27.6.14

Selfies zonder strepen

Gisteren speelden de Rode Duivels. Voor de derde keer, en ik heb niet gekeken. Omdat ik het na 2 keer eigenlijk wel gezien had, dat van die bal en die goal, en die mannetjes die bij elke aanraking met een mannetje met een andere tenue over de grond gaan liggen rollen alsof ze op het hoogtepunt van hun menstruele krampen zijn. Terwijl iedereen weet dat ze dat niet zijn, en aangezien er geen pijn is die die pijn overtreft (bevallen daar gelaten, maar ik denk ook niet dat ze dat doen), overdrijven ze. Bovendien werd ik tijdens match 2 zo mogelijk nog schever bekeken dan tijdens match 1, en viel ik bijna van de bank toen iedereen recht stond om te juichen en ik niet die behoefte voelde. Dus nee, geen voetbal meer voor mij.

Wat ik gisteren in de plaats heb gedaan is mezelf geamuseerd met deze blog weer een kleine nieuwe touch te geven. That's right, ik heb, en laat ons eerlijk zijn, de helft van België met mij, de avond besteed aan het maken van selfies. Alleen zijn die van mij niet om mijn steun te betuigen aan 11 dramaqueens in Brazilië, maar om mijn steun te betuigen aan mezelf. Prioriteiten stellen, het is een kunst, en ik heb ze onder de knie, want laat ons eerlijk zijn, Dembélé, Kompany of Mertens (hier stopt mijn kennis) gaan niet beter spelen of minder over de grond rollen omdat jullie foto's van jezelf met gekleurde -en jeukende, been there, done that- strepen over heel jullie gezicht posten. De andere voetballers ook niet trouwens, want als dat het geval zou zijn zouden ze zich allemaal zelf wel met die verfrollertjes bewerken, en dan zou ik al lang gesolliciteerd hebben als professioneel verfroller der voetballers. Terwijl mijn blog zeker en vast meer bezocht wordt bij elke nieuwe foto, want verandering, dat trekt mensen aan (pseudo-wetenschappelijke uitleg verzinnen is een hobby van mij), wat dus maakt dat mijn selfies wél nuttig zijn. 

Na het nemen van die selfies heb ik dan ook nog eens uren gespendeerd aan het testen van elke amateuristische filter die er op het web te vinden is, om dan te moeten kiezen welk ik het leukste vond. Ik weet niet hoe het met jullie zit, voetballertjes, maar ik heb een zware avond achter de rug. Geen paniek, het is gelukt, zonder blessures, bijtincidenten of al te veel zweet, dus ik denk dat ik voor de volgende ronde blogpret weer fit kan zijn. Mits goede verzorging, een massage af en toe, en een beetje zon à la Brazil natuurlijk, dus als mijn entourage daarvoor zou kunnen zorgen, dat zou fijn zijn. Ten slotte zorg ik net als dat rode troepje polyester voor het entertainment der mensheid.

Tot uw dienst, zelfs tijdens het WK,
L

18.6.14

Inside the madness

Ik heb mijzelf verraden. Ik, als overtuigd voetbalhater en wk-negeerder ben gisteren op een publieke plaats naar...het voetbal gaan kijken. Ik zou nu kunnen komen met excuses als 'ja maar, ik moest van mijn collega's' of 'ik moest daar toch nog zijn', zonder zelfs maar te liegen, maar ik kan ook gewoon zeggen dat dit een experiment was van mij, voor jullie, zodat ik later (nu dus), hier een weloverwogen analyse van een ervaringsdeskundige kan plaatsen. Niet van de match, hell no, het enige dat ik weet is dat we gewonnen hebben, maar van de voetbalbeleving van een rookie in de Belgische massa.

