30.12.14

Terugblikken, voornemens, alcohol

Ah, de jaarovergang! Traditiegetrouw het ideale moment voor terugblikken, voornemens en heel veel alcohol, drie dingen waar ik van hou, en drie dingen die ik dus ook niet aan mij laat voorbijgaan, of wat had je dan gedacht. Het laatste puntje spaar ik op tot woensdag, de rest, daar mogen jullie nu al van meegenieten, want gedeelde pret is dubbele pret en gedeelde smart is halve smart.

Ik zou jullie nu jaloers kunnen maken met wat ik allemaal gepresteerd heb in 2014, maar ik wil jullie niet ontmoedigen door al jullie voornemens voor het komende jaar nu al af te strepen, dus laat ik dat maar niet doen. Wel? Ok dan, omdat ik voel dat er aangedrongen wordt: Ik heb werk gevonden. Ik ben naar het buitenland verhuisd. Ik ben sportiever geworden. Ik ben veel kilo's kwijtgeraakt on the way. Ik ben best gelukkig. En daarmee heb ik 90% van de universele nieuwjaarsvoornemens ingelost en kan ik op zoek naar een origineler antwoord op de vraag "en, wat mag ik u wensen in 2015?".

Naast die ingrijpende levensveranderingen die zich eigenlijk gewoon aandienden en niet eens de hoogtepunten van mijn jaar zijn was 2014 nog zo veel meer. 2014 was emigreren. 2014 was een van mijn mooiste verjaardagsfeestjes. 2014 was dansen. 2014 was mijn eerste eigen kerstboom. 2014 was een echt werkmens worden. 2014 was heel vaak verdwalen in Amsterdam. 2014 was beste vrienden worden met Evy Gruyaert. 2014 was afscheid nemen van mijn vake. 2014 was troostende schouders en warme knuffels. 2014 was rondcruisen op Ibiza. 2014 was heel veel pendelen. 2014 was een occasionele kater, maar altijd de moeite waard. 2014 was tonnen familiegeluk. De eindafrekening? 2014 was overwegend positief met een paar onvermijdelijke dalen, maar laat ons daar vooral niet over zeuren.

En dat brengt me dan naadloos ('2014 was een jaar van briljante alinea-overgangen op mijn blog') bij de voornemens voor het nieuwe jaar: niet zeuren, want dat is eigenlijk niet nodig, zo veel mogelijk van de uitdagingen op mijn weg (en ernaast, als ze de moeite zijn) aangaan, iets subtieler worden in het uitlachen van mensen, vooral niet stoppen met het uitlachen van mensen (inclusief mezelf), mij niet laten verleiden tot het bloggen over zaken die er echt toe doen, want dat is saai en de allerbeste, liefste, leukste vriendin, dochter, zus, nicht, kleindochter, petekind, meter en collega proberen te zijn. Want na een succesjaar als 2014 mogen die voornemens wel wat veeleisender worden, me dunkt.

Voor jullie, die mensen die nog altijd de neiging hebben om op mijn blogberichten te klikken, wens ik diezelfde neiging, elke keer opnieuw, maar ook een jaar vol toevallige ontmoetingen,  heerlijk geurende knuffels die net dat tikkeltje langer duren dan gewoonlijk, moeilijk ingepakte cadeaus, waardevolle gesprekken, dagen waarvan je nog weken nageniet, een slappe lach van tijd tot tijd en ten gepaste momente een gedeelde traan. Ik wens jullie prachtige dagen, en als de dagen van zichzelf niet zo mooi lijken toch de mogelijkheid om er zelf iets van te maken. Dat wens ik jullie. En mezelf ook, als ik dan toch bezig ben.

Drie nieuwjaarskussen en een glas cava,
L

23.12.14

Mijn kerstboodschap

Allerliefste mensen verzameld op deze webpagina,

Ik wou dat ik een cameraploeg, autocue en een luxueus decor met wandtapijten en een open haard ter beschikking had om mijn kerstboodschap aan jullie voor te lezen, maar helaas moet ik het met minder budget doen dan onze monarchie, dus hou ik het vandaag op een online uiteenzetting vanuit mijn bed in mijn slaapkamer zonder tapijten (tenzij een stoflaag als tapijt telt? Nee?) en met ordinaire verwarmingen zonder knus knetterende vlammen en de geur van een ardense blokhut. Ik hoop dat jullie daardoor niet meteen afhaken, want dat zou mij in deze tijden van vrede op aarde en gevulde kalkoen erg veel verdriet doen. Ha, rijmen in een kerstspeech, heeft onze koning dat al eens gedaan? Ik dacht het niet hé!

Nog maar een chocolaatje in de adventskalender. Enfin ja, dat zou zo geweest zijn als ik daarstraks niet plots zo'n zin had in chocolade. Nog maar een nacht slapen. Of wakker liggen van de voorpret, dat is maar hoe je het bekijkt. Nog maar een dag werken. Crimineel vind ik dat trouwens, dat 24 december nog geen officiële feestdag is, maar omdat het mijn eerste jaar als werkmens is heb ik besloten nog niet met mijn "kerstavondvoorbereidingstijd voor iedereen!"-campagne te starten. Dat is iets voor in de toekomst. Voor wie het nog niet doorhad: ik ben nogal een kerstmens. Jezus zijn verjaardag bekleedt -na de mijne, uiteraard- de tweede plaats in mijn top van favoriete dagen in een standaardjaar. Jezus zijn verjaardag, en de avond ervoor. Ik gun de goede man zelfs twee dagen dolle pret! Om de gedachtengang van die snelle veroordelers onder jullie die nu denken "ja, dat zal dan wel vooral om de pakjes draaien" al maar meteen te counteren: niks geen pakjes voor ons op Kerst. Tenzij het grote "geef eens iets weg dat je nog hebt staan en waar je niets meer van moet weten", maar aangezien 70% van die pakjes of bij het groot vuil of op de stapel van een afwezige -'oh, die kan daar zeker iets mee doen, ik geef het wel door!'- belandt, telt dat niet als officieel cadeaumoment. Wat de fun er uiteraard niet van wegneemt, want ik ben een politiek correct opgevoed kind dat sfeer nog altijd verkiest boven het materiële. High five van Jezus himself voor die eigenschap!

