30.10.13

Sport en sensatie!

Tijd voor een heus sensatieverhaal, veroorzaakt door mezelf, geschreven door mezelf, en speciaal voor jullie. Het verhaal van hoe Lottes deelname aan het hostel-bootcamp (Ja, Lotte en bootcamp in een zin, lees maar rustig verder als jullie uitgelachen zijn) leidde tot een tennisbal en nog vroeger opstaan.

We schrijven dinsdag 29 oktober, omstreeks 18 uur. De Nederlandse meisjes in mijn hostel maken zich klaar voor hun wekelijkse bootcamp. Vorige week was ik er onderuit weten te komen ('ik heb geen zin'), maar dat excuus leek deze week niet meer per sé te werken, het zou ook kunnen dat ik vorige week halvelings beloofd heb van wel een keer mee te komen. Enfin, ik heb me die bewuste dinsdag laten overhalen door het argument 'je voelt je erna echt supergoed, joh!' en ook een beetje met het gedacht dat ik me dan niet meer schuldig hoef te voelen over die goedkope Pringles, die hier in elke supermarkt naar mij lonken.

Ik dus mee naar een parkje in onze straat. Ik had de anderen al gewaarschuwd voor mijn conditiepeil, dat zich ergens ver onder de nul bevindt, en voor mijn totaal gebrek aan spierkracht, maar goed, ik mocht lekker op mijn eigen tempo gaan, en doen wat ik kon. Het begon ook echt heel goed, een toertje lopen, een paar oefeningen, een toertje lopen, een paar oefeningen, ik heb best nog veel meegedaan voor mijn doen (normaal als mensen zeggen 'doe wat je kan op je eigen tempo' komt dat neer op 'zitten en af en toe een slokje water nemen', maar toen kwam de gevreesde 'cooling down'. Die bestond eigenlijk gewoon uit nog meer toertjes lopen, dus ik dacht, ok, nog een toertje of twee moet me toch zeker lukken. Uiteindelijk haalde ik de eerste 2 meter van het eerste toertje. 'Hu, maar Lotte, hoe komt dat dan, met jouw conditie had je toch zeker nog twee toeren kunnen halen?' - Dat is zeker, liefste lezers, maar het lot (zonder hoofdletter) besliste er anders over...

Wat je moet weten, is dat de toeren die we liepen altijd dezelfde waren, en dat er nooit eerder problemen waren geweest. Maar toen, na die eerste twee meter van de 'cooling down'-toeren verscheen er ineens, vlak voor mijn voeten (en ik liep achteraan, dus het is echt héél snel verschenen, want de rest had er geen last van) een gigantisch gat in de grond. Een gat van wel een voet groot. Een gat, ideaal om je voet dwars in te leggen en de rest van je lichaam er dan maar ineens bij te leggen. Waarbij je knie nét genoeg over de stenen schuurt om een lekkere schaafwonde te veroorzaken, maar nog beter, waarbij je ook die dwarsliggende voet zo lekker kan omslaan dat het heel veel -en dat zeg ik niet gauw- pijn doet. En dat is dan ook exact wat ik gedaan heb. Gelukkig was ik na 2 meter nog niet zo heel ver achter, en riep ik ook luid genoeg, want vergeef me, fuck wat deed dat zeer, zodat mijn hostelgenootjes mij naar de dichtsbijzijnde bank konden begeleiden, want door een overdaad aan sterretjes voor mijn ogen was mijn oriëntatie niet meer wat het hoorde te zijn. Mijn stabiliteit ook niet echt meer trouwens.

En zo lieve vriendjes komt het dat ik hier nu zit, met een enkel ter grootte van een tennisbal een een half-stramme knie (aan twee verschillende benen uiteraard, zo handig ben ik dan ook wel). Het schooluitstapje naar de vulkaan is uitgesteld naar volgende week, en voor de rest trek ik voor alle noodzakelijke afstanden extra strompeltijd uit, wat maakt dat ik een half uur wandel/strompel/mank naar school, in plaats van een kwartier, en dus genoodzaakt ben nog vroeger op te staan (niet dat dat heel erg is, want vroeg wakker ben ik hier toch). Speciaal voor jullie voeg ik nog foto's toe van mijn handicaps, ongeveer 20 uur na de feiten, omdat ik weet dat jullie mij graag zien, gehandicapt of niet.




Lachen is toegestaan (in het vuistje, als het effe kan), meeleven verplicht.
L

29.10.13

Apen en het blotevoetendebuut

Hola!

Een niet-zo-bewogen weekend en een bewogen maandag verder...
Na het feest in Masaya dacht ik lekker uit te slapen, maar dat lukt mij hier helaas niet zo goed (en zal ik dus moeten inhalen eens ik terug in België ben). Dus heb ik die gewonnen voormiddag lekker besteed aan...Niets. 's Middags heb ik dan een welverdiende (hihi) siesta gehouden (dat wordt stilaan een gewoonte, en daar ben ik niet rouwig om), om daarna weer naar de supermercado te trekken. Ik weet ondertussen al bijna alles staan en heb dus ook de weg gevonden naar de calala, ofte passievruchten, die hier spotgoedkoop zijn, en dat maakt mij blij. 's Avonds zijn we gezellig uit eten geweest in het restaurant van een Hollander (ik zei het toch, die zitten hier overal), en heb ik mijn eerste Nicaraguaanse biertje (Toña) gedronken, 't was niet slecht, maar Belgisch bier blijft onovertroffen, uiteraard.

De zondag was zo mogelijk nog tammer dan de zaterdag (jawel, het kan!), want het regende bijna de hele dag (en Nicaraguanen doen niets als het regent, dus wij ook niet). Mijn huiswerk (toch 2 pagina's) was dan ook de grootste prestatie van de dag. Naast het lezen van een half boek. Er staat hier trouwens een heel rek met Nederlandse boeken, waar ik heel blij mee ben, gezien het feit dat ik zelf niets bijhad om te lezen (ze zijn te zwaar, meneer).

Na een tam weekend past een actieve week, en daar ben ik vandaag dus mee begonnen. Naast een nieuwe profesora heb ik vanochtend ook een klik gekregen in mijn hoofd, ja, je hoort het goed, een klik in mijn hoofd. Ik durf, sinds vandaag, mensen aanspreken! Durfde ik al langer, maar sinds vandaag dus ook Nicaraguaanse mensen, ik heb namelijk daarstraks bananen gekocht op de markt. En dat zonder wijzen en/of uitbeelden (hoe beeld je ook in godsnaam een banaan uit?). Wat dus inhoudt dat ik ten eerste heb gevraagd of het wel bananen waren (serieus, dat weet je hier nooit), en ten tweede, dat ik heb gevraagd hoeveel ze kostten. En ik heb de antwoorden ook verstaan! Hoppa, weer een hindernis overwonnen, en met glans (zelfwaardering is belangrijk)! Challenge voor morgen: Naar de wasserette bellen om te vragen of ze mijn was willen komen halen. Dat is dus eigenlijk mijn bel-angst vs. mijn luiheid, want ik heb geen zin om met de hand te wassen. Twee vliegen in een klap, de conversatie zit al in mijn hoofd, nu de uitvoering nog (en maar hopen dat zij antwoorden zoals het in mijn hoofd zit).