Ik snap het niet. Ik heb het nooit gesnapt, ik zal het nooit snappen, en ik ben niet zeker of ik het ooit wel wil snappen. Het spel wel, dat begrijp ik ongeveer, als trouwe supporter van de duiveltjes van K.F.C. Broechem met mijn broertje -die overigens meer met overvliegende vogels bezig was dan met dat andere vliegende projectiel- in de goal. Maar de voetbalmadness, die versta ik niet helemaal. Ik stond op zaterdagochtenden in Broechem aan de zijlijn (ok nee, ik zat er in de cafetaria) omdat mijn broertje meespeelde en omdat ze in de cafetaria van die gekleurde kauwgomballen hadden, maar dat is dan ook alles. Maar ik -en heel veel andere Belgen met mij- heb geen persoonlijke band met een van die duivels, dus waarom, in godsnaam zou ik daar dan zo in opgaan? Ja, het draait allemaal om samenhorigheid, groepsgevoel, nationale trots, zeker zeker, maar daarvoor kunnen we even goed een nationale teambuilding doen, bijvoorbeeld, een gotcha-spel over heel het land, of met z'n allen verstoppertje gaan spelen in Ikea, dan mag ten minste iedereen meedoen. En achteraf gaan we dan samen kauwgomballen eten en pintjes drinken in de kantine, gezellig en minder duur dan 11 man en hun vrienden naar Brazilië te sturen! Maar nee, zo'n dingen doen we niet. Mensen laten hun humeur en zelfs hun geluk liever afhangen van de prestatie van 11 mannekes op een veld ergens in Brazilië. 11 mannekes (en een paar bankzitters ja ja, maar 11 is een mooier getal) die ocharme het humeur van een heel land (minus een paar voetbalsceptici, incl. mezelf) op hun schouders dragen. Niet moeilijk dat ze zo veel geld verdienen, die druk moet enorm zijn. Enorm en in mijn ogen nog steeds onnodig. Enfin, terug naar het grote scherm waar alle Belgen in Amsterdam aan gekluisterd zaten.


Ik geef toe, ik moest er wat inkomen, ik heb ten slotte nog nooit een echte officiële match van begin tot einde uitgekeken (ik verkies hobby's waar ik zelf wat meer controle over heb). Bij de eerste goal (Algerije, for god's sake) had ik dus nog niet door dat heel hard meeleven echt verplicht was, en bijgevolg was ik -op rij 2, nota bene- de enige die niet verontwaardigd recht schoot onder het uitslaken van een oprecht teleurgestelde kreet. Ik vrees wel dat er mij op dat moment een gniffeltje ontsnapte, omdat ik niet wist dat een massa mensen zo simultaan verontwaardigd konnen zijn om iets wat een Algerijn in Brazilië doet. Het werd mij niet in dank afgenomen en in mijn rug voelde ik de vuile blikken van echte fans die moesten rechtstaan (en dus niet bij elk spannend moment konden rechtspringen, een essentieel onderdeel van het supporterschap heb ik gemerkt), terwijl ik, rookie en emotieloos kreng op rij twee mocht zitten en daar ook steevast bleef zitten. Ik heb maar niet meer omgekeken. Bij de tweede goal heb ik toch al ietwat geapplaudisseerd -ik ben altijd al beter geweest in blij zijn dan in verdrietig zijn-, en bij de derde goal ben ik zowaar mee gaan rechtstaan. Ik had geen keuze, want anders zag ik niets meer, en na zo'n goals komen altijd de close-ups, ofte 'Lottes favoriete matchmomenten'. Maar op geen enkel moment tijdens heel de match had ik de neiging om strategische instructies, aanmoedigende of zelfs teleurgestelde kreten, of ronduit verwijten naar het scherm te slingeren. Laat ons realistisch zijn jongens, zelfs mijn stemgeluid komt niet tot in Brazilië, en dan nog zou niemand commentaar dulden van 'dat meisje dat voor de eerste keer een volledige voetbalmatch uitkijkt', en daarbij, ik kan het niet beter, dus ik heb geen recht van commentaar zo is mij altijd geleerd. Bovendien zou mijn strategie eerder gebaseerd zijn op uiterlijke aspecten dan op echt doordacht voetbal, sorry voor de oppervlakkigheid.

Wellicht mis ik ergens een cruciaal duivelsgen want echt, fervent duivelsupporter zal ik nooit worden. Mijn kind vernoemen naar voetballers? Vergeet het. Oprecht verdrietig zijn omdat de Rode Duivels verloren? Nooit van mijn levensdagen. De volgende matchen nog meevolgen? Ja, als ik niets anders te doen heb, want ja, samenhorigheid en zo. En knappe koppen. Maar niet meer vanop rij 2, want dat verdien ik duidelijk niet.

