Ik kan beginnen met klagen over het gebrek aan wifi, de schaarse uren waarop er warm water was, het snurken van kamergenoten of de vele hardhandige porren die ik heb moeten incasseren, maar dat valt in het niets bij al het andere moois. Ik zou dan kunnen schrijven over het prachtige landelijke Zedelgem, waar er elke avond meer sterren te zien zijn dan in Lier en Antwerpen samen op een hele week, over het mooie kasteel waar we verbleven, over de koeien aan de ene kant en de schapen aan de andere, over het gezellige bos dat bij het domein hoorde, over de wespjes die zo lieflijk zoemden naast of op onze vieruurtjes, of over de vriendelijke postbode die ons elke dag bergen post bracht, maar dat is, hoewel prachtig, echt niet het mooiste geweest aan deze week.
Ik heb het al heel vaak proberen uit te leggen aan mensen, waarom ik zo vaak (en toch nog niet zo vaak als ik zou willen) in Sint-Niklaas zit, waarom ik vrijwillig een week meega met zo'n bende en waarom ik na elk kamp een week met een lip tot op de grond loop, maar ik heb mij er al een beetje bij neergelegd dat het eigenlijk onbegrijpelijk is voor wie het niet meegemaakt heeft. Maar toch wil ik heel graag nog eens een poging doen.
De grote kracht van jto is volgens mij gewoon het groepsgevoel. In de lessen (waarin elke groep een meer dan geweldig toonmoment heeft ineengestoken), in de verschillende afwasfamilies, waarvan sommige 'mama's' zelfs een moederdagcadeautje hebben gekregen van hun kroost en/of 'papa', en nog meer in de hele groep samen. Groot helpt klein, klein vertedert groot, niet-heimwee'ers troosten zij die er wel last van hebben, en geblesseerden worden simpelweg en zonder het te vragen overal rondgedragen. (Onbaatzuchtige) massages vliegen je rond de oren, knuffels krijg je voldoende om een heel jaar mee voort te kunnen, en de 'stagebooks' die aan de muur hangen ter vervanging van facebook staan vol met allerlei liefs (en minder lieve mopjes, maar ok, daar kan ik mee leven). Wie een beetje down is, wordt getroost, wie stress heeft wordt gerustgesteld en wie gewoon gelukkig is vindt lotgenoten genoeg om dat mee te delen.
Het aller- allermooiste aan zo'n kampen, maar dat merk je pas na een tijd, zijn de fantastische vriendschappen die je eraan overhoudt. Ik ben, buiten mijn jto-weken, in mijn leven al op heel veel kampen gedaan, maar van alle mensen die ik daar leerde kennen heb ik nog contact met amper twee personen. Een wereld van verschil. Ik kan het hele jto-gegeven niet meer wegdenken uit mijn leven, want er zou maar zielig weinig overblijven. Dus vandaar, uit de grond van mijn hart, merci, merci, merci, aan iedereen die deel uitmaakt van mijn jto-geschiedenis. Als ik het op een enorm melige manier moest zeggen, met een lied uiteraard, zou het zo klinken:
Ik ben wie ik ben vandaag omdat jij er wasZo, en vergeef mij alsjeblieft mijn zeemzoeterigheid, ik kom net terug van een week vol liefde en ik ben kapot van een teveel aan kinderenergie en een tekort aan slaap. Ik heb het mezelf al vergeven, dus het zou fijn zijn als jullie dat ook doen.
Een komeet die uit zijn baan raakt, door de kracht van een ster
Een rivier verlegt zijn bedding door die ene steen
En ik weet: ik ben voor altijd veranderd
Voor goed veranderd
Dat komt door jou alleen
Peace,
L