Bon, na mijn les, en die magische klik zijn we vanmiddag 'las Isletas de Granada' gaan verkennen. Dat zijn kleine (maar echt, mégaklein) eilandjes in het meer van Nicaragua, een héél groot meer. Maar er ligt dus zo'n hoopje eilandjes bij elkaar bij Granada, waarrond we een boottoertje hebben gemaakt, dat mij bij momenten echt heel erg deed denken aan de Fata Morgana (weer een Eftelingreferentie, zo ben ik dan). Sommige eilandjes dienen als weekendverblijf, op sommige wonen echt mensen, die dan elke dag hun kinderen met de boot naar school brengen, een paar eilandjes zijn gewoon overwoekerd, op eentje is een begraafplaats (for real, een eilandbegraafplaats, beetje creepy, dat wel), op eentje was een restaurant, op nog een ander was een koffiefabriek en een paar eilandjes stonden ook gewoon te koop (mama, papa, dit is een hint). Maar op het allercoolste, en waarschijnlijk ook bijna allerkleinste, eilandje zaten apen. 4 schattige, superawesome apen. Serieus, daar hebben wij dus een kwartier op zitten kijken, zo boeiend dat die diertjes zijn! Ik mocht mijn versgekochte bananen ernaartoe gooien (2 van de 3 belandden effectief op het eiland, kun je nagaan hoe dicht we erbij voeren) en die aten die dus echt op hé, op nog geen 2 meter van mij! En nog vlotter en geoefender dan Marijntje! Helaas was tegen dat moment de batterij van mijn fototoestel plat, dus blijft dat beeld voor eeuwig enkel en alleen voor mij, en geloof mij maar, dat is een gemis voor jullie. Sorry!

De laatste rechte lijn terug naar de kust hebben we aan een rotvaart afgelegd (whiiiiiiii!) om een stortbui voor te zijn. Allemaal goed en wel, we stonden wel aan wal voor het regende, maar dan waren we uiteraard nog niet thuis! Dat had die schipper even goed bekeken... Enfin, dan moesten we dus nog thuis geraken. Het rijdt hier altijd vol met taxi's, behalve uiteraard als je er een nodig hebt, en dus hebben we eerst een heel eind moeten wandelen voor we überhaupt een taxi zagen. Hebben jullie weleens proberen wandelen op slippers, in de regen? Nee? Heel goed, houden zo, het is onmogelijk. En zo, beste vrienden, kwam het dat ik mijn eerste blote-voeten-ervaring in Granada heb beleefd. Dat heeft nog lang geduurd, hé? Het is trouwens niet aan te bevelen, want de stoep wordt hier heel erg glad als het geregend heeft, en dat is vervelend op blote voeten, laat mij je dat vertellen. Nee, het deed geen pijn.

Nu zit ik heerlijk met droge kleren aan te genieten van een theetje en dronken gelal van Vlaamse vrienden, het leven hier is nog steeds goed!
L




26.10.13

Toch nog een processie!

Weer 2 dagen voorbij, dus tijd voor een nieuwe aflevering van 'Wat doet Lotte hier in godsnaam heelder dagen?'. Wel, niet te veel stilzitten, zo veel is zeker. Donderdag ben ik met de Zwitsers van de talenschool en nog een Hollandse vrouw naar het 'Laguna de Apoyo' geweest, en gisterenavond was het 'la Fiesta de los Ahüzotes' in Masaya, hier niet zo ver vandaan. Ondertussen ben ik ook nog opgevreten door muggen, en weet ik als een echte Nicaraguaan al dat ik niet moet opkijken als iemand toetert, want dat doet elke auto hier aan elk kruispunt.

Laguna de Apoyo dus. Dat was de donderdagactiviteit van de talenschool. Ik was op zich al heel blij dat de Zwitsers meegingen, maar toen bleek dat er nog een Nederlandse vrouw meeging (van een andere talenschool) en ik dus zelfs Nederlands kon praten had ik er al helemaal zin in. We zijn naar ginder gereden in een taxi, ofte, de achterbak van een pick-up (ja, ok, er was vooraan ook plaats, maar ik ging echt niet opgepropt op een snikhete achterbank zitten). Had ik gelijk ook het mooiste uitzicht op de weg ernaartoe. Laguna de Apoyo is, zo heb ik mij laten vertellen, een kratermeer. Ik weet ook niet hoe dat opeens een meer is kunnen worden, maar vroeger was het dus een vulkaan. Het is bijgevolg (denk ik dan) wel volledig omringd met bergen, wat maakt dat het er heel gezellig én mooi is (en wat wederom zorgt voor waardeloze foto's). Daar heb ik dus de middag doorgebracht, dobberend op een band in het meer, want een beetje relaxen, dat had ik wel verdiend, na gans 4 dagen in een heus taalbad. Het chille aan een Nicaraguaans meer is dat er geen redders zijn, die je ongegeneerd terugtoeteren al je een centimeter voorbij een lelijke knalgele boei drijft, dat er dus ook geen knalgele boeien zijn, en dat je echt ongestoord kan afdrijven (heb ik niet gedaan, ik ben gebrainwasht door de Nieuwpoortse redders). Het is trouwens ook heel schoon, want er mogen geen dingen op die werken met olie (dat heb ik gehoord van een Amerikaan en kan ik niet beter vertalen dan dit).

Gisteren dan had ik mijn laatste les van deze week (volgende week krijg ik ook een andere leraar, spannend!), en in de namiddag was ik vrij. Die vrije tijd heb ik dan maar gespendeerd aan een fikse middagdut, want de warmte hier maakt zeer moe (anders zou ik ook niet haast elke avond om 21u in bed liggen, me dunkt), en we zouden 's avonds naar Masaya gaan voor een Nicaraguaanse fiesta. Ik had mij laten vertellen dat het een soort Halloween was, maar niet Halloween. Lekker vaag, dus ik vertrok zonder al te veel verwachtingen. Na een busrit (in een comfortabele bus deze keer) Granada-Masaya zijn we een bosje Nica's gevolgd naar het centrum van Masaya, alwaar ik gelijk kennis kon maken met de Nederlanders die daar zitten (ze zitten hier werkelijk overal, die Hollanders). De fiesta bleek te bestaan uit een giga-optocht, waarin allemaal eng verklede (nee, serieus, sommigen waren echt heel, heel eng) mensen meeliepen (het was een soort mix tussen dansen en lopen, lopend dansen of dansend lopen. Ik heb dat ook geprobeerd, maar dat lukt dus niet), een mooie vervanging voor de Lierse processie die dit jaar niet uitging, me dunkt. Na even te staan kijken, en een poging te doen tot het maken van foto's zijn we op de ene of de andere manier in die optocht meegesleurd geraakt, allemaal heel fijn en gezellig, tot ze vanuit het publiek knoflookwater over de optocht begonnen te gooien. We waren allemaal heel snel weer op de stoep. Tot zover ons Masayaans avontuur.

Voor de rest heb ik nog niet zo veel plannen dit weekend (behalve knoflookgeur uit mijn haren wassen), maar ik ga er vanuit dat er nog wel iets zal gebeuren.

Adios, muchachos, muchachas!
L


25.10.13

De geneugten van het ontmoeten, een zelfreflectie en motivatie.

Zal ik hier eens even snel een cliché bevestigen? Tijd gaat snel als je het naar je zin hebt. Enfin, het is dubbel. Aan de ene kant doe ik zo veel en heb ik tegelijkertijd nog zo veel tijd om gewoon op mijn kont te zitten (ik klaag niet), maar aan de andere kant ben ik hier ondertussen al wel een week. Een week. 7 volle dagen (6,5, ja, maar toch al 7 dagen onderweg). Tussenevaluatie na week 1/8: Meer dan positief. Mijn Spaans springt vooruit (al moet ik het in het dagelijkse leven nog niet proberen, want tegen dat tempo ben zelfs ik niet bestand), alles wat ik tegenkom is of mooi, of leuk, of charmant, alle mensen die ik tegenkom zijn hetzelfde, ja, ik blijf nog even. Een weekje of 7 denk ik.

