25.2.13

Bibstress

Vakantie staat sinds mensenheugenis gelijk aan uitstapjes, en vroeger was dat dan naar het zwembad of de Quick, en met het hele gezin, maar omdat ik de enige persoon in de wijde omtrek ben die vakantie heb, plan ik vandaag een uitstapje naar de bib, met enkel en alleen mezelf. Ik vind het alvast spannend. Maar aan zo'n uitstap gaat natuurlijk een degelijke voorbereiding vooraf, dat spreekt voor zich. Zo moet ik namelijk mijn bibliotheekkaart terugvinden. Zo eens om de drie maanden zie ik die eens ergens liggen en dan denk ik 'Och, ligt die hier? En ik ben die al twee jaar kwijt!' om ze dan te verleggen, zodat ik ze zeker niet meer zou kwijtraken, om er dan na een uur niet meer aan te denken en ze drie maanden later terug te vinden. Maar nu weet ik per toeval nog dat ik ze vorige week ergens in de buurt van mijn bureau ben tegengekomen, dus ze nu terugvinden moet lukken op een half uurtje, schat ik. Dus dat deel van de uitstap moet alvast goed komen.

Een volgend deel van de voorbereiding is vrij cruciaal om genante situaties te voorkomen. Checken hoe veel schuld ik nog open heb staan. De keren dat ik al aan de balie van de bib heb gestaan met een knalrode kop en een lege portefeuille na het horen van mijn schuld zijn niet te tellen, wat ook een van de redenen is voor het feit dat ik er niet vaak kom, in de bibliotheek. Want na een paar keer 'ik heb weer geen geld bij' bekeken ze mij (in mijn hoofd althans) al scheef voor ik een stap tussen de rekken had gezet. Nu is het volgens mijn online uitleengeschiedenis inmiddels 3 jaar geleden dat ik, door een combinatie van een verloren kaart en een licht gevoel van schaamte over een boete die al even lang open staat, met mijn eigen kaart nog iets uitleende, en het is tijd voor verandering!

Nu is er nog wel een extra struikelblok, de bib is anders. Anders dan toen mijn tienjarige zelf daar blindelings de weg vond, zowel in de jeugd- als de volwassenen-afdeling. Want ja, de bibliotheek was mijn tweede thuis, want dat is én dichtbij, én gratis, én daar zag de mama geen graten in (ja mama, elke keer dat ik zei dat ik naar de bib ging, ging ik daar ook écht naartoe). Maar dus, nu is de bibliotheek veranderd, zowel de indeling als het systeem, dus ga ik eruit zien als een verdwaalde toerist, en dat in de bibliotheek waar ik toch al 341 boeken heb geleend.

Dat alles maakt dat een bezoekje aan de bib er dus een wordt met een hele, hele, hele hoge drempel, maar ik trek mij op aan het fameuze bibgevoel dat ik de afgelopen drie jaar gemist heb. Zonder openstaande boetes alle rekken afgaan, om dan uiteindelijk toch boeken mee te nemen die ik al eens gelezen heb, want zo ben ik dan wel. Of misschien doe ik vandaag wel eens helemaal zot, en neem ik nieuwe boeken mee, als ik dan toch grenzen aan het verleggen ben! Tips zijn altijd welkom!

Volledig klaar voor de herverkenning,
L

18.2.13

Kriebels united

Ik heb de kriebels. Ik-wil-weg-van-school-kriebels, ik-wil-weg-van-de-kou-kriebels en ik-wil-weg-van-sommige-mensen-in-mijn-omgeving-kriebels, al vallen die laatste nog wel mee, en al die kriebels samen hebben zich verzameld in een reusachtige reiskriebel. Lotte wil op reis. Lachen is toegestaan, want nee, ik heb nog steeds het grote lot niet gewonnen, en nee, ik kan ook nog steeds niet organiseren. De kans dat er iets aan die twee spijtigheden verandert is onbestaande, want ik doe niet aan de lotto (omdat ik die trekkingen zo enerverend vind), en organisatietalent is aangeboren en om het organisatietalent dat ik heb meegekregen uit te drukken op een schaal van 0 tot 10 heb je eerst enkele kilometers nullen nodig, met achter de eerste een komma, en dan kom je heel in de verte misschien nog wel een eentje tegen. Misschien.