Uw reporter ter plaatse,
L


15.6.14

Keukencrisis

Ik heb niet heel erg veel overgehouden aan de 6 jaar Latijnse lessen die ik achter de rug heb, de kunst van het buitensluiten van al dat Latijns geneuzel om mij tijdens die uren op andere dingen te concentreren buiten beschouwing gelaten, maar een ding heb ik wel onthouden uit al die verhalen en dat is dat er verbazingwekkend vaak sprake was van hybris. Hybris (['hibrɪs] overmoedige en brutale zelfoverschatting tegenover machten die sterker zijn dan jij, aldus encyclo.nl) is waar al die vervelende hoofdrolspelertjes last van hadden, want het waren allemaal overmoedige snobs. En hoogmoed, zoals jullie allen weten, komt voor de val, die al die arme mythologische figuren dan ook allemaal te wachten stond. Tot zover mijn herinneringen aan 875 uren* teksten ontleden, lijntjes trekken, veel te lange zinsconstructies vertalen, achter elk woord een betekenis zoeken die de auteur zelf in zijn stoutste dromen nog niet voorbij had zien komen, en -het allerbelangrijkste- kleurcodes uitwerken die het mogelijk maakten om heel die verrekte analyse tegen het einde van het jaar nog eens vanbuiten te leren.

Waarom ik dit nu oprakel? 6 jaar van opgekropte frustraties moeten ooit uitgewerkt worden uiteraard, maar ook het feit dat ik vandaag zelf het slachtoffer werd van overmoed. Niet tegenover de goddelijke wereldorde, maar tegenover mijn handigheid. En de keuken. In een vlaag van ijver en honger had ik voor mezelf gisteren een -dat mag gezegd- heerlijke spaghetti gekookt. Verse groentjes, alles erop en eraan. Nodeloos te zeggen dat ik heel erg, misschien zelfs een beetje overdreven trots was. Dus besloot ik vanochtend, ik wijt het aan mijn overwinningsroes, om gewoon nog eens de keuken in te duiken. Verse soep, dat werd 'm! En nee, ik heb niet in mijn vingers gesneden, nee, ik heb niet per ongeluk mijn netjes gesneden paprika's met het vuilnis weggegooid, wat ik wel deed was terwijl de soep stond te pruttelen even een nieuwe aflevering van de serie die ik op het moment overmatig aan het kijken ben, opzetten. En dat, mijn vrienden, dat is iets dat je blijkbaar beter niet doet, want het volgende moment stonk heel mijn appartement zodanig naar aangebrand dat ik elk moment een opnameploeg verwachtte voor het nieuwste Febrèze-spotje en was de bodem van mijn soeppot verrijkt met een heerlijk ruikende, dikke, zwarte laag waarvan zelfs Sien en Maria danig van de kook zouden raken ('van de kook', see what I did there? Ook idiote mopjes maken in crisissituaties is een van mijn talenten). Zei ik mijn soeppot? Dat is het niet. Zei ik mijn appartement? Ook niet waar.