Ik ga klinken als een zweverig magazine dat hippies, midlifecrisissers en gepensioneerden probeert te motiveren om hun sandalen vast te gespen en de wijde wereld in te trekken, maar wat ik tot hiertoe heel leuk vind is de 'ontmoetingen' (God, wat klinkt dat zweverig). Ik deed dat vroeger heel veel, 'ontmoeten', geen paniek, ik verklaar mij nader. Ik had vroeger een talent om en heel veel plezier in mensen te leren kennen, daar een leuke tijd mee hebben, en ze dan nooit meer zien. Zo ging ik elk jaar op kamp (leuk voor mijn ouders, hadden zij wat rust, en leuk voor mij, want dan was ik niet thuis en kon ik lekker een hele week vrolijk zijn, kutkind dat ik was) en kwam ik elk jaar terug met nieuwe beste vriendinnetjes. Inclusief adressen, en later mailadressen. Ik heb ze nooit geschreven, noch brieven van hen gekregen, en toch herinner ik mij nog heel veel van die vriendinnetjes, want met hen had ik een leuke week. Nu ben ik dat wat verleerd, omdat op mijn kampen heel vaak dezelfde mensen meegaan, en omdat ik die steevast terugzie, hetzij het jaar daarop, op hetzelfde kamp, hetzij vroeger (vind ik overigens prima hoor jongens, geen paniek). Maar dat genot van het ontmoeten, dat was ik dus even verleerd (iemand al een jobaanbieding bij een midlife-reismagazine? Nee?).

Heel concreet, want ik kan het niet zo goed uitleggen: Ik vind het superfijn dat ik hier mensen ontmoet waarvan ik -hooguit- de voornaam ken, waar ik dan gezellig even verhalen mee kan uitwisselen (uiteraard te vertrekken vanuit 'vanwaar ben je en wat doe je hier'), waarna je na nog een 'have a safe trip!' verder gaat, op naar de volgende 'ontmoetingen'. Geen verdere poespas, of 'we bellen' (krijg ik de kriebels van, van te weten dat ik in de nabije toekomst moet bellen) of 'we moeten nog eens afspreken' (uiteraard kan dat ook, maar daar heb ik het nu niet over). En dat ontmoeten gaat dus blijkbaar heel makkelijk als je, ten eerste, op reis bent, want reizigers trekken elkaar aan (en hostels zijn nu eenmaal sociale plekken), en ten tweede, als je alleen bent. Dat geldt dan toch op z'n minst voor mij, want ik heb tegenwoordig, anders dan vroeger, niet meer echt de neiging om vreemde mensen aan te spreken als dat niet nodig is. Maar als je alleen bent en niemand kent is dat wel gewenst, kwestie van zieligheid en verveling te vermijden. Gelukkig is mijn vroegere talent ergens onderhuids nog wel aanwezig en is het nu kwestie van graven om het terug volledig tevoorschijn te toveren. Ik werk eraan!

Ik merk dat ik het niet zo heel duidelijk kan uitleggen, dus rest mij eigenlijk gewoon: Gesp vast die sandalen (of trek uw sletsen aan), trek erop uit en ontmoet. Het liefst van al alleen.

In alle motiverende zweverigheid,
L

Noot: Ja, ik weet dat dat in België ook kan, en dat ik dat meer zou moeten doen. Staat op mijn planning voor wanneer ik terugben.

24.10.13

Mercado's, autobussen en een pueblo blanco.

Uh-oh, nu moet er verslag van 2 dagen in één blogbericht, en ik ben al zo lang van stof. Geen zorgen, ik zal jullie de oninteressante dingen besparen. Zo zal ik niet vertellen wat ik eet (genoeg), hoe veel ik slaap (genoeg) of hoe veel Spaans ik al spreek (nog niet genoeg maar wel al veel). Ik beperk mij dus -voor jullie goed- tot de uitstapjes met Aura (la profesora).

Allereerst, el Mercado! De markt, waartegen de zaterdagmarkt in Lier echt peanuts is, hebben we bezocht tijdens mijn les 's ochtends, in het kader van 'al kijkend leren' of zoiets, anyway, ik blij, want naar die buurt durfde ik eerst niet alleen, omdat alles op elkaar lijkt en ik dan de neiging heb om verloren te lopen (nu niet meer dus). De markt in Granada is dagelijks te bezoeken en gi-gan-tisch. Zonder overdrijven. Er is een overdekt gedeelte, dat een beetje lijkt op La Boqueria in Barcelona, maar dan met de kraampjes nog dichter opeen en nog meer mensen, en dan zijn er nog de straten rondom, die ook volgepakt staan met kraampjes. Schoenen, kleren -nieuw en tweedehands-, groenten, fruit, vlees (maar dat koop je volgens Aura beter niet op de markt), allerlei dingen waarvan ik de naam niet ken, tot een winkel met matrassen toe. Het is een gek, druk, warm, stinkend, maar op een manier (echt waar) ook heel gezellig gegeven. Ondanks het feit dat verkopers de neiging hebben van je bij je arm te pakken om je te overtuigen om iets te kopen. Dat werkt niet bij mij, guys. Onderweg ben ik dan getest op mijn kennis van groenten en fruit. In het Spaans. Jammer dat ik van de meeste dingen zelfs in het Nederlands nog niet kon zeggen wat het is. Enfin, alweer een ervaring en wat woordenschat rijker!

Vandaag was er een dagactiviteit gepland, zijnde een uitstapje naar Catarina. Catarina is een van 'los Pueblos Blancos', ofte, witte dorpen en ligt bij Masaya, een stad op een busrit afstand van Granada. Hoera! Een busrit afstand! Dat betekent dus meteen ook mijn eerste trip met een Nicaraguaanse autobus, iets wat ik ook niet alleen wilde doen, zo de eerste keer. Een Nicaraguaanse autobus is eigenlijk een afgedankte schoolbus, of zo ziet het er alleszins uit. Denk rode leren zetels waarvan hun beste tijd al ver achter ons ligt, een -veelgebruikt, wegens geen verkeersregels- koordje als claxon en deuren die alleen maar toegaan als het echt moet. En hitte. Leren zetels, je zou denken, ah bah, dat plakt, maar hé, geen probleem, het is zo lekker warm in de bus dat het niet meer plakt, maar gewoon glibbert. Het spijt me als dat te veel informatie was, maar het is nu eenmaal niet anders, ik deel gewoon de totaalervaring. Een busrit van ongeveer 40 minuten was het, naar Catarina. Onderweg had ik overigens een aap kunnen zien, als ik eerder door had gehad wat 'mono' betekende, en dus meteen uit het raam had gekeken toen Aura het mij probeerde duidelijk te maken, maar dat is me dus niet gelukt. Het liefst was ik uit de bus gesprongen en terug gelopen, maar dat leek me nu toch een iets te groot risico, op de ene of de andere manier.