Maar de kriebel is er, en daar kan ik niets aan veranderen. En ik kan ook wel een beetje geld verdienen, maar als er al iets naast het reusachtige gat in mijn hand blijft liggen zal dat nooit echt veel zijn. Dus, ik wil goedkoop op reis. En ok, net als een minimumbudget, is er ook iets van organisatie nodig, maar dat zou ik graag beperken tot een minimum. Het niet verliezen van een portefeuille vergt al organisatie genoeg. Verder wil ik graag een iets beter weertje dan hier, en dan bedoel ik niet enkel het huidige koude winterweertje, maar ook beter dan die eeuwige wisselvalligheid in de zomer. Goed, dat is duidelijk, op naar het volgende puntje op de reiskriebelchecklist (alsof het nog niet genoeg is dat die kriebel mij hier komt lastigvallen, is hij nog veeleisend ook).

Het volgende puntje is dus een gezelschap. Een reisbuddy zoals ze zeggen, want reizen doet men niet alleen. En al zeker ik niet, want ik kan niet zwijgen en tegen mezelf praten vind ik zielig, ik kan mij ook niet altijd oriënteren, en ik kan geen beslissingen nemen dus ik heb een luisterende, oriënterende, menselijke bijl nodig om knopen als, ik zeg maar iets, 'pizza of lasagne?' door te hakken, om te luisteren naar bakken onzin en gepaste reacties te verzinnen, en om de weg te vinden. Het liefst beschikt die bijl natuurlijk ook over geld om mijn trip te sponsoren, en organisatietalent, om mijn gebrek te compenseren, maar dat hoeft zelfs niet. Want zelfs als de bijlbuddy maar even veel organisatietalent bezit als ik, hebben we samen toch al dubbel zo veel. Wiskunde, het is iets moois.

Waar ik naartoe wil? Geen idee, ik heb behalve hotels en heel veel bergen op een enkele citytrip na nog niet zo heel veel van de wereld gezien, en dat wil ik uiteindelijk wel, de wereld zien. Dus ik wil naar overal. Maar gezien ik de wereldreis die ik gevraagd heb voor mijn verjaardag (die trouwens over een week en twee dagen is), waarschijnlijk niet ga krijgen, mag dat ook in stukjes.
 
Dus, al dat gezegd zijnde: Waar ga ik naartoe, wanneer, waarom, met wie, en wie gaat dat betalen? Na de grote 'wat doet Lotte volgend jaar'-quiz nu dus ook de 'hoe-zal-zij-de-wereld-ontdekken'-quiz. Antwoorden mogen ingestuurd worden op een gele briefkaart, via sms, facebook of een reactie op dit bericht, prijzen worden wegens een poging tot sparen (want ik wil tenslotte wel de wereld zien) helaas niet uitgereikt.

Onder invloed van de kriebel,
L

13.2.13

Nog 14 tot de 21

Nog een halve maand, of 2 weken, of 14 dagen, of... het aantal uren en minuten en seconden ga ik niet berekenen, want dat lijkt dan echt nog deprimerend veel. Dus, nog een halve maand, of 2 weken, of 14 dagen, en ik ben officieel en overal volwassen. Niet zomaar volwassen, want dat was ik drie jaar geleden al, maar officieel en overal volwassen. Supervolwassen eigenlijk. Ik mag vanaf over 14 dagen legaal pintjes en andere alcoholische dranken gaan drinken in de VS. Niet dat ik daar geld en/of tijd voor heb, maar toch, het mag en het kan! En het is niet dat dat recht ooit vervalt, dus het mag en het kan echt nog mijn hele verdere leven, vanaf over 2 weken. 2 kleine weekjes. 14 minidaagjes.

