21.1.14

Lieve werkgevers.

Lieve werkgevers,
Ik ben op zoek naar jullie. En jullie vast ook naar mij, al beseffen jullie dat blijkbaar niet echt. Wie wil er nu geen jonge, vrolijke, hardwerkende werkkracht als ik? Jullie blijkbaar. Al ga ik er eerder vanuit dat jullie mij wel willen, maar even over het hoofd hebben gezien, dat is het, toch? Even over het hoofd gezien, maar morgen lezen jullie mijn mail, en dan denken jullie 'verdraaid, dat is nu toch net wat we nodig hebben zeker, kom maar bij ons werken, meisje!'. En dan sturen jullie mij een mail terug, ja toch? En dan ga ik gelukkig zijn, en dan kom ik voor jullie allemaal tegelijk werken, want zo hardwerkend ben ik.

Lieve werkgevers,
Nee, ik heb geen ervaring. Of toch niet de ervaring die jullie zoeken. Maar als jullie mij nu eens de kans zouden geven om die ervaring op te bouwen, zou dat niet fantastisch zijn? Nee, ik weet niet hoe het er in de echte harde werkwereld aan toe gaat, maar is dat dan ook niet positief? Dat ik nog geen andere, misschien voor jullie foute, gewoontes heb? Dat ik er niet op sta om elke dag sloten gratis koffie te krijgen -al zou dat fijn zijn-, dat ik niet kan vinden dat het op een ander beter is, dat ik nog geen vriendjes heb bij de concurrentie? Dat lijkt mij wel leuk, zo. Daar komt dan nog eens bij dat ik gigantisch snel bijleer, en als jullie het me niet willen leren, wees gerust, ik google wel wat ik moet weten, want zo zelfstandig ben ik.

Lieve werkgevers,
Ik zit niet graag thuis. Echt niet. Hier thuis moet ik koken, strijken en opruimen, en daar heb ik niet voor gestudeerd. Dus ik vraag niet veel, ik ben snel gelukkig. Het enige dat ik wil is iets doen dat een klein beetje aanleunt bij wat ik gestudeerd heb voor een klein beetje geld. Ik ben nog niet zo lang aan het zoeken, maar laat dat jullie niet tegenhouden. Want hoe langer jullie wachten hoe groter het risico dat mijn creatieve geest afgestompt raakt door al dat huishoudelijk werk, dat ik zo niet graag doe, of -en echt, dat willen jullie niet- dat jullie mij kwijtspelen aan de concurrentie, want zo tof ben ik.

Lieve werkgevers,
De komende 6 maanden ben ik nog vrij, grijp jullie kans.

Met vriendelijke groet, en tot op het sollicitatiegesprek!
L

13.1.14

Productiviteit om zeven

Maandagochtend, 6u55. Ik zit tegen de verwarming een beetje te verkleumen, want nee, ons huis is nog niet volledig verwarmd, zo vroeg in de ochtend. Mijn koffie is bijna klaar, en mijn ontbijtje staat naast mijn laptop. Het zou het begin kunnen zijn van een prachtige werkdag, ware het niet dat ik nog steeds werkloos ben. Er bevinden zich 4 mensen hier in huis op dit moment, waarvan er 3 moeten werken. 1 mensje wakker op dit vroege uur, en oh, verrassing verrassing, het is niet een van de 3 werkenden. Maar ik dacht 'ach, mijn blog wordt tegenwoordig weer alleen nog maar door spamcomputers bezocht, het is tijd dat ik nog eens iets schrijf, laat ik er een wekker voor zetten.' Niet waar. Ik dacht ook niet 'oh, laat ik even de ontbijttafel gaan klaarzetten voor mijn arme werkende huisgenoten', want dat is amper de moeite, omdat zij klaarblijkelijk niet vroeg genoeg opstaan om nog uitgebreid te kunnen ontbijten. Nee, ik dacht helemaal niets (behalve misschien een paar onbeleefde uitingen van frustratie, maar die mag ik niet publiceren), maar mijn lichaam dacht 'hey, anders worden we om half 7 wakker, kunnen we optimaal genieten van de dag, nee nee, niet terug die ogen dicht, we staan oooo-hoooooop!'. En wie ben ik om mijn lichaam iets te weigeren.

Daardoor heb ik naast wallen, een klein slaaptekortje en een ochtendhumeur wél heel lang de tijd om het allerbeste uit deze ongetwijfeld prachtige maandagochtend (staat er een straf op het gebruiken van 'prachtig' en 'maandagochtend' als een woordgroep? Publieke schandpaal? Steniging?) te halen. Daarbij komt dat ik, om 7 uur 's ochtends godbetert, het vervelendste klusje van de dag al achter de rug heb. Sorry aan allen die dit lezen voor ze zelf zo productief geweest zijn, maar ik heb net al de randjes van mijn kaas gesneden, en dat is toch zonder twijfel een van de vervelendste momenten van een ochtend (enfin, van de ochtenden dat ik kaas eet. Dat gebeurt niet vaak, want heel vaak wint mijn randjeshaat het van de goesting in kaas). Wat een voldoening, wat een productiviteit. Als dat zich doortrekt in de rest van de dag heb ik vanavond cadeaus gecreëerd voor iedereen die bijna jarig is, is mijn kamer spik en span, en heb ik het bureaublad van mijn laptop uitgemest en geordend. Want ook die vallen net als de randjes van de kaas snijden onder de noemer 'vreselijk om aan te beginnen, oh zo fijn om gedaan te hebben, en de voldoening is van belachelijk korte duur'. Want net zoals mijn kaas over 5 minuten op zal zijn, verjaren er na de mensen die bijna verjaren (waar ik overigens bijhoor, ik zeg het maar) nog andere mensen, is mijn kamer nooit langer dan een etmaal spik en span, en kan een bureaublad nog geen half uur geordend blijven.