Aangekomen in Catarina hebben we een mototaxi (zo'n ding wil ik voor mijn verjaardag, trouwens) genomen, enfin, gedeeld met een moeder en 2 kinderen (Google het, zoek de minst moderne, en beeld je dan in dat er 4 mensen op de achterbank zitten en 2 op de bestuurderszetel, ja, zo.) naar 'El mirador de Catarina', waar je terechtkomt tussen allemaal kraampjes met artisanaal gedoe (heb ik een zwak voor, dus dat was gevaarlijk terrein), maar eens je daar voorbij bent (zonder iets te kopen, wat was ik trots, zelfbeheersing: +1) sta je opeens voor een machtig uitzicht. Maar echt, machtig. Ik heb er foto's van, maar die zijn zinloos, want daarop zie je dus echt niet hetzelfde, enfin, je kijk daar uit op 'la Laguna de Apoyo', met daarachter Granada (ofte, een stipje), en daar weer achter ligt 'el Lago de Nicaragua'. En als je dan je blik van die gigameren losrukt en iets naar rechts draait heb je als klap op de vuurpijl nog eens een prachtig zicht op de vulkaan. Onzinnig om het te proberen beschrijven, maar enfin, misschien hebben jullie nu een idee (en als jullie dat echt hebben, vermenigvuldig de schoonheid en indrukwekkendheid ervan met 10 en je komt in de buurt). Ietsjes verderop bleken dan kleine afdakjes te staan met daaronder telkens een tafeltje en vier kleine bankjes, waar ik dus vandaag les zou krijgen. Concentratie: -9857.



Tot hiertoe ben ik steeds alleen geweest tijdens uitstapjes (die van gisteren, een kookworkshop of zoiets, is dan ook afgeschaft), want de studentes die met mij (allez, niet met, tegelijkertijd eigenlijk gewoon) les volgen doen blijkbaar geen namiddagactiviteiten mee. Beetje balen misschien, maar na grondig overleg met mijn innerlijke dramaqueen heb ik besloten daar geen punt van te maken. Nu spreek ik extra veel Spaans, en krijg ik extra veel aandacht. Voor dat eerste ben ik hier, en iedereen weet dat dat laatste voor mij ook niet echt een probleem is.

Dus ja, life is good!
L

P.S.: Ik eet goed, echt 3 keer per dag en al, het brood is wel toastbrood en bijgevolg niet héél lekker, maar ik kan het er mee doen. Ik slaap ook echt genoeg, vaak lig ik om 21u, 21u30 al in mijn bed, en ik spring er om 6u30 fris en monter uit (want wie er vroeg uit moet, kan maar beter vroeg gaan slapen, zo werkt dat nu eenmaal, kleine broer van me). Ik ben heel flink op school en maak elke dag mijn huiswerk (for real, huiswerk). En mijn Spaans is al zo goed dat ik helemaal kan uitleggen hoe oud mijn ouders zijn (ik moet langer nadenken over het exacte antwoord dan over de Spaanse vertaling), en wat ze doen voor werk, en hoe veel broers en zussen ik heb, en hoe oud die zijn, en hoe Lier eruit ziet en zo. Voila, die was nog voor bezorgde ouders, grootouders, andere familie en vrienden met moederlijke neigingen.

21.10.13

Lotte aprende espagnol. Of zoiets.

Holaaaaa chicos y chicas!! Que tal? Me gusta Granada muchoooo! Y que calor!

Elke dag eentje, hoe lang zou ik dat volhouden? (Pronostiekjes mogen hieronder, maar ik ben niet aansprakelijk voor wat dan ook.) Bon, ik heb dus weer een vrij momentje. Ik moet zo dadelijk nog even naar de supermercado, want mijn voedselvoorraad is op (en daarmee bedoel ik mijn 2 potjes noodles), en ik heb honger, maar voor jullie maak ik graag even tijd (en ook ga ik daarna toch nog lekker een half uurtje mijn ogen dichtdoen, onder het mom van 'me helemaal onderdompelen in de siestacultuur').

Zoals hierboven te merken heb ik vanmorgen mijn eerste Spaanse les gehad, en ben ik nu een Spaanse spraakwaterval. Niet waar. Dat van die les wel, 4 uur van onafgebroken (ok, ik heb 20 minuten pauze gehad, dus niet écht onafgebroken) Spaanse vragen en verbuigingen die op mij afgevuurd werden en waarop ik verwacht werd te antwoorden. In het Spaans. Ik kreeg het zo mogelijk nog warmer dan ik het al had. Enfin, gelukkig is mijn lerares heel erg goed in uitbeelden, waardoor het verstaan zowaar niet echt een probleem vormde. Het antwoorden daarentegen, dat is een ander paar mouwen. De eerste fase van zo'n antwoord bestaat uit een zeer langgerekte 'euuuuuuhhhhhhhh', dan volgt er wat plafondgestaar, vervolgens, als ik zo'n beetje bedacht heb wat ik wil zeggen -in het Nederlands- zet ik de woorden die ik ken (dat zijn er 10, maximum) en smijt ik er voor de rest Engelse termen tussen, die dan aan de overkant vertaald worden. Tot slot herhaal ik nog eens wat het dan eigenlijk moest zijn. Dan heb ik ook nog de vreemde neiging om in het Frans te willen antwoorden, wat echt een slecht idee is, want dat verstaat ze zo mogelijk nog slechter dan Engels. En ook accepteert ze dat raar genoeg niet, andere talen. Maar bon, de techniek werkt wel, want tegen de middag was ik al in staat deel te nemen aan een spelletje 'raad wie er achter je op het bord geschreven staat' met de 2 Zwitserse meisjes die tegelijkertijd les volgen.

In de namiddag is er dan steeds een activiteit, en dat is wel een beetje balen, want aangezien wij maar met 3 tegelijk les volgen, de Zwitserse meisjes en ik, heb ik niet echt friend-material daar, want die twee zijn al vriendjes en spreken iets dat klinkt als Duits en Nederlands door elkaar maar waar ik geen woord van versta. Oh ja, en ook waren zij er niet bij vandaag, met de namiddagactiviteit. Dus ik alleen met een Spaanse lerares door het stadje getrokken.Volgens mij vindt ze mij echt superpassief en ongeïnteresseerd, maar echt, ik moet al alle moeite van de wereld doen (denk ogen tot spleetjes, onbegrijpende blik, en af en toe een knikje of 'si si') om ongeveer te verstaan wat ze zegt, dan kan ze toch niet van mij verwachten dat ik meteen antwoord, wel? Dat verliep dus een beetje stroef, maar als ik het goed begrepen heb komt het erop neer dat elke kerk hier wel eens afgebroken, ingestort of afgebrand is, maar dan, hoera hoera, weer opgebouwd. Goed voor mijn Spaans? Ja. Interessant? Iets minder.

Vanavond is er volgens de hostelgenootjes een rock&roll-avond in een hotel hier in de buurt, dus ik denk dat ik maar eens mee moet, grenzen verleggen, nu we dan toch bezig zijn.