Iedereen die mij iet of wat kent, of iedereen die mij niet kent en mij al in het openbaar 'ik ben bijna jaaaaarig!' heeft horen roepen, weet dat ik best graag verjaar. Want bij verjaardagen horen feestjes, liedjes, aandacht en taart. Nee, liefst geen taart eigenlijk, biscuit, of cake, of eclairs. In elk geval, bij verjaardagen horen feestjes, liedjes, aandacht en lekkere dingen. En soms misschien ook wel cadeautjes, maar geloof mij of niet, dat is geen essentieel onderdeel van het verjaardagsgegeven, maar eerder een zeer fijne bijkomstigheid (ik kan echt heel enthousiast zijn over fijne bijkomstigheden, dus hou jullie vooral niet in voor mij).

Nu, het verjaardagsgegeven is een hele beleving voor mij, en bijgevolg ook voor mijn omgeving. Het begint allemaal eind januari, of misschien iets vroeger, dat scheelt van jaar tot jaar. Vanaf dan heb ik namelijk het -door mijzelf toegekende- recht om aan iedereen te verkondigen dat ik bijna jarig ben, wat dus neerkomt op 1 à 1,5 maand voorpret voor zowel mij als iedereen die die aankondiging (eventueel meerdere malen) mag horen. Vervolgens, rond begin februari begint de planning der feestelijkheden, wat inhoudt dat ik, wederom met toestemming van mezelf, mijn feesten mag beginnen plannen, waarbij ik uiteraard bij iedere uitnodiging heel duidelijk vermeld dat ik echt wel zeer bijna jarig ben.

Ten slotte, en aan die fase zijn we nu ongeveer aanbeland, is daar de 'alle remmen los'-fase, wat eigenlijk gewoon wil zeggen dat ik moeite heb met gesprekken die niet over mijn verjaardag gaan. Dat wil zeggen, ik kan die gesprekken nog wel voeren, maar weet dat er in mijn hoofd altijd verjaardagsliedjes en toeters toegevoegd worden aan de conversatie. Als onze maatschappij iets toleranter was geweest zou ik ook constant met een feesthoedje oplopen, maar dat is niet echt sociaal aanvaard, dus die versieringen probeer ik dan ook te beperken.

Vrienden, en andere sympathisanten: OVER TWEE WEKEN BEN IK JARIG, en wie dat nog niet wist, heeft mij al te lang niet meer gesproken.

Toeters en liedjes en feestgedruis,
L

12.2.13

Bubbels en knuffels

De mensheid knuffelt te weinig. Dat zou de boodschap van dit hele bericht kunnen zijn, maar net als ieder mens ben ik iets gecompliceerder. Ik krijg graag knuffels, en ik geef ze trouwens ook graag, maar niet op eender welk moment en van iedereen. Want dat zou in conflict zijn met mijn bubble, een fenomeen dat sommigen misschien (her)kennen van ervaringen, aanvaringen of gewoon hun eigenste zelf. 'De Bubble' is wat het is, namelijk een bubbel, ofte een persoonlijke ruimte, die niet zomaar door iedereen altijd ingenomen kan worden. De algemene gedragscode bij bubble-mensen is meestal 'blijf uit de bubble, voor je eigen goed', maar ik zou mezelf niet zijn als mijn persoonlijke gedragscode niet iets ingewikkelder was. Knuffels kan ik namelijk heel vaak wél verdragen, in tegenstelling tot zo goed als alle andere bubble-inbraken, waar ik agressief van word.

Het is een misverstand dat mensen enkel knuffels geven en/of krijgen als ze of erom vragen, of als ze huilen/doen wat mannen die niet willen huilen doen als ze niet huilen maar dat wel zouden doen als ze een vrouw waren (ja, ook ik denk in stereotiepen). Mensen zouden meer moeten knuffelen. Want knuffelen is zeker en vast gezond, op de een of de andere manier, zoals er van bijna alles een gezonde manier van bekijken is (hé, wist je dat je van chocolade niet alleen dik, maar ook beter bestand tegen stress wordt?! WHOAAAAAHHHH, laat ons chocolade beginnen vreten en nooit meer stoppen, want stressbestendig>mager). Naast gezond is knuffelen ook gewoon warm, in deze bar koude wintertijden. En aangezien de lente vorige week al in mijn hoofd is gekropen kan mijn lichaam die kou niet meer aan. Dus heb ik knuffels nodig.