Mag ik dan, omdat ik mezelf als een soort van kerstgezelligheidsexpert beschouw (dat komt later op het naambordje naast mijn deur, naast woordenfontein en opgedraaide decibelgenerator) afsluiten met een paar tips voor de ultieme kerstfeestbeleving voor mensen die niet zo'n fan zijn van het feestgegeven?

1. Wees eerst op familiefeesten. De eersten bepalen de tafelschikking, dus ga voor die topspot tussen de zatte nonkel en de vrijgevige grootvader. En wie eerst komt moet ook geen rondje lopen om iedereen 3 kussen te geven, dat bespaart je pijnlijke voeten en de idioterie van 20 keer "zalig kerstfeest" mompelen op 2 minuten.

2. Verzin op voorhand al je antwoorden op de meest voorkomende kerstvragen. Maak ze krankzinnig genoeg, zodat ze je maar een keer gevraagd worden omdat ze vanzelf al de tafel rondgaan. Een LAT-relatie met een Somalische piraat en een zwangerschap inclusief drugsverslaafde vader doet het altijd goed. Net als extreem slechte of extreem goede punten of een topfunctie bij een bedrijf met een naam die je grootouders kunnen onthouden. Denk Ikea.

3. Eet om frustraties weg te werken. Eet om je een houding te geven. Eet wanneer je je verveelt. Eet wanneer je echt even liever iemand wil negeren. Eet tout court.*

4. Geniet van je familie. Met een beetje geluk (of heel veel, in mijn geval) zijn ze hilarisch of worden ze dat, na een paar glaasjes, en als je wat minder geluk hebt, wees dan de leukste van heel de troep. Doe een dansje, zing een liedje of voer je eigen kerstspel op. Ofwel vinden ze het leuk en gaan ze van je houden, ofwel vinden ze het bagger en hoef je nooit meer naar een familiefeest-met-die-niet-zo-leuke-familie.

Ik wens eenieder van jullie een zalige Kerst, een heerlijke feestmaaltijd, maar vooral proestbuien  (liefst met een grote slok rode wijn in de mond), kroketlanceergevechten met de overkant van de tafel, en scheengestamp na ongepaste opmerkingen,

L

*Voor lezers boven de 18 met verantwoordelijkheidszin en een chauffeur mag 'eet' vervangen worden door 'drink'.


15.12.14

Ik wil wel in uw vriendenboek schrijven

Vroeger was ik ongelooflijke fan van vriendenboeken. Nu nog steeds trouwens, laat dat een tip zijn voor eender wie mij een kerstcadeau wil geven en geen geld heeft voor de pony die bovenaan mijn verlanglijst staat. Let wel, ik zeg vriendenboeken, en geen poëzies. Want in poëzies, daarin werd je verwacht iets te tekenen, en dat kan ik niet. Hoezeer ik ook experimenteerde met kleurpotloden en stiften, het werd steevast een fiasco. Zelfs de klassieke "ik ga nog eens even over al mijn potloodlijnen met de stift in dezelfde kleur want dat ziet er fancy uit"-truc weigerde te werken bij mij, waarschijnlijk omdat ik nog voor de stiftfase al alles verpest had. Om nog maar te zwijgen over nog meer advanced technieken à la pandakrijt en plakaatverf. Niets voor mij, want gegarandeerd is de verf of krijthoeveelheid die op mijn handen en/of kleren achterblijft groter dan die op papier, en dan is de kans ook nog eens groot dat ook het kunstwerk op mijn handen en/of kleren mooier is dan dat op papier. Die 2 jaren tekenschool in mijn jeugd, die waren dus verloren tijd en geld, en die lessen P.O. in het middelbaar, die waren op voorhand al een verloren strijd, want tot op heden is het enige dat ik nog teken een schaap. Een zwart-wit, simpel, lachend schaap. Want wie niet kleurt, kan ook niet buiten de lijntjes gaan. En lachende schapen zijn tof, dat ook.

Dus, geef mij maar een vriendenboek, want in een vriendenboek mocht ik schrijven. Daarin mocht ik al mijn ambitieuze dromen opschrijven (beroemd worden), mijn lievelingsvak (muziek) én mijn stomste vak (W.O., duh) te kennen geven, de namen van mijn beste vriendinnetjes vereeuwigen en al mijn hobby's neerpennen (en als het lijntje niet lang genoeg was, dan ging ik gewoon daaronder verder, want ik was een vriendenboekrebel en een kind met te veel hobby's). Kortom, ik kon het twee hele pagina's lang enkel en alleen over mezelf hebben, wat een genot. En als alle lijntjes en de open ruimtes ertussen volgekribbeld waren -het liefst nog elk lijntje in een andere kleur- kon ik gaan teruglezen. Niet alleen mijn eigen pagina's, maar de pagina's van andere vriendjes en vriendinnetjes. Dan kon ik op zoek gaan naar gelijkgestemde zielen, overeenkomstige hobby's, en, als kers op de taart, naar stiekeme en minder stiekeme hartjes rond de namen van kinderlijke crushes. Die vriendenboekjes waren eigenlijk mijn eigen kleine minisoap, mijn entertainment voor het slapen gaan, mijn kijk op de wereld a.k.a. de speelplaats. Als mij op mijn sterfbed dan ook gevraagd zal worden (wat zeker en vast gaat gebeuren, want dat hoort zo bij het melodramatisch einde dat voor mij in de sterren geschreven staat) waar ik het meeste spijt van heb dan zal dat zijn "het verliezen van mijn Sneeuwwitje-vriendenboek met bijhorende verhalen, herinneringen en ongelooflijk schattige foto's". En zo zal mijn laatste adem uitgeblazen worden in mineur, omdat hoe hard jullie ook zoeken, dat boekje niet meer op tijd gevonden zal kunnen worden. Waarschijnlijk omdat dat al lang bij het oud papier beland is en herwerkt is tot een nieuw brandschoon invulboekje met een nieuw, futuristisch sprookjesfiguur op de kaft, klaar voor nieuwe romantische bekentenissen, onvervulde wensen en kinderlijk eerlijke uitspattingen.