Hasta la proxima (mañana?)!
L


20.10.13

Handicaps en verbazingen

Een extraatje hier, omdat mijn huis- tuin- en keukenblogje toch wel wat extra's verdient, en omdat ik hier voorlopig toch tijd te veel heb, gezien mijn gigantische sociale handicap zijnde het niet-spreken van de Spaanse taal, want niemand spreekt hier Engels, ook de vrouw des huizes (Flora dus) niet. Flora is trouwens een supergezellig dametje, type kotmadam (maar dan de Latina-versie) dat met iedereen een vlotte babbel doet. Zelfs met mij, al is vlot dan misschien wat overdreven, want onze conversaties zijn eigenlijk gewoon een chaos van Spanglish (van haar kant), mijn 3 woorden Spaans (Gracias en Buenos Dias) en veel gebaren. Maar dus, zonder Spaans kan ik hier niets aanvangen, en de Nederlandse meisjes, die voorlopig fungeren als tolk en gids, en die trouwens echt supervriendelijk zijn, zijn op een na, het huis uit dit weekend. Nu heb ik van de achtergeblevene wel al een rondleiding gekregen door de stad hier, zodat ik maandag mijn school zou moeten vinden (haha, dat geloof ik zelf niet eens), weet waar de dichtsbijzijnde supermarkt is (ver genoeg om een taxi te nemen, zeker als je weet dat die maar 10 cordoba ofte 30 cent kosten), en de straat kan vinden waar alle buitenlanders gaan eten. Ik was helaas weer mijn fototoestel vergeten, dus zal ik morgen nog eens terug moeten, om al die vrolijke kleurtjes hier (waarom is niet elk huis in België zo vrolijk? Zo moeilijk is dat toch niet? Ik wil later een groen huis.) ook aan jullie te kunnen laten zien.

Waar ik mij vandaag over verbaasd heb (onder andere, want ik verbaas mij over veel, zo zijn paarden hier graatmager, fluiten alle mannen naar alle vrouwen, staat er op elke hoek van de straat een fruitverkoper met meeneemzakjes fruitsla (Marijntje!) en bestaat er niet zoiets als zwakke weggebruikers, maar een blog is geen boek, en dus ben ik beperkt in woordjes) is dat het 'huis' hier eigenlijk gewoon een verzameling van afdakken is. De kamers zijn uiteraard wel afgesloten (met boven de deur wel nog een heel stuk open, that is), maar de keuken bijvoorbeeld, is niet afgesloten en komt gewoon uit op een binnenplaatsje (met schommelstoelen en een hangmat, paradijselijk toch?). Douches en wc's zijn op datzelfde binnenplaatsje, onder een afdak, en met een houten muur errond. Alles is hier trouwens van hout, en/of aanverwanten (karton) wat maakt dat ik ook alles hoor. De skypegesprekken in de keuken, het Spaanse geratel van Flora tegen alles en iedereen die ze tegenkomt (zelfs tegen mensen die haar niet begrijpen, dus), de muziek van de wagens die -3 kamers verder- op straat voorbijrijden, en het minifanfaretje -1 trompet en 2 trommels, maar zeker processiewaardig!- dat daarstraks achter het huis-dat-dus-niet-echt-een-huis-is voorbijkwam. Gelukkig is het hier 's nachts behoorlijk rustig.

Oh ja, nog iets dat ik nu al geleerd heb is dat 2 maanden peanuts zijn. De meisjes hier zijn hier allemaal al een maand of twee en blijven nog tot januari. Ik moet echt zwijgen dus (al vind ik mezelf nog steeds dapper). Verder ga ik nog moeten leren om maaltijden te fabriceren van dingen die ik in de supermarkt vind en die verder gaan dan Aiki noodles-maar-dan-niet-van-Aiki, maar dat is voor na dit weekend, dat ik heb gebombardeerd tot lazy, jetlag-recovery-weekend. Ik heb al wel gehoord dat de dames hier elke avond samen eten, dus misschien kan ik dan gelijk wat oer-Hollandse (want Nicaraguaans eten doen ze enkel op maandag) cooking skills afkijken. Heb ik meteen nog iets meer bijgeleerd van dit tripje dan alleen Spaans.

Adios, Amigos! (ha, dat zijn al 5 woorden!)

L

Oh, en hier, wat foto's van de gemeenschappelijke delen hier:





19.10.13

Ik ben er geraakt!


Na een reis van een twintigtaluren ben ik dan toch uiteindelijk op bestemming geraakt. Gisterenochtend om half 7 stond ik in Zaventem, gisterenavond om 21u lokale tijd ben ik gearriveerd in Hostel La Mexicana in Granada. Een tripje om u tegen te zeggen, me dunkt. Het is hier nu ook nog maar 6 uur 's ochtends, maar door jetlaggerelateerde issues ben ik wakker (hoezee!), en dus dacht ik, ik stel het internet even op de hoogte van hoe mijn reis verlopen is.

Het begon goed, met het in mijn vuistje uitlachen van de beveiligingsmensen aan de gate. Die dachten namelijk dat ik, weet ik veel, drugssmokkelaar was of zo, en vonden het dus nodig om mijn handbagagerugzak geheel uit te laden. Heel funny, als die grote sterke beveiligingsbeer er dan als eerste een knuffelhondje uithaalt. Ik hoop dat ze zich heel erg schaamden, mij zo verdenken.

Het 'doen alsof ik een zeer volwassen mens ben dat elke week alleen naar Amerika trekt' is eigenlijk al misgelopen vanaf het begin van vlucht 1. Nu moet je weten, in dat vliegtuig had ik mijn eigen persoonlijk tv'tje. Glee! Disneyfilms! Musicals! New Girl! Enfin, ik heb geprobeerd om serieus te beginnen, ik dacht bon, 'Les Misérables', die heb ik nog niet gezien, ik waag me eraan. Maar na een uurtje ben ik dan toch overgeschakeld op 'Glee- the concert' en 'Tangled' (ja, Rapunzel, ja). Als klap op de vuurpijl kon ik dan ook nog eens (op datzelfde scherm, whooot) volgen waar we volgen op een heuse bewegende kaart. Wat ik dan ook gedaan heb. Elk kwartier ongeveer. Enfin, mijn buurvrouw heeft geprobeerd om zich volwassener voor te doen (Batman, bweurk), maar ik heb wel gespot dat ze meer op mijn scherm keek dan op dat van haar, de schelm.

10 uren dus, van gefascineerd staren naar dat kaartje, goeie zithoudingen zoeken en proberen in slaap te vallen voor mijn benen dat deden (hoe kunnen mensen 10 uur in dezelfde houding zitten? Ik snap dat niet), mijn dekentje proberen te rekken zodat én mijn handen, én mijn voeten eronder konden, en bovenal mijn best doen om niet te vaak naar de wc te moeten gaan, zodat ik Batman-buurvrouw niet te vaak moest storen.

Bon, daarna heb ik de Amerikaanse douane leren kennen, superfijn, het was net de Efteling, compleet met wachtrijen, melige muziekjes en een promofilmpje, dat ons toonde dat alle Atlantanen (Atlantaers, Atlantaisten) zielsgelukkig zijn. Echt ontroerend, ware het niet dat ik daar drie kwartier gestaan heb.

Blabla, nog een vluchtje blabla, uiteindelijk, om naar schatting 20u30 plaatselijke tijd aangekomen in Managua, vlot de douane door, vlot mijn rugzak afgehaald (nee, ok, het ding heeft 3 keer moeten passeren voor ik -al compleet in paniek- het herkende), en vlot naar de uitgang, alwaar mijn vriend Donaldo me stond op te wachten, met een overlevingspakketje met extra info (o.a. 'waar koop je best een gsm', net wat ik nodig heb, want dat ding van mij werkt hier niet). Donaldo heeft me dan naar hier gebracht, een rit van een dik half uur denk ik, waarin we toch een conversatie van een paar zinnen gevoerd hebben. Kan aan mij liggen, mijn Engels is niet meer zo denderend na zo'n lange dag, heb ik gemerkt. En misschien ook omdat ik in slaap ben gevallen in de auto, dat kan ook.