Zo, mijn ochtendhumeur is gepubliceerd, mijn koffie is koud, en mijn boterham met kaas (en confituur, want dubbel beleg mag, zo vroeg in de ochtend) is op.

GOEIEMORGEN!!!
L

Noot: Voor elke 'ochtend' kan naar believen een heel onbeleefd woord toegevoegd worden dat begint met een f en eindigt op ucking. Voor wie daar nood aan heeft.

5.1.14

The sound of tradition

Ja, we hebben er lang op moeten wachten, maar vandaag was hij er eigenlijk. De zekerheid in duistere kerstperiodes, de baken in een zee van home alone's en madagascar's. Vanavond was het eindelijk weer de Sound of Music op tv. Zo vaak gespeeld dat hij indien niet digitaal grijsgedraaid zou zijn, zo vaak meegezongen dat de liedjes erfgoed zijn (en daarmee bedoel ik: vanbuiten, in 2 talen, maar misschien is dat er lichtjes over), en voor mezelf: zo vaak gekeken dat ik mij in de loop der jaren al met bijna elk personage verbonden heb gevoeld. Want dat soort film is het dan ook wel. Er zijn zo veel personages, dat ieder er zichzelf wel in terugvindt. En ik ben dan zo wispelturig dat ik mezelf in ieder personage terugvind. Ideale combinatie zijn we vanavond, mijn film en ik.
 
Heel vroeger was ik Brigitta. Altijd. Want Brigitta liep altijd met een boek rond, net als ik, kwam te laat, net als ik, en ja, had de mooiste solozinnetjes, net als, u raadt het al, ik. Die fase heeft lang geduurd, maar is natuurlijk niet eeuwig (want ik zit nu bijvoorbeeld niet meer in het schoolkoor, en dus krijg ik ook geen solo's meer). Nog vroeger ben ik natuurlijk ook wel Gretl geweest. Ik kon namelijk ook niet fietsen, had (ok, heb) af en toe ook een pijne vinger, en ik was (ok, ben) onnoemelijk schattig. Ook met de kinderen in het algemeen waren, en zijn, er ontelbare raakpunten. Ik ben even bang geweest van onweer, maar ben daar snel mee gestopt, toen bleek dat er niemand met mij wilde zingen over rozen en witte jurkjes, ik kon vroeger ook geen notennamen, maar heb ze dan uiteindelijk wel geleerd, zij het dan op een iets conventionelere manier, en ik heb een periode gehad (ja, daar zijn soms nog stuiptrekkingen van waar te nemen) waarin ik enkel huppelde.

Maar uiteraard, lijk ik het allervaakst op het hoofdpersonage, ik mag bijna zeggen dat ik een soort van tweede Maria ben. Ik heb ook veel in de bergen gewandeld (ok, verplicht en tegen mijn zin, want ik mocht niet lopen, huppelen of dansen wegens te gevaarlijk/onhandig, maar toch), als ik begin gitaar te spelen laat ik het vaak ook na een paar noten over aan de geluidsband, en mijn gezaghebbers op school hebben ongetwijfeld ook liederen gezongen over mijn -onschuldige- onhandelbaarheid. En weten jullie nog, de scène waarin Maria danst met de kapitein en opeens knalrood wordt en al? Mogelijks had ik iets soortgelijk voor met een wel heel knappe Zweed in een Nicaraguaanse bar. Met dat verschil dat Maria niet gedronken had en de naam van haar kapitein wel weet, maar oh well, de grote lijnen zijn er.

En als klap op de vuurpijl, zeg nu zelf, de levensfase waar ik me nu bevind is toch exact de situatie die Maria doormaakt op haar trip van het klooster naar de kapitein? Noodgedwongen een einde gemaakt aan een plezierreisje, onderweg naar de job van haar leven, waar ze ook de man van haar leven zal ontmoeten, en onderweg irriteert ze iedereen die ze tegenkomt door overmatig zingen en dansen. Exact wat ik nu doe, zeg ik u.

 The lord, who- of whatever dat dan mag zijn, heeft een ferme poort dichtgeslagen, al zal ik die poort naar het verder nog onbekende Latijns-Amerika nog wel eens terug openstampen, eens ik weer wat geld heb, maar ergens, zo zegt Maria, heeft hij dus ook een raam opengezet. Laat ons hopen dat dat een raam van mijn formaat is, en dat ik het snel vind. En dat het niet te hoog boven de grond zit, want dan geraak ik er zeker ook niet bij, met mijn bescheiden lengte. En dat ik misschien ook wat hulp krijg van een moeder Overste, want zeg nu zelf, Maria heeft nu niet bepaald hard moeten zoeken naar haar raam, dat dan ook nog eens de grootte van een uit de kluiten gewassen terrasdeur heeft.

Ik ga op zoek naar mijn eigen, wijd openstaand raam, waar ongetwijfeld ook al een straaltje zomerzon door komt piepen.
L

Noot:
Ik ben heel blij dat ik me nog niet heb kunnen vergelijken met de barones, die in heel de film niets meer of niets minder dan awkward is, of met nonkel max, die vreselijk irritant en pushy is of met douchebag-avant-la-lettre (of moet ik telegram zeggen, woeha!) Rolf. En ook niet met Liesl. Ik zou nooit langs een regenpijp op een balkon geraken.