Omdat jullie nu natuurlijk allemaal nostalgisch zijn geworden, en staan te popelen om mij te vragen in jullie vriendenboekje te schrijven, maak ik het jullie gemakkelijk:

  • Naam: Lotte
  • Leeftijd: 22 jaar en 9,5 maanden
  • Huisdieren: Geen meer sinds mijn hamster wegliep (en hoogstwaarschijnlijk een droeve dood stierf) en mijn goudvissen stierven van ontbering of gewoon vuil water en ik dus officieel onverantwoordelijk verklaard werd
  • Hobby's: Jullie van onzin voorzien, doen wat niemand van mij verwacht, verdwalen 
  • Wat wil je later worden: Een oude, hippe grootmoeder die geen opmerkingen maakt over kleinkinderen zonder lief of met een zoetebek en elke donderdag gaat karaoke'en in de kantine van het rusthuis met als doel de jongere buurman van 2 kamers verder te versieren. 
  • Wie is je beste vriendin: dat zijn jullie allemaal, mijn hart is gigantisch, kies maar een plekje en maak het je gemakkelijk
  • Wat is je lievelingsdier: een glimlachend schaap
  • Heb je broers/zussen: ja, en graag
  • Heb je ouders: ja, en graag
  • Wat is je lievelingseten: dat eten dat voor mij op tafel wordt gezet op momenten dat ik honger heb. Met een extra plus voor lasagna. En pizza. En ijs. En pannenkoeken. En ook scampi's. En chocolade. 
  • Op wie ben je verliefd: Dat zouden jullie wel willen weten he, stelletje dramazoekers, soapschrijvers, romantische zielen! Ik ben verliefd op het leven en op eten, daar, maak daar maar eens een soap over! 
De versie in een authentiek leftie-handschrift (inclusief bijhorende inktvlekken), met een lachend schaap als extraatje is natuurlijk unieker, maar daarvoor moet je natuurlijk eerst de alom bekende drempel over en vragen of ik in je vriendenboekje wil schrijven. Want jezelf uitnodigen is ook in een vriendenboek onbeleefd, dus dat, dat zou ik nooit doen.

Tip tap top, de datum zit verstopt,
L

24.11.14

(Feest)dagen zonder lief

Ik zit zonder lief. Al heel lang, en bijna ononderbroken. Bijna. Ik ben dus een liefloos meisje, maar ik vind dat in tegenstelling tot sommige mensen niet zo heel erg. Sommige mensen schijnen te denken dat liefloos gelijk is aan liefdeloos. Dat is niet zo, liefloos is niet liefdeloos en liefdeloos is niet per se liefloos. Sterker nog: ik ben liever liefloos dan liefdeloos. Om dat even theoretisch te staven:
lief·de (de; v; meervoud: liefdes, liefden) 1. warme genegenheid 2. oprechte en warme belangstelling - Van Dale
lief (het; o) 2. geliefde: mijn lief(je)
Niks geen twee dezelfde definities, twee totaal andere begrippen. Ik krijg bakken liefde, en ik probeer minstens even veel terug te geven, en dan nog liefst aan zo veel mogelijk mensen tegelijk, waarvan geen enkel mens zich mijn lief mag noemen (hop, heb ik weer voor een paar ongelukkige zieltjes alle hoop aan diggelen geslagen, sorry!). En goh ja, ik heb ook al bittere wanhoopstranen gestort in mijn liefloze leven en kilo's chocolade naar binnen gewerkt met als excuus het steeds weer mislopen van die ene ongetwijfeld onweerstaanbare man die daarbij nog eens altijd goed ruikt en mij onvoorwaardelijk graag ziet, ondanks mijn liefde voor enkele sokken en bovengemiddelde aantal pyjamauren. Maar dat wijt ik dan maar aan hormonen en de eenzijdige beeldvorming in de standaard wijvenfilm die steevast eindigt met een happy end én een belachelijk gelukkig koppel of in het beste geval meerdere gelukkige koppels, maar quasi nooit met een happy end en een nog happy'ere single. En aan mijn aangeboren behoefte aan chocolade en bijhorende excuses, daaraan ook.

Maar voorlopig, na rijp beraad, een ton wijvenfilms en een grondige analyse van mijn levenspatroon en de tijd die ik over heb om aan zoiets tijdrovend als een man te besteden heb ik geconcludeerd dat ik best gelukkig ben zonder. Heel gelukkig eigenlijk. Let wel, ik heb het hier over een tijdelijke situatie, maar een verre toekomst proberen plannen wanneer ik nog geeneens bepaald heb wat ik morgen ga eten, dat vind ik sowieso al wat zinloos.