Hostel La Mexicana, waar Donaldo mij gedropt heeft, is iets fijns. Ik heb hier kamer 0, en met mij zitten hier nog 6 andere meisjes, die, na een beetje Spaans geratel in het begin (oh help), gelukkig toch Nederlands bleken te zijn. En die, heel vriendelijk, mij nog eens hebben meegenomen voor een kleine rondleiding, aangezien die van Flora, lady of the house, in het Spaans was, en ik daar dus geen knijt van verstaan heb.

Vandaag trek ik naar Granada, de huisgenootjes gaan vandaag een vulkaan beklimmen in Leon, maar ik heb gepast, omdat dat vroeg vertrekken was, en dan slaap ik liever dadelijk nog wat verder, want maandag moet ik naar school!

Sorry voor de lengte, maar het was dan ook een lange dag, ah ja!

Tot de volgende!
L

17.10.13

't Is van da!

Mannen, 't is echt zover nu. 2 maanden rust in Lier, 2 maanden complete stilte in het linkerdeel van de 2e verdieping van onze Sint-Gummarusstraatresidentie, 2 maanden puur genot voor wie een hekel aan mij heeft en mij iets te vaak ziet naar zijn/haar goesting en 2 maanden van gsm-stilte voor wie door mij gewoonlijk gestalkt wordt. Maar ook 2 maanden van schrijnend verdriet voor wie mij graag ziet, 2 maanden van ongezonde verveling voor wie met mij optrekt en 2 maanden van keihard aftellen voor wie mij gaat missen.

Ik vertrek over een kleine 8 uurtjes richting Zaventem, je weet wel, voor dat grootse plan waarover ik al maanden niet kan zwijgen, en waarvoor ik al weken loop te zenuwpezen. Die zenuwen zijn trouwens aanweziger dan ooit. Echt, geef mij premières, examens, allemaal op dezelfde dag desnoods, zenuwachtiger dan dit zal ik nooit zijn (denk ik). Haha, ik ga met het vliegtuig. Met overstappen en al. 16 uur. Alleen. Haha. Hahaha. Hahahahaha. Nee, serieus, niemand, maar dan ook niemand zou het ooit in zijn hoofd halen om mij alleen op een vliegtuig te zetten. Behalve ikzelf dus, blijkbaar. Of ik het overleef? Dat horen jullie dan wel. Of ik de rest van mijn avontuur overleef? 't Is te hopen, maar ik vermoed van wel. En ook dat horen jullie nog wel.

Ik hou het voorlopig kort, ik heb jullie ten slotte al genoeg lastiggevallen met mijn verhaaltjes. Van zodra ik aankom ga ik op zoek naar internet, om dat patroon verder te zetten. Ik heb er heel veel zin in, duim voor mij!

Tot snel!
L

10.10.13

Hoogdag!

Hang de vlaggen uit! Zet de cava koud! Steek de kaarsen aan! Er zit een hoogdag aan te komen! Nee, ik heb het nog niet over Kerst (hoewel, daar mag ik mij toch ook stilletjesaan op beginnen verheugen, me dunkt), en het gaat ook niet over Sinterklaas (maar ik ga wel binnenkort beginnen aan mijn brief). De hoogdag die er zit aan te komen is niet universeel, zelfs niet nationaal, maar enkel en alleen voor Lierenaars (van mij mogen niet-Lierenaars gerust mee komen vieren, maar ik weet niet of ze daar echt behoefte aan hebben). Want hoera, wij zijn een gezellige stad! En hoera, wij hebben een zotte patroonheilige! En hoera, een zilveren schrijn! Confetti!

Nu zondag trekt dé Sint-Gummarusprocessie door Lier. Priesters onder een afdakje, van die rookverspreiders waarvan je de stank maar 2 keer per jaar kan verdragen, gehandhaafd door misdienaars waarvan je niet wist dat ze nog bestonden, witgehandschoende mannen in pak die als boskabouters met lantaarntjes rondlopen en nog meer mannen in kostuum die -met 3 per vlag, nota bene- enkele reusachtige vlaggen proberen recht te houden, ten minste, een man draagt de vlag, de andere 2 houden de flosjkes vast en hopen dat het snel hun beurt wordt om te bewijzen dat ze sterk genoeg zijn om een vlag recht te houden. Verder zijn er de harmonieën (2? 3? 4?) die elk hun kenmerkende processieliederen spelen, en zo het tempo van heel de stoet bepalen (en da's traag, geloof mij, ik heb meegelopen), en waarvan een beetje Lierenaar elke noot kan meezingen en/of -roffelen. Daartussen lopen dan nog eens alle verenigingen van Lier. Enfin, die verenigingen die genoeg leden enthousiast krijgen. Een sliert van troepjes hemden, truien, shorts en rokken in alle kleuren van de regenboog, want uiteraard vraagt de verenigingstrots dat iedereen zijn uniform aantrekt. Sjaaltjes geknoopt, benen bloot, petjes on top.

Uiteraard mag ik ook het belangrijkste niet vergeten, het 'zilveren reliekschrijn van Sint-Gummarus' (niet mijn woorden), dat door nog een ander legertje mannen (de processie is de manier om je te bewijzen als echte Lierse vent, zo blijkt) wordt rondgedragen. Dat zilveren geval weegt naar 't schijnt meer dan 800 kilo en ik weet niet hoeveel overblijfselen van/herinneringen aan onze dierbare patroonheilige er juist in zitten, maar dat het er te weinig zijn om samen 800 kilo te wegen, dat weet ik wel. Stop die spullen in een schoendoos, spuit ze zilver en minstens 16 mannenschouders worden gespaard, maar hé, dan zou de blikvanger van de processie niet zo blikvangerig meer zijn. Onze Goemmer heeft ook zijn jaarlijkse portie aandacht nodig.

Nee, ik ben niet de katholiekste persoon die er in Lier rondloopt. Ik vind zondag dan ook niet persé een topdag omdat ik die Gummarus zo'n toffe pee vind (hoewel die mens wel echt grave dingen heeft gedaan, volgens de legendes die we op school allemaal door onze strot geramd kregen), maar ik vier wel mee, omdat (minstens) 75% van (het centrum van) Lier op hetzelfde moment op straat staat, hangt, zit of wandelt. En omdat dat echt het toppunt van gezelligheid is. Er hangen vlaggen aan het raam van elke waardige Lierenaar, er ligt een massa confetti op straat (confetti waarvoor veel kinderen, grootouders en andere zotten een jaar lang hun snippers, kranten en perforatieafval opsparen), er vliegen snippers door de lucht (ik pleit schuldig), alle auto's op de route worden weggesleept (ik als rijbewijsloze mag daar voorlopig nog mee lachen), en een hele ochtend is er niets anders te horen dan klokgelui en de harmonieën, die zich onder begeleiding van hun eigen marsmuziek naar de vertrekplaats begeven.

Ja, ik kijk uit naar deze zondag, die we beginnen met een gezellig aperitiefje, waarna we nog gezelliger confetti gaan strooien, waarna we ons op ons gezelligst op de stoep installeren, klaar om te zwaaien naar (of te lachen met) bekenden, om ons luidop en voor de zoveelste keer af te vragen wie er bepaalt welke pastoor er onder het afdakje mag lopen, om net als elk jaar onze adem in te houden als een vlag of kist wisselt van drager, om sjaals en handen voor de neus te houden bij de wierookpassage, om elke keer opnieuw te proberen om mensen aan het lachen te maken, en om te zwaaien naar de kist van Sint-Gummarus, onze patroonheilige, die er toch maar weer voor zorgt dat wij zo'n gezellige dag hebben.