Met nog een aantal uren resterend voor mijn huisbazin weer thuis zou komen heb ik mij suf gegoogled voor de snelste, eenvoudigste (noodgeval of niet, ik blijf lui, trouw zijn aan jezelf heet dat) manier om stinkende zwarte potten weer prachtig glanzend te krijgen. Maar aangezien de meeste wonderscenario's van tante Kaat onvindbare middelen vereisten was ik aangewezen op schrobben tot mijn armen eraf lagen. Gelukkig ben ik nogal tweehandig (tweehandig en onhandig zijn tegelijk, ook dat kan ik), dus kon ik links en rechts afwisselen terwijl ik mezelf bezighield met het bedenken van alternatieve oplossingen (de andere roommate beschuldigen, een nieuwe pot kopen, de pot weggooien en doen alsof hij gestolen werd, zo veel opties!). Na een uur op volle kracht schrobben en op nog vollere kracht hopen dat er niet iemand zou binnen komen waren sponsje -niet van mij-, de armen -wel van mij- en de nagellak -ook van mij- eraan, maar de pot weer als nieuw (ok, misschien niet als nieuw, maar dat was hij ook niet voor ik begon aan mijn noodlottige soep). Alle sporen van mijn aanwezigheid in de keuken zijn professioneel (niet waar, als iemand mij gefilmd zou hebben zou youtube bakken geld aan mij verdienen) uitgewist en ik beloof plechtig mij voorlopig niet meer aan koken te wagen. Of toch niet in combinatie met tv-kijken. Want misschien was dat wel gewoon het probleem,  misschien heb ik wel gewoon moeite met mij concentreren op meer dan 1 ding tegelijkertijd. En misschien is dat ook wel al iets dat ik had kunnen onthouden uit die Latijnse lessen, want wat was dat over dingen buitensluiten om mij op iets anders te kunnen focussen? 6 jaar Latijn dus, en wat hou je eraan over? Zelfkennis, meneer, vooral zelfkennis.

Ik ga nog maar even rond met de Febrèze,
L

*Deze statistiek is het resultaat van de volgende grove berekening: 4 uur les per week x grofweg 35 lesweken x 6 eindeloze jaren + nog eens 35 uur want eerstejaartjes worden gekweld met 5 uur onverstaanbaar geratel per week = 875. Van mijn wiskundelessen heb ik duidelijk meer onthouden.

7.6.14

Aan de man/vrouw die nu op mijn fiets rondsjeest

Aan de man/vrouw/brutale hond die mijn fiets meenam.

2 sloten, meneer/mevrouw, dat duurt wel even om open te krijgen, denk ik zo. Of heb je hem gewoon met sloten en al in je bestelwagen gehesen? In beide gevallen toch tijd genoeg gehad om even te bezinnen, lijkt me, wat mijn beeld van jou helemaal geen goed doet. Nee, je had niet heel snel een fiets nodig om ergens te geraken, nee, je dacht niet dat hij bij het oud vuil was gezet, je zag gewoon een -hele mooie, dat geef ik toe- fiets en hebt 'm gestolen. Zonder ook maar even te denken aan mij, de arme eigenaar die nu verweesd achterblijft, want hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt, meneer/mevrouw, ik had, zelfs al had ik hem maar een maand, toch al een mooie band opgebouwd met mijn stalen ros. Je kan ook moeilijk anders, in Amsterdam, waar elke dag met de tram reizen gelijk staat aan meer dan blut zijn op het einde van de maand. 

Meneer/mevrouw de dief, ik zou jou verantwoordelijk kunnen stellen voor een verlies aan conditie en bakken geld de komende weken, maar dat doe ik niet, want gelukkig had ik mijn oude fiets nog niet van de hand gedaan, maar wat ik je wel verwijt is een laffe schorriemorriestreek die er nu voor zorgt dat ik een halve dag pissed heb rondgelopen -en dat is zeker in deze zon onvergeeflijk-, dat ik niet meer kan pronken met mijn belachelijk mooie fiets en dat ik nooit meer gerust zal kunnen rondlopen zonder rond te kijken of ik mijn fiets ergens zie.

Wat je gedaan hebt is onfatsoenlijk, dom en bovenal heel erg gemeen. De politie zal er waarschijnlijk niet achter komen wie je bent, maar ik hoop dat je moeder, vader of grootmoeder wel ontdekt wat je doet in je vrije tijd (of is dit een voltijdse bezigheid, meneer/mevrouw?) en dat ze niet kwaad zijn, dat hoeft zelfs niet, maar wel teleurgesteld. Heel, heel erg teleurgesteld.

Het is niet aardig van me, stelende meneer/mevrouw, maar ik hoop van ganser harte dat je uit de bocht vliegt met dat fietsje van me, en dat je benen veranderen in een grote schaafwond waar heerlijk veel restanten straat in blijven plakken. En dat er niemand in de buurt is om er figuurtjes op te tekenen met ontsmettingsmiddel. Dat en een opeenvolging van lekke banden en kapotte remmen. Kortom, ik wens je veel plezier met MIJN fiets.