Wat ik dan weer niet bepaald normaal, dan wel bizar tot bijna absurd vind, dat is dat andere mensen het lastig vinden dat ik liefloos de feestdagen door fladder. Ik zou zelfs zweren dat mijn grootmoeder ietwat verwijtend klonk toen ze zei dat het toch dringend tijd werd dat ik iemand zou meenemen naar het familiefeest. Omdat ze graag voor nog een extra persoon wil betalen? Omdat ze er -net als ik, trouwens- van overtuigd is dat mijn ware Jacob (naam onder voorbehoud van wijzigingen) echt de max is en dus niet kan wachten om hem te ontmoeten? Omdat de tafelschikking te lastig is met een oneven aantal personen? Ik hou het voor het gemak maar op grootmoederlijke bezorgdheid, want natuurlijk, hoe ouder en wijzer ik word, hoe minder mannen mij waard zijn, dus ik moet me haasten wil ik nog iemand op mijn niveau vinden en niet eindigen met een resem katten, want mijn grootmoeder weet vast van mijn kattenafkeer. Dat zal wel achter dat verontwaardigd ondertoontje gezeten hebben. Enkel en alleen en exact dat. Ik kader het onder grootmoederlijke... liefde. Aldus het ontegensprekelijke bewijs voor de stelling liefloos ≠ liefdeloos.

Dus voorlopig zit ik nog aan de kop van de tafel, staat er nog maar 1 naam onder mijn kerstkaartjes,  en moeten mensen hun cadeaubudget nog niet verdelen tussen mij en een aanhangsel. Ik vind het prima zo, meer elleboogruimte om mijn vlees te snijden, meer plek voor belachelijke tekeningetjes en absurde wensen op de kerstkaarten en grotere cadeaus voor mij en mezelf alleen, dus maak je over mij geen zorgen. Vind je het toch echt lastig, laat het dan op voorhand maar even weten, dan verzin ik wel een verhaal over een heldhaftige man aan wie mijn hart toebehoort, maar die helaas niet aan de feestdis kon geraken door een urgente missie op de Kaapverdische eilanden alwaar hij bedreigde neushoornlevens is gaan redden. Ik zou natuurlijk niet willen dat jullie feestdagen minder mooi worden omdat ik niemand aan mijn arm heb hangen.

Prettige feestdagen,
L en alleen L.



18.11.14

Beertjes! Lichtjes! Pakjes!

Eind november. De novemberfoor is opgekraamd in mijn eeuwige hometown Lier, de Sint zit veilig aan de haard in dat ene kasteel dat 11 maanden per jaar leegstaat en Bart Peeters vertelt trouw elke avond aan die 2 zusjes in dezelfde pyjama's (in een andere kleur, dat wel) hoe hij zo'n dikke vriendjes werd met hun 2 grootste helden. Tijd dus om te beginnen af te tellen naar lichtjes en cadeautjes, naar plastic dennengeur en een naaldentapijt op de grond: het is bijna kerstboomtijd! En ja, het is ook bijna Sinterklaastijd, maar aangezien ik niet weet of die goedheilig man wel tot in Amsterdam gewandeld komt (we hebben zelfs geen schoorsteen) kijk ik maar uit naar de dag erna. Want wanneer de Sint weg is, dat is een universele regel, mag de kerstboom opgezet en de kerstsfeer verspreid door het huis!

Nog beter nieuws: nu ik officieel niet meer thuis woon, hoef ik mij ook niet meer te houden aan ouderlijke regels als kerstboomkleurcodes, beertjesbeperkingen, musicerende-lichtjesverboden en andere onnozeliteiten! Daar waar wij altijd beknot werden in onze kerstcreativiteit, kan ik nu volledig losgaan in mijn verloren roeping als kerstinterieurdesigner. In mijn kerstboom komen zo veel kleuren als er ballen zijn en de pluchen kerstbeertjes krijgen een prominente plek op elk vrij oppervlak. Want ik doe niet aan versieringsdiscriminatie. Zelfgemaakte versieringen gemaakt door mijn jongere zelf zijn welkom, houten kerstfiguurtjes zonder ledematen zijn welkom, ja, zelfs de kartonnen plompe kerstballen van een verouderde stempelactie bij Lunch Garden worden met open dennentakken ontvangen. Steek de kaarsen aan, laat de lichtjes hun schelle liedjes zingen en stapel de cadeaus maar op onder de aankoop van het jaar: mijn eigenste nepkerstboom. Een nieuwe maatstaf voor volwassenheid wordt hier heden ingevoerd: een mens is pas volwassen als hij een eigen kerstboom heeft.

Hoe ik die boom op mijn fiets moet gaan vervoeren, of ik überhaupt ga kunnen wachten tot na 6 december om het ding op te zetten en waarmee ik meneertje sfeer ga versieren, dat moet zich allemaal nog uitwijzen. Maar hé, first things first. De boom is besteld, de intenties zijn goed en de kerstsfeer zit in mijn kop!

Hohoho, hallelujah, alle jingle bells nog aan toe!
L

26.10.14

Geitenwollen oefening

Mensen in hokjes stoppen mag niet, zeggen ze. Hokjes schetsen waar mensen vrijwillig in kunnen springen daarentegen, dat mag bij mijn weten wel. En als het niet mocht, zou ik het toch doen. Want hokjesdenken is niet alleen bekrompen, belachelijk en triest, maar stiekem ook nog eens heel leuk. Ok, hier gaan we. Denk een hokje uit gerecycleerd karton. Elektriciteit wordt er opgewekt door een zonnepaneeltje op het dak, maar wordt eigenlijk amper gebruikt. Tegen dat hokje, net naast de ingang, staat een bakfiets, door creatieve kinderhanden in bonte kleuren geschilderd en afgeleefd door het dagelijkse gebruik. Op de bodem van het hokje liggen handgehaakte tapijtjes en in een kleine ladekast -getimmerd uit restjes hout- ligt een familievoorraad geitenwollen sokken, want de warmte van de open haard reikt niet ver genoeg om in het hele hok je voeten warm te houden. Ik noem het 'het geitenwollensokkenhok', en wie erin wil kruipen, die mag, ik oordeel niet.