Tot zondag, Lier, stad naar mijn hart!
L

8.10.13

Ik wil lezen!


Ik ben naarstig op zoek. Ja, ik ben constant op zoek, naar een lief, naar mijn gsm, naar mijn sleutels, naar eten, naar geld... En sinds vandaag ook naar iets nieuws. Ik ben op zoek naar boeken. Ik vind namelijk van mezelf (en anderen zouden dat van mij tegenwoordig ook vinden) dat ik te weinig lees tegenwoordig. Zeker in vergelijking met vroeger, toen ik een soort van Vlaamse Matilda was. Ik las voor ik in het eerste leerjaar zat (ik zeg altijd dat ik mezelf heb leren lezen omdat mijn ouders mij niet wilden voorlezen, omdat dat leuk klinkt, maar dat kan ook niet waar zijn), en ik ben daar tot na Harry Potter niet mee gestopt.

Zo komt het dus dat ik de kinderafdelingen van maar liefst twee bibliotheken heb uitgelezen. Eerst die van Lier, omdat die nu eenmaal om de hoek ligt. Ik had er mijn eigen bibkaart voor ik fatsoenlijk mijn eigen naam kon schrijven (zo getuige de 'handtekening' erop) en ik vond blindelings de weg  naar elk Marc De Bel-boek (als je binnenkomt meteen naar rechts, helemaal tot het einde, niet de deur door, want dan kom je aan de liften die leiden naar de kantoren, maar voor de deur, het rek aan je rechterkant, eerder onderaan in het midden) of naar Beckman (links van de bewuste deur, aan de andere kant van het rek waarin de informatieve jeugdboeken stonden) of Dahl (2 schabben boven De Bel). Jammer dat er nu gereorganiseerd is, nu vind ik niets meer terug in mijn allerfavorietste afdeling. Niet dat ik daar nu nog iets te zoeken heb, maar toch...

Later ontdekte ik ook de bibliotheek van Pulle, waar wij onze zomers doorbrachten (in Pulle, niet in de bib). Nu, Pulle is geen wereldstad. Pulle is zelfs geen stad. Pulle is bossen, een occasioneel huisje, en af en toe een beetje asfalt. En in een van die huisjes heeft er een oud mevrouwtje een bibliotheek geopend (enfin, zo denk ik dat het gegaan is ;-), ik ben er nu ook al een jaar of 6 niet meer geweest, dus misschien ben ik niet helemaal meer mee). De bibliotheek bestaat uit een grote kamer waarvan de wanden bekleed zijn met boekenrekken met dan in het midden nog een boekenkast of 2. Dan is er nog een bureautje waarachter op 2 avonden van de week (want vaker was dat ding niet open) een dametje zit dat heel graag praat en dat handmatig op onze (kartonnen) bibliotheekkaarten invulde welke boeken we meenamen en wanneer ze die terug moest hebben (niet dat dat nu een probleem was als dat te laat was, want aangezien ik daar periodes haar trouwste (en enige) klant was waren wij goede vrienden).

Bon, ik dwaal af. Ik ben dus op zoek naar boeken, want zo veel boeken ik vroeger las, zo weinig lees ik er nu, en da's spijtig. Ik ben eigenlijk nooit fatsoenlijk overgeschakeld geraakt op de zogenaamde 'volwassen' boeken. Chicklits? Ja. Al de rest? Moeilijk, want daar moet ik iets meer moeite voor doen. Wie geeft mij de ultieme tip waardoor dat boekenvirus terugkeert maar dan in zijn volwassen vorm? Ik zou wel willen zeggen wat ik graag lees, en wat mijn stijl is, maar het punt is, dat ik kan zeggen wat ik wil, maar meestal vind ik een boek gewoon opeens goed, tegen al mijn verwachtingen in. Zo was mijn favoriete boek vroeger 'Een viool voor Shana'. Ik hield van Hollandse boeken, veel fantasie, Boeboeks en paarden, veel paarden. Dat boek ging over een indianenmeisje dat viool leerde spelen en vriendschap sloot met een wolf. Niet Hollands, zonder mythische wezens, al helemaal zonder Boeboeks en zonder een enkel paard. Maar wél mijn lievelingsboek (naast alle Marc De Bel's dan, die zijn onverslaanbaar). Dus wie een suggestie heeft voor een boek dat ik gewoon goed ga vinden, waar ik in ga verdrinken, dat ik op een paar dagen uit ga hebben, maar waar ik toch nog een paar weken in kan blijven zitten, help me out, want ik wil lezen! 

Thanks!
L

Noot: Wie ooit in zijn leven nog vastzit omdat-ie een cadeau voor mij moet/wil kopen: Een boek is altijd een goed idee. Een heel goed idee. Want boeken hebben is zo mogelijk nog beter dan schoenen hebben. Echt. (En wie mij de bundel met 'Alle verhalen van Astrid Lindgren' kan bezorgen krijgt een nooit geziene dankbaarheid in ruil.)

5.10.13

5000!

Hoera! Ik heb weer een reden gevonden voor een uitgebreide, emotionele speech! Want ik, allez, dit stekkie hier, heb/heeft vannacht de 5000 'views' overschreden! En ja, de helft komt van spamsites, en een ander overgroot deel is waarschijnlijk van mensen die er per ongeluk op geklikt hebben, maar wat er dan nog overblijft is nog steeds meer dan de mensen die gewoon verplicht zijn om mij te lezen (mama dus), dus ja, er zijn mensen die mij vrijwillig lezen, meer bevestiging heb ik niet nodig (maar mag altijd).

Het feit dat ik mensen een beetje kan entertainen (toch een tweetal minuten per bericht, nee?) terwijl ik zelf -hoogstwaarschijnlijk in pyjama- achter mijn computer zit met een tas koffie (en vandaag ook een boke confituur, ik offer met plezier mijn ontbijttijd op voor jullie), da's toch bangelijk? Er zijn trouwens ook mensen die dat als job doen, veel zelfs, dus als iemand mij hiervoor wil betalen, dat mag gerust hoor! Bon, nee, mopje (allez nee, als ge echt wilt, ik ga u niet tegenhouden), ik ging hier een Oscarwaardige speech neerpoten.

5000. Da's heel veel hé. Niet als ge het gaat bekijken per week of zo, dan is het ineens niet meer zo veel, maar gewoon, 5000, in zijn geheel, da's ni mis, zeg ik dan. Dat, ik zeg maar iets, hln.be een gemiddelde heeft van 5,8 miljoen views per dag, ga ik naast mij neerleggen. En daarbij, die mensen worden betaald. En die zijn met meer dan ik alleen. En die bestaan ook al langer. Dus ik ben al blij met die 5000 bij mij. Want da's al veel. Al mag het ook ietsje meer zijn (ik zou ook perfect bij een beenhouwer kunnen werken, me dunkt), want dat vindt mijn ego leuk. En als mijn ego iets leuk vindt dan word ik vrolijk, en hoe vrolijker ik ben, hoe meer zin ik heb om onzin te delen, een win-winsituatie dus, dus blijven klikken (en lezen ook, liefst) is de boodschap.