Niet zo vriendelijke, maar wel wraakzuchtige groetjes,
L

5.6.14

Bewezen: de zuurtegraad der regen

Uit een uiterst onaangenaam, half uur durend onderzoek van ondertekende blijkt dat de regen heden ten dage, inderdaad, zuur is. Hoe ik dat heb onderzocht? Wel, dat is een gek verhaal. Of toch gek voor mijn doen.

Een situatieschets. Woensdagavond, een uur of 8. Het regent al een viertal uren aan een stuk door, miezermomentjes wisselen af met stortbuien en af en toe is het eens 2 seconden droog. Zo goed als elk mens in de regenzone had ondertussen besloten om maar lekker binnen te blijven, want je moet wel gek zijn om zo vrijwillig buiten te willen komen, maar dat was buiten mezelf gerekend. Ik heb mezelf namelijk 2 weken geleden beloofd om mijn geniale Start to Run plan, dat ik ondertussen al 4928 keer gemaakt heb en waar ik toch ook al een keer of 3 effectief mee gestart ben, maar dat ik nog nooit helemaal heb afgewerkt, nu eindelijk eens af te maken. En woensdag stond training nummer 5 gepland. Juist ja, diezelfde woensdag, toen de regen met bakken uit de lucht viel.

Kan je je de zware innerlijke strijd voorstellen die ik gevoerd heb? Nee? Ok, ik maak een schets: ten eerste is er al de basis, de strijd die ik voor elke les voer, namelijk: er zijn 2 dingen die ik niet kan (meer ook, maar er zijn er hier 2 van toepassing) en dat zijn lopen en mij oriënteren. Er zijn 2 dingen die ik nodig heb voor les 5 en alle andere lessen van Start to Run, en dat zijn, juist ja, mijn loop- en oriëntatievermogen. Dus, het is op zichzelf al moeilijk om vertrokken te raken. Maar, gelukkig zijn er ook dingen die ik wel goed kan, en daaronder versta ik, bijvoorbeeld, mezelf projectjes geven en die ook daadwerkelijk uitvoeren. Een reden dus om wel te vertrekken. Voel je de strijd al? Kwam daar dan nog eens bij dat het goot, wat op zich, door het overgrote deel van de mensheid, beschouwd wordt als ongunstige weersomstandigheden voor een toertje op loopschoenen, maar ook dat mensen claimen dat er dan zo veel zuurstof in de lucht zit, en laat dat nu net zijn waar ik een tekort aan heb, tijdens het lopen. Ik kan je vertellen, het was een heel moeilijke woensdag voor mij, en dan was ik nog niet eens vertrokken.

Maar ik kan je dus, met een sprankje (ok nee, een paar sprankjes, een soort van vuurwerk eigenlijk) trots vertellen dat na veel innerlijk gediscussieer en staren naar mijn loopschoenen alsof zij mij het antwoord zouden influisteren (je weet nooit met die ondingen) mijn pro-argumenten het gewonnen hebben van mijn contra-argumenten. Gelukkig heb ik het altijd al een klein beetje leuk gevonden om te doen wat het overgrote deel van de mensheid niet zou doen. Les 5 werd dus gelopen (en ook gewandeld, wat zelfs in de regen nog steeds mijn favoriete deel is), en het onvermijdelijke gebeurde, ik werd nat. Maar niet alleen dat, dames, heren, ik kreeg ook regen in mijn ogen. En nu komen we bij de kern van het verhaal (die eigenlijk niet de kern is, want eigenlijk is dit alles gewoon een excuus om van de daken te schreeuwen dat ik al aan les 5 ben, en dat het regende), want die regen, die pikte, waardoor nu niet alleen regen en zweet, maar ook wat traantjes over mijn gezicht stroomden. Niet alleen zag ik er dus prachtig uit, tegelijkertijd was hier het bewijs geleverd voor de zuurtegraad van onze regen. Niet dat dat nog nodig was, of dat dat er hier iets toe doet, maar door zo'n dingen te bedenken overleef ik wel mijn 24 minuten met Evy Gruyaert.

Nog 25 lessen te gaan,
L