Mensen die doorgaans in het geitenwollensokkenhok horen -laat me ze voor het gemak geitenwollensokken (in deze context is dat 1 woord, ja) noemen- die vullen hun dagen met het bakken van speltkoeken, het breien van sjaals, mutsen en oversized maar wel vreselijk warme vesten en het schilderen van abstracte portretten van hun 'kids', die in de tuin tussen bladerhopen huppelen en belachelijk vredelievend met elkaar omgaan dankzij een verantwoorde opvoeding op basis van de stand van de sterren. Een standaard geitenwollensok bezit geen televisie, geen play station, geen wii, niets. Een computer behoort wel tot de mogelijkheden, maar het gebruik ervan blijft beperkt, eigenlijk wordt dat alleen maar gebruikt om nieuwe breipatronen op te zoeken of recepten voor havermoutpap te delen. Want ja, de geitenwollensokkenfamilie begint elke dag met een groot bord havermoutpap en eindigt de dag met biologische thee aan het haardvuur terwijl ze met elkaar brainstormen over hoe ze nog dichter bij de natuur kunnen komen.

Om alle mensen die zich nu ongemakkelijk voelen omdat ik delen van hun levensstijl als geitenwolgesokt heb bestempeld een hart onder de riem te steken: ook ik ontbijt elke ochtend met havermout en heb een zwak voor biologische thee. Er zit namelijk een beetje geitenwollensok in elk van ons, en de beste manier om daarmee om te gaan is het te omarmen, want zo'n beetje geitenwol in je leven, dat is best gezellig. En warm. En dat is exact wat ik vandaag ook besloot te doen: de geitenwollensok in mezelf omarmen. En dus trok ik op deze vrije zondagmiddag, samen met alle geitenwollensokken van heel Amsterdam naar het bos. Jawel, deze bruisende stad heeft een bos (want waar anders moeten mensen heen om 1 te worden met de natuur?) en ik besloot om er te gaan wandelen. Lees gerust verder wanneer je uitgelachen bent.

Het is en blijft en kunstmatig aangelegd bos, en ja, je moet een beetje moeite doen om de voorbijrazende auto's en de overvliegende vliegtuigen te negeren, maar echte geitenwollensokken die zetten gewoon hun innerlijke ecofilter aan en horen daarna niets anders meer dan fluitende vogeltjes, knisperende herfstbladeren en gelukkige kinderen terwijl ze op gevoel een wandeling maken die net daar uitkomt waar ze willen zijn zodat ze net op tijd weer thuis zijn voor hun tas thee met haverkoekjes. En zo probeerde ook ik dat vandaag, tijdens mijn wandeling langs een netjes uitgestippelde, met paaltjes aangegeven, route. Die ik achterstevoren volgde, omdat ik het begin niet vond. En waarvan ik in de helft per ongeluk afweek zodat ik op een andere route terechtkwam. Die ik dan weer kwijtspeelde, waarna ik zelf de weg terug moest zoeken. Waardoor ik uiteindelijk heel lang gewandeld heb. Ik heb het geitenwollensokken nog niet helemaal onder de knie, maar hé, gelukkig zijn er nog andere hokjes waar ik in pas.

Morgen laat ik de bureausul in mij weer los voor een paar dagen, waarna de losgeslagen jongere het mag overnemen. Hokjesdenken is plezant!
L

15.10.14

The big 10

Ik heb slecht nieuws jongens. Er is minder Lotte Vercammen op aarde. Er is minder van mezelf aanwezig in dit universum dan ruim ongeveer 5 maanden geleden. Uiteraard ben ik enkel wat kleine kantjes kwijtgespeeld. Laat ons zeggen dat ik een beetje luiheid heb laten vallen, tesamen met een tikkeltje ongeduld en ook mijn neiging tot opgeven heb ik achter me gelaten. Die drie samen, goed voor het equivalent van 10 pakken suiker, 20 chihuahapuppy's of iets meer dan 3 keer de box van de volledige Harry Potter-serie (de boeken, welteverstaan) zijn voltooid verleden tijd. Jep, dat hebt u goed gelezen, daar zo tussen de lijnen, ik ben afgevallen zoals dat heet, en wel 10 kg. Nu ben ik niet zo de persoon die bij elk verloren grammetje een eetdagboek publiceert (dat zou behoorlijk saai zijn, aangezien ik nog steeds niet kan koken) en grafieken bijhoudt op de muur van de slaapkamer, maar deze mijlpaal, the big ten, die moest ik toch maar even delen, al was het maar om de mensen die mij een tijdje niet meer gezien hebben te waarschuwen voor mijn onweerstaanbare, superstrakke, ongelooflijk sexy lichaam (stel dat iemand die mij niet kent dit leest: dit is een mop, geen zorgen).