Een enkele lastigheid kan nu nog wel zijn dat knuffels spontaan moeten zijn. Dus doe gewoon alsof je dit nooit gelezen hebt, alsof ik nooit gesmeekt heb om knuffels, geef gewoon meer knuffels. Niet persé aan mij, maar aan iedereen die knuffels verdient, of ze nu huilen of niet, of ze voor jaren op reis gaan of gewoon even naar de wc, of je ze nu elke dag ziet of voor de eerste keer.

Voetnoot: Mijn bubble blijft, ook voor knuffels, ondoordringbaar voor familie, mensen die voordien gewond zijn geraakt toen ze, bewust of onbewust, in de bubble probeerden te dringen, mensen die ik al een tijdje ken maar nog nooit geknuffeld heb (dan hoeft het ook niet meer), stinkende mensen, en bepaalde anderen. Je zal het wel merken dan.

Ijverend voor een knuffelbaardere wereld,
L

6.2.13

Afkicken van blauw

Dinsdagnacht, 5 voor 12, de vierde versie van onze reportage van vandaag is traag maar zeker aan het uploaden, en mijn bed roept, maar hoe graag ik ook wil gaan slapen, de reportage moet eerst online. En dus offer ik mijn broodnodige nachtrust op voor het staren een balkje dat zich tergend traag vult met blauw. Irritant blauw trouwens. Of misschien ligt dat aan het feit dat ik dat blauw vandaag dus al vier keer een balkje heb zien vullen. Eigenlijk zouden ze op youtube een soort van functie moeten inbouwen waarbij je kan kiezen welke kleur je balkje krijgt. Of ze kunnen een regenboogbalkje creëren. Dan kan je tenminste tijdens het wachten uitkijken naar de volgende kleur die komt in plaats van steeds dat eindeloze, vervelende blauw. Want ja, ik blijf -vanaf vandaag moet ik zeggen, bleef- kijken, naar dat blauw.

Want daarnet, om 6 voor 12, afgelopen dinsdagavond, heb ik besloten om te stoppen met het kijken naar blauw. Ik win namelijk tijd als ik niet naar het balkje blijf staren tot het gevuld is, maar in de plaats daarvan ondertussen iets anders doe. En tijd is kostbaar, zeggen ze, dus heb ik me daar een hele kostbare ontdekking gedaan. Ik heb dus (gemiddeld genomen) 20 minuten gewonnen, en ik moet zeggen, het voelt wat onwennig aan. Ik kan ook de neiging niet onderdrukken om elke minuut te gaan kijken of het blauw wel vordert, want het moet maar eens gebeuren dat het zo'n soort blauw is dat niet vooruitgaat als niemand kijkt. Je weet wel, zoals van die werkmannen die alleen werken als iemand kijkt, of studenten, die alleen studeren als iemand kijkt, of (vul aan met eender welk beroep) die alleen maar (vul een passend werkwoord bij het beroep in) als iemand kijkt. Maar tot hiertoe lijkt het blauw ook wel verder te lopen terwijl ik hier aan het typen ben. Denk ik. Want zoiets weet je nooit met zekerheid. Het zou ook kunnen dat Blauwtje rustig blijft plakken terwijl ik andere dingen doe om dan een reuzesprong voorwaarts te maken als ik zijn tabblad weer aanklik. Dat weet ik niet. Dus voorlopig blijf ik het blauw nog even met een overdreven regelmaat controleren.

Ooit zal ik het wel moeten loslaten, het blauw, als ik bijvoorbeeld echt andere dingen moet afkrijgen tijdens de tijd die Blauwtje nodig heeft om een balkje te vullen. Maar dat is moeilijk. Het zal een zwaar proces worden, afkicken van het blauwe vullen, maar deze blog heeft me hier op deze woensdagochtend, half 1, toch al een beetje bij geholpen. Waarvoor dank aan mezelf. En sorry aan de mensen die dit hebben gelezen, want nu heeft mijn blauw ook u een beetje tijd ontnomen. En tijd is kostbaar, zeggen ze.

Hopende op een minder blauwe wereld,
L