ik ben liever liefloos dan liefdeloos. Om dat even theoretisch te staven:
lief·de (de; v; meervoud: liefdes, liefden) 1. warme genegenheid 2. oprechte en warme belangstelling - Van Dale
lief (het; o) 2. geliefde: mijn lief(je)
Niks geen twee dezelfde definities, twee totaal andere begrippen. Ik krijg bakken liefde, en ik probeer minstens even veel terug te geven, en dan nog liefst aan zo veel mogelijk mensen tegelijk, waarvan geen enkel mens zich mijn lief mag noemen (hop, heb ik weer voor een paar ongelukkige zieltjes alle hoop aan diggelen geslagen, sorry!). En goh ja, ik heb ook al bittere wanhoopstranen gestort in mijn liefloze leven en kilo's chocolade naar binnen gewerkt met als excuus het steeds weer mislopen van die ene ongetwijfeld onweerstaanbare man die daarbij nog eens altijd goed ruikt en mij onvoorwaardelijk graag ziet, ondanks mijn liefde voor enkele sokken en bovengemiddelde aantal pyjamauren. Maar dat wijt ik dan maar aan hormonen en de eenzijdige beeldvorming in de standaard wijvenfilm die steevast eindigt met een happy end én een belachelijk gelukkig koppel of in het beste geval meerdere gelukkige koppels, maar quasi nooit met een happy end en een nog happy'ere single. En aan mijn aangeboren behoefte aan chocolade en bijhorende excuses, daaraan ook.

Maar voorlopig, na rijp beraad, een ton wijvenfilms en een grondige analyse van mijn levenspatroon en de tijd die ik over heb om aan zoiets tijdrovend als een man te besteden heb ik geconcludeerd dat ik best gelukkig ben zonder. Heel gelukkig eigenlijk. Let wel, ik heb het hier over een tijdelijke situatie, maar een verre toekomst proberen plannen wanneer ik nog geeneens bepaald heb wat ik morgen ga eten, dat vind ik sowieso al wat zinloos.

Wat ik dan weer niet bepaald normaal, dan wel bizar tot bijna absurd vind, dat is dat andere mensen het lastig vinden dat ik liefloos de feestdagen door fladder. Ik zou zelfs zweren dat mijn grootmoeder ietwat verwijtend klonk toen ze zei dat het toch dringend tijd werd dat ik iemand zou meenemen naar het familiefeest. Omdat ze graag voor nog een extra persoon wil betalen? Omdat ze er -net als ik, trouwens- van overtuigd is dat mijn ware Jacob (naam onder voorbehoud van wijzigingen) echt de max is en dus niet kan wachten om hem te ontmoeten? Omdat de tafelschikking te lastig is met een oneven aantal personen? Ik hou het voor het gemak maar op grootmoederlijke bezorgdheid, want natuurlijk, hoe ouder en wijzer ik word, hoe minder mannen mij waard zijn, dus ik moet me haasten wil ik nog iemand op mijn niveau vinden en niet eindigen met een resem katten, want mijn grootmoeder weet vast van mijn kattenafkeer. Dat zal wel achter dat verontwaardigd ondertoontje gezeten hebben. Enkel en alleen en exact dat. Ik kader het onder grootmoederlijke... liefde. Aldus het ontegensprekelijke bewijs voor de stelling liefloos ≠ liefdeloos.

Dus voorlopig zit ik nog aan de kop van de tafel, staat er nog maar 1 naam onder mijn kerstkaartjes,  en moeten mensen hun cadeaubudget nog niet verdelen tussen mij en een aanhangsel. Ik vind het prima zo, meer elleboogruimte om mijn vlees te snijden, meer plek voor belachelijke tekeningetjes en absurde wensen op de kerstkaarten en grotere cadeaus voor mij en mezelf alleen, dus maak je over mij geen zorgen. Vind je het toch echt lastig, laat het dan op voorhand maar even weten, dan verzin ik wel een verhaal over een heldhaftige man aan wie mijn hart toebehoort, maar die helaas niet aan de feestdis kon geraken door een urgente missie op de Kaapverdische eilanden alwaar hij bedreigde neushoornlevens is gaan redden. Ik zou natuurlijk niet willen dat jullie feestdagen minder mooi worden omdat ik niemand aan mijn arm heb hangen.

Prettige feestdagen,
L en alleen L.



18.11.14

Beertjes! Lichtjes! Pakjes!

Eind november. De novemberfoor is opgekraamd in mijn eeuwige hometown Lier, de Sint zit veilig aan de haard in dat ene kasteel dat 11 maanden per jaar leegstaat en Bart Peeters vertelt trouw elke avond aan die 2 zusjes in dezelfde pyjama's (in een andere kleur, dat wel) hoe hij zo'n dikke vriendjes werd met hun 2 grootste helden. Tijd dus om te beginnen af te tellen naar lichtjes en cadeautjes, naar plastic dennengeur en een naaldentapijt op de grond: het is bijna kerstboomtijd! En ja, het is ook bijna Sinterklaastijd, maar aangezien ik niet weet of die goedheilig man wel tot in Amsterdam gewandeld komt (we hebben zelfs geen schoorsteen) kijk ik maar uit naar de dag erna. Want wanneer de Sint weg is, dat is een universele regel, mag de kerstboom opgezet en de kerstsfeer verspreid door het huis!

Nog beter nieuws: nu ik officieel niet meer thuis woon, hoef ik mij ook niet meer te houden aan ouderlijke regels als kerstboomkleurcodes, beertjesbeperkingen, musicerende-lichtjesverboden en andere onnozeliteiten! Daar waar wij altijd beknot werden in onze kerstcreativiteit, kan ik nu volledig losgaan in mijn verloren roeping als kerstinterieurdesigner. In mijn kerstboom komen zo veel kleuren als er ballen zijn en de pluchen kerstbeertjes krijgen een prominente plek op elk vrij oppervlak. Want ik doe niet aan versieringsdiscriminatie. Zelfgemaakte versieringen gemaakt door mijn jongere zelf zijn welkom, houten kerstfiguurtjes zonder ledematen zijn welkom, ja, zelfs de kartonnen plompe kerstballen van een verouderde stempelactie bij Lunch Garden worden met open dennentakken ontvangen. Steek de kaarsen aan, laat de lichtjes hun schelle liedjes zingen en stapel de cadeaus maar op onder de aankoop van het jaar: mijn eigenste nepkerstboom. Een nieuwe maatstaf voor volwassenheid wordt hier heden ingevoerd: een mens is pas volwassen als hij een eigen kerstboom heeft.

Hoe ik die boom op mijn fiets moet gaan vervoeren, of ik überhaupt ga kunnen wachten tot na 6 december om het ding op te zetten en waarmee ik meneertje sfeer ga versieren, dat moet zich allemaal nog uitwijzen. Maar hé, first things first. De boom is besteld, de intenties zijn goed en de kerstsfeer zit in mijn kop!

Hohoho, hallelujah, alle jingle bells nog aan toe!
L