Waarom? Omdat ik mezelf al eens graag een uitdaging bezorg en deze er een was die ik al iets te lang had uitgesteld. Bovendien bezat ik belachelijk weinig conditie en maakten die kapoenen van McDonald's iets te veel winst aan mij. Nu kan ik ten minste met de trap naar de derde verdieping (niet dat ik dat doe) zonder achteraf een half uur met een knalrode kop en mijn tong op mijn tenen te zitten. Natuurlijk ga ik niet alleen met de eer lopen, want de meeste lof komt Evy toe. Evy en ik, we zitten in de laatste week van ons trainingsprogramma, wat wil zeggen dat ik -in theorie- volgende week 5 km zou moeten kunnen lopen. Maar of ik dat nu haal of niet, het zal me worst wezen, want dat ik tegenwoordig al uit mijn zetel kom om in mijn sportschoenen te schieten na een werkdag, dat is al meer dan ik -en geef toe, jullie ook, ja jullie daar, die dachten dat ik een eeuwige tamzak was die gedoemd was tot een toekomst in de zetel met in de linkerhand de zapper en de rechterhand in een kom chips- ooit had kunnen dromen.

Positieve bijwerkingen van deze succesvolle uitdaging, naast de conditie dan? Hallo complimenten! Jongens, ik zou bijna gaan zweven (gelukkig heb ik nog net genoeg massa nodig om nog even op de aarde te blijven), want wat worden mensen plots lief als je er een tikkeltje beter uitziet (niet dat ik gezegd wil hebben dat ik er voorheen slecht uitzag)! Natuurlijk draait het nog steeds om mijn innerlijk, dat op een beetje meer doorzettingsvermogen na hetzelfde is gebleven, maar bon ja, ik ga nu ook niet boos worden om complimenten, zo zit ik dan ook weer niet in mekaar. Bovendien is boos worden verspilling van kostbare energie die ik goed genoeg kan gebruiken voor mijn looptochtjes (of de wandeling terug, als ik verdwaal en plotsklaps heel ver van huis ben als de training afgelopen is -dit is een puur hypothetische situatie. Of misschien niet..

Lieve mensen, maak je geen zorgen, ik ben nog steeds ik. Onhandig als steeds (getuige daarvan mijn baas, die een sprintje naar de toiletten moest ondernemen omdat ik een hete tas thee over mezelf had gekeild en er nergens papier in de buurt was), luid als steeds (getuige daarvan mijn mama, die geregeld al eens een weekend van mijn aanwezigheid kan genieten) en uiteraard tof als ik altijd al was en altijd ook zal blijven (getuige daarvan het universum).

Doe de groeten aan mijn verloren vetjes, als je ze tegenkomt!
L

6.10.14

Met de fiets door Amsterdam: een praktische gids

Nog voor ik deftig kon wandelen en dus ook nog voor ik mij deftig kan herinneren -zo gaat de legende- pendelde ik op een miniatuurfietsje heen en weer tussen twee tantes. Niets geen driewieler, niets geen aanzetwieltjes, gewoon, the real thing. Fiets door of ga keihard op je bek met heel je familie er rond.  Zo leerde ik nog voor ik de vijf essentiële elementen van het leven -lezen, liedjes zingen, eten, drinken en dansen- onder de knie had dat ik moest blijven trappen trappen trappen en potverdekke voor mij moest kijken! Al snel had ik, met dank aan de geroutineerde en licht tirannieke aanpak, de basis in de benen en ontplooide daarnaast ook de belangrijkste zijtakken van het vak: het vallen zonder huilen (huidig level: expert, volgende module 'vallen en luid lachen': voltooid), slalommen tussen bomen (huidig level: onbekend wegens  bedroevend weinig bomen op het fietspad), fietsen door putten (level: Lier) en van hellingen zoeven met de voeten overal behalve op de trappers (level: vrij tot zeer geoefend en bijgevolg ook frequent nagestaard). Maar dat alles, al deze zorgzaam ontwikkelde vaardigheden blijken hier, waar ik meer fiets dan ooit, onbruikbaar. Want alles is anders in Amsterdam.

Ik ben nu al ongeveer 7 maanden trotse inwoner van de Nederlandse hoofdstad, en in die 7 maanden die ik hier ben heb ik al mijn geleerde skills (bijna allemaal, gelukkig zijn er wel nog hellingen waar ik met mijn voeten op de buis af kan zoeven) opzij moeten zetten om bijna weer van nul te beginnen. Want fietsen in Amsterdam, lieve mensen, dat is niet eenvoudig. Wie denkt dat hij omdat hij elders kan fietsen ook in Amsterdam kan fietsen komt bedrogen uit en belandt vaak in de gracht. Letterlijk. De stad -en dan meer bepaald de fietsers, want wie niet fietst heeft ook geen stem- heeft zijn eigen verkeersregels, en die staan niet zomaar ergens opgeschreven nee, die laten zich gelden, en wie niet mee is wordt genadeloos afgemaakt. Je gaat mee in het systeem, of je komt niet aan op je bestemming. Gelukkig ben ik snel van begrip en mag ik mezelf nu officieel een doorwinterd (eigenlijk doorzomerd in mijn geval) Amsterdamcruiser noemen. En omdat jullie vast ook allemaal snel op bezoek gaan komen en ik niet wil dat jullie cultuurgechoqueerd raken zet ik alvast de belangrijkste regels op een rij. Heel binnenkort zal dit een van de bestverkopende literatuurwerken in het illegale circuit worden, dus profiteer ervan, nu ik het hier nog gratis publiceer.

Op de fiets door Amsterdam: een gids.