Bon, wat zit er zo naast reclame nog in een Oscarwaardige speech? Mijn favoriete deel, uiteraard: de bedankjes! Bedankt dus, computertje van me, om het zo met mij en mijn tokkelende vingers uit te houden. Bedankt ook, internet, om mijn onzin zo toegankelijk te maken (en bedankt mama en papa, om mijn internet zo toegankelijk te maken -lees: te betalen). Bedankt zetel, om een ideale schrijfplek te zijn, en bedankt bed, voor hetzelfde, maar dan op horizontale momenten. Bedankt rare snuiters, mooie muziekjes en toevallige situaties voor de inspiratie. Bedankt ook mezelf, en mijn eigen onhandigheid, voor het creëren van een soort van uitlachtv, maar dan geschreven, voor mezelf. Bedankt aan wie in het non-digitale leven niet naar mijn onzin wil luisteren, zodat ik wel verplicht ben om het hier neer te poten. En bedankt jullie, 5000 viewers (minus spam), om mijn ego zo te strelen, het is hier leuk, achter mijn computer, in mijn pyjama, met mijn tas koffie, en dat is jullie verdienste. Want als niemand dit zou lezen, zou ik gestopt zijn met bloggen na mijn eerste post (die trouwens over enkele sokken ging, ter uwer info), en nooit meer gestopt met huilen. Ik zou ook nog God en mijn mama en zo kunnen bedanken omdat ik besta, maar bon ja, die weten dat wel denk ik, dat ik daar blij om ben.

Wie mij een cadeautje wil geven om mij te feliciteren -pralines en bloemen zijn gebruikelijk, maar ook originele cadeaus (geldsommen, pony's,...) zijn welkom- kan trouwens gewoon aanbellen, ik ben thuis, want ik heb toch niets anders te doen dan in pyjama, met een tas koffie voor mijn computer zitten. Tenzij ik ergens anders inspiratie aan het opdoen ben natuurlijk, om jullie optimaal te kunnen entertainen. Steek het dan maar in de bus. In het geval van een pony moet je er misschien wel even bij blijven tot ik terug ben.

Op naar de 5,8 miljoen/dag!
L

#nmbSocial, hoera!

Ik heb vandaag mijn eerste #nmbSocial berichtje gelezen. Een wildvreemde heeft mij een fijn weekend toegewenst. Handgeschreven. Op een krantje. Daar word ik echt heel blij van. Voor wie niet pendelt, twittert en/of het (goed-)nieuws niet volgt, #nmbSocial is een actie die in het begin van deze week gelanceerd is door iemand die zich op twitter 'stationschef' noemt en die voor dit idee voor mijn part een standbeeld en een leven lang elke dag een gratis fles cava en een bos rode rozen mag krijgen. Het hele verhaal kan je in zijn eigen gastblog lezen.

Het komt er dus op neer dat vrolijke mensen boodschappen achterlaten voor andere -mogelijks niet zo vrolijke- mensen. Een kolfje naar mijn hand dus, want ik, die graag vrolijk ben en nog gragerder andere mensen vrolijk maakt, én die graag schrijft, het liefst dan nog met de hand, ben de geknipte persoon voor het sturen van willekeurige berichten naar willekeurige vreemden. Jammer wel dat ik, eens ik van de trend gehoord had nog een dag moest wachten voor ik eindelijk de trein kon nemen, want ja, voor dit soort acties sta ik te springen. Ik kan je wel verzekeren dat gedurende heel die dag de absurdste ideeën door mijn hoofd vlogen, inclusief ideeën voor kleine stripverhaaltjes en hele biografieën. Spijtig dat ik daarbij geen rekening hield met de beperkte beschikbare tijd (een treinrit, for God's sake, dan moet het al een biografie van een eendagsvlieg die vroegtijdig sterft zijn) en het feit dat ik niets kan tekenen. Behalve een schaap. En een stripverhaal met alleen een schaap (dat overigens ook maar één gezichtsuitdrukking kent) is niet erg boeiend, lijkt me. Dus ik heb besloten het op korte, simpele tekstkunstwerkjes (haha, kunst, jaja) te houden.

Sindsdien heb ik al 2 keer iets achtergelaten op de trein, in de hoop daarmee een glimlach op iemands gezicht te toveren, al was het dan maar door mijn miserabele dichtkunsten, of de scheve hartjes onder mijn uitroeptekens.


Ik hoop, hoop, hoop ten zeerste dat iemand mijn berichtjes gelezen heeft, en ik beloof, beloof, beloof dat ik ga blijven #nmbSocial'en. Voor altijd. Want dat is leuker dan mijn basistreinactiviteiten, die bestaan uit 'mensen kijken' en 'mezelf zo veel mogelijk plaats toe-eigenen met niet meer dan een vuile blik'.  Dankjewel, Stationschef, voor het leuke idee, ik ga dat in leven houden. Wel alleen als ik vrolijk ben, kwestie van de sfeer wat op te houden, en als ik een balpen bij heb, natuurlijk.

Met de L van SociaL,
L

1.10.13

De Rechtzetting



Een kleine rechtzetting (voor de mensen die verontwaardigd waren niet op de hoogte te zijn)/teleurstelling (voor de mensen die dachten dat mijn tijd eindelijk was aangebroken)/geruststelling (voor zij die nog werken aan hun huwelijksaanzoek aan mijn adres) is wel op zijn plaats denk ik, want zelfs ik ben vanavond een beetje geschrokken. Ik ben een beetje geschrokken van hoe 1 berichtje op mijn facebook, dat niet eens van mezelf kwam, nota bene, verschillende mensen kan doen geloven dat ik, Lotte Vercammen, al eeuwen vrijgezellig, opeens van straat zou zijn. Wauw, jongens. Alsof ik dat niet zelf luid en duidelijk zou verkondigen. Alsof ik niet luidkeels zingend door de straten zou gaan. Alsof ik niet hand in hand met het lief in kwestie door het land zou huppelen. Alsof ik niet bij iedereen die ik ken (en zelfs iedereen die ik niet ken) zou gaan bellen om te verkondigen dat ik verliefd ben. Alsof ik hier niet heelder liefdesbrieven zou posten, als het dan eindelijk echt zover was.

Aldus, lieve mensen, geloof niet alles wat op facebook verschijnt, want mijn vrienden en ik, wij houden van een mopje van tijd tot tijd. Dus nee ik ben nog steeds niet van straat (ik heb altijd al graag op straat gespeeld, trouwens), en ja, lieve aanbidders, ik ben nog steeds beschikbaar (call me). Oh, en trouwens, aan mogelijke huwelijkskandidaten: Al het voorgaande is optioneel. Ik kan ook iets subtieler zijn (denk ik). Als in: heel stilletjes verkondigen dat ik verliefd ben, enkel zingen in mijn hoofd (of toch tenminste binnenskamers), en opkomende huppeltjes onderdrukken. Ik garandeer wel niet dat ik het 'stralen, lachen en over niets anders meer kunnen praten'-syndroom zal kunnen voorkomen, maar laat u dat vooral niet tegenhouden.

Concreet, samengevat, alles bij elkaar: Ik heb geen lief, ik ben zo beschikbaar als maar zijn kan, en ja, zij die het moeten weten zullen het wel merken als ik ooit verliefd ben. Beloofd. Geheimen bewaren is nooit mijn sterkste kant geweest. En als ik het dan toch op het internet wil zwieren, ik ben ten slotte kind van mijn tijd,  dochter van een ICT-coördinator en zus van een computergenie, zal dat dan toch niet op zo'n oncryptische, onoriginele manier zijn. Want wie dat van mij verwacht, kent mij duidelijk nog niet goed genoeg.

Vrij als een vogeltje,
L