1. Wie fietst heeft voorrang.
2. Indien 2 fietsers elkaar tegenkomen op een kruising heeft hij/zij die het snelste fietst voorrang. Tenzij de tragere fietser een uitzonderlijk agressieve uitstraling heeft, dat soort mensen verleen je ook liever voorrang.
3. Eigenbelang is de basis van elke fietstocht. Moet jij vaart maken om een brug op te raken? Dan moet alles wijken of wachten voor jou. Laat je niet in met hoffelijkheid of dankbare handgebaren, nee, neem wat je toekomt en zorg dat je die brug op raakt. Niets helpt je opgebouwde fietsersattitude sneller naar de vaantjes dan moeten afstappen op een helling.
4. Wees snel. Wat er ook gebeurt, zorg dat je zo snel mogelijk fietst. Vertragen voor bochten, onduidelijke verkeerssituaties of -lichten is je reinste tijdverlies en helpt ook niet bij het opbouwen van je reputatie als vervaarlijk fietser.
5. Wie fietst heeft voorrang. 
6. Heb je kinderen? Laad ze op je eigen fiets tot die vol zit. Enkele opties zijn schuin zittend op de buis of rechtstaand op de bagagedrager. Indien je toch meer kinderen wil, koop een bakfiets. Kinderen laat je niet zelfstandig fietsen voor hun 12e levensjaar, daar worden ze moe van.
7. Wie fietst heeft voorrang.
8. Let er bij het vastmaken van je fiets op dat je ook andere fietsen extra beveiligt. Een barricade rond gestalde fietsen is snel gemaakt en volledig diefstalproof, solidariteit is de hoeksteen van de fietsscene!
9. Kom je aan een kruispunt waar verkeerslichten staan? Negeer ze, want zij hebben geen brein en zijn dus ondergeschikt. Het enige dat van belang is is of er geen politieagenten in de buurt zijn. Andere auto's stoppen heus wel, je bent ten slotte een fietser.
10. Tot slot, en onthou vooral dit: wie fietst heeft voorrang. Overstekende voetgangers hebben geen recht van spreken, parkerende auto's moeten uit hun doppen kijken en ja, ook politieagenten te paard zijn ondergeschikt aan deze basisregel. Jij, beste fietser, jij bent in je gelijk.

Dus recht die rug, zet je moordlustigste gezicht op, voeten op de trappers (tenzij je bergaf gaat), handen aan de remmen (beginnende Amsterdammers kennen misschien de voorrangsregeling nog niet, wees dan even sympathiek en rij er niet te hard tegen) en gaan! Eens je de regels doorhebt is dit een waar fietsparadijs!

L

15.9.14

Ochtendpendelpret

Vanochtend had ik de (voor mij twijfelachtige) eer om deel uit te maken van de ochtendpendelaars. De ochtendpendelaars, dat is die selecte groep treinreizigers die de luxe van twee zitplaatsen heeft, en die -naar believen- gebruikt om de krant te lezen zonder elleboogstoten uit te delen of om, nog steeds zittend, maar wel comfortabeler dan met een buur die je liever niet wil aanraken, een dutje te doen. Een ware kunst wel, dat dutten, want ook zij moeten in staat zijn om bij de juiste halte fluks recht te veren, al hun spullen die verspreid liggen over die volle 2 zitplaatsen bijeen te graaien en voor het sluiten der treindeuren weer op het perron te staan. Dat klinkt te mooi om waar te zijn? Dat is het ook, want het grote nadeel aan een ware ochtendpendelaar  zijn is dat zij 's ochtends voor zevenen al onderweg zijn.

En dat was ik dus vandaag. Nog niet zo'n doorwinterde ochtendrot als mijn coupégenoten, die nog voor het laatste fluitsignaal voor vertrek om 20 over 6 al verzonken waren in een diepe slaap/een saai uitziende krant, maar ik heb mijn best gedaan om te leren. Want na het observeren van mijn overbuurvrouw die, met het abonnement netjes naast haar hoofd op het krappe treintafeltje vastbesloten was haar nacht nog wat te verlengen, heb ook ik het mijzelf gemakkelijk gemaakt op mijn 2 zetels. Het plan leek waterdicht: treinticket niet open op het tafeltje, want dan vergeet ik het gegarandeerd bij het overstappen, maar toch al binnen handbereik, muziek aan, wereld uit.  Maar dat liep nog niet bepaald van een leien dakje. Want door mijn wantrouwen tegenover de mensheid (onterecht, want ochtendpendelaars zijn natuurlijk enkel bezig met zichzelf en het strijden tegen de ochtend) moest ik elke 2 minuten checken of mijn handtas er nog was en door mijn heilige angst voor het kwijtspelen van mijn ticket graaide ik bij het minste krakje in een reflex naar mijn jaszak uit angst voor een naderende conducteur in combinatie met een onvindbaar ticket, mijn ergste nachtmerrie.

Een ochtendpendelaar praat niet met lotgenoten, een ochtendpendelaar blijft verzonken in zijn eigen ochtendritueel. Een ochtendpendelaar ontbijt, leest, of werkt zelfs, in uitzonderlijke gevallen, maar een ochtendpendelaar communiceert niet. Sommige ochtendpendelaars lijken zelfs niet écht opgestaan te zijn tot ze aan hun eindhalte komen. Dan komt er een einde aan hun nacht en kan hun ochtend beginnen. Handig lijkt me dat, maar ik kan het blijkbaar niet. Met een beetje oefening zou het misschien ooit lukken, maar helaas ben ik door mijn blunders van vanochtend - een poging om een bemoedigende glimlach uit te wisselen met een medependelaar, een grove beginnersfout en zondiging tegen de anti-communicatiewet natuurlijk, en ontbijt in een plastic verpakking, en dus te veel lawaai voor de stiltelievende medemens- voor eeuwig verbannen uit de ochtendpendel. Geen zorgen hoor, ik heb mij er maar overgezet en blijf in het vervolg wel gewoon in bed liggen. Dat gaat mij beter af.

Recupererende van een iets te vroege ochtend,
L

19.8.14

Vake

Ons vake, mijn grootvader, papa van mijn mama is ons beetje bij beetje aan het verlaten. Ik heb geen behoefte aan het schrijven van een triest in memoriam, een klaagzang over de vergankelijkheid van het leven, daar zal ik binnensmonds wel even gewoon over vloeken, maar die mooie herinneringen, die mogen gerust gedeeld, want ten slotte heb ik, samen met broers, zus, nichten en neven de allerleukste grootvader die ooit heeft bestaan. Trek dat voor jezelf gerust in twijfel, wij weten wel beter.

Ons vake is de laatste jaren niet meer altijd even aanwezig, gevangen in zijn eigen hoofd, op een andere wereld. Noem het zoals je wil, feit is dat mijn grootvader dement is. Vaak zijn er momenten dat ik zou willen schreeuwen tot hij terug op aarde komt, dat ik hem door elkaar zou willen schudden en vragen waarom hij plots zo verdrietig is, maar even talrijk zijn de momenten dat we plots in schaterlachen uitbarsten, en al lacht hij dan om wat anders dan wij, die momenten koester ik. Want op die momenten zijn de pretlichtjes er weer. De pretlichtjes die ik herken van vroeger, toen hij ons onder tafel jippekes toestopte, zogenaamd onopgemerkt voor strenge mama-ogen. De pretlichtjes van toen hij met zijn kleine jongens het bos introk om hen daar, zogenaamd onopgemerkt voor strenge mama-ogen, te leren hoe je een boom omlegt. De pretlichtjes waardoor keer op keer weer bevestigd wordt dat ons vake nog steeds ons vake is. En de pretlichtjes waarvan ik hoop dat we ze allemaal kunnen bewaren, ook als ons vake er plots niet meer is.

Ons vake, die een wandelende encyclopedie was (en soms verrassend genoeg ook nog is), en kruiswoordpuzzelwoorden opsomt alsof het niks is. Ons vake, die zijn kleinkinderen leerde kaarten voor ze deftig konden tellen. Ons vake, die als het even kon tot in de eeuwigheid bospaadjes zou blijven rijven in zijn geliefde Pulle. Ons vake, die patatjes met ei maakte als geen ander -en die vervolgens met de patattenstoemper op ons bord kwakte, want anders was de beleving niet compleet. Ons vake, die eindeloze fietstochten maakte met mijn kleine broertje. Ons vake, die mij leerde hoe je een perfecte Duvel uitschenkt nog voor ik 10 was.

Maar nog meer dan dat is ons vake natuurlijk de opper-Van Houtven. Geen clan zo sterk als die van ons, geen familie die meer pret maakt dan wij. Was dat het geval geweest met een stel asociale grootouders die weigerde wekelijks zijn deuren te openen voor dochters, kleinkinderen en aanhangsels? Ik denk het niet. Meer nog, ik weet zeker van niet. Merci dus, vake en moeketje van mij, voor dat heerlijke gevoel van een familie hebben, van altijd ergens thuis kunnen komen, van altijd samen te staan.

Meneer Van Houtven voor alle ex-collegegangers, maar voor ons gewoon ons vake. Walter voor alle collega's en vrienden, maar voor ons gewoon ons vake. Wally voor dochters die iets nodig hadden, maar voor ons gewoon en altijd ons vake. Ik zweer hier en nu, op het wereldwijde web dat in onze pretlichtjes, de perfecte Duvels, de kaartspelletjes, de patatjes met ei, maar vooral in onze clan altijd een beetje vake aanwezig zal blijven. 



12.8.14

Deeltijds volwassen

Heel even overviel mij vandaag de angst dat ik volwassen aan het worden was. Ik zat namelijk aan mijn bureau in het kantoor waar ik minstens nog een jaar door zal brengen (het klinkt zo al eng, en ik ben nog niet eens aan de clou), en tijdens een moment van beperkte concentratie begon ik mezelf af te vragen hoe ik mijn avond weer eens zou invullen. Slapen stond hoog bovenaan het lijstje, dat hoeft niet te verbazen, maar verder stonden daar ook dingen op als 'opruimen', 'bankzaken regelen', 'energie- en internetaanbieders vergelijken' of 'mijn verzekeringen in orde brengen'. En nogmaals slapen, maar dat hoeft wederom niet te verbazen. Nu, als ik een paar weken, misschien maanden geleden een lijstje had moeten maken met 'volwassen dingen waarvan ik hoop dat ik ze pas over een jaar of 20 tegenkom in het leven', dan zouden 'bankzaken regelen', 'energie- en internetaanbieders vergelijken' en 'mijn verzekeringen in orde brengen' de top 3 vormen. 'Opruimen' eigenlijk ook, maar dat dat ijdele hoop was wist ik toen ook al. En dan plots verschijnt die top 3 als niet onwaarschijnlijke avondinvulling, natuurlijk werd ik dan bang, want ik die altijd gezworen heb om nooit volwassen te worden, was plots wel heel goed op weg.

Gelukkig kon ik mij beroepen op een gigantische database aan andere denkbeeldige lijstjes die mij er snel genoeg van konden overtuigen dat die volwassenheid, ondanks mijn avondactiviteiten van vandaag, nog niet voor meteen is. Zo vond ik op het lijstje 'dingen die ik vanaf de start van mijn volwassen bestaan ongetwijfeld nooit meer zal doen' ook elementen als 'stoelendans spelen tijdens het eten' en 'enthousiast en ongecontroleerd van de duinen beginnen spurten zodra ik de zee zie'. Op het lijstje 'domme dingen die je vast niet meer doet als je volwassen bent' stonden dan weer puntjes als 'overdreven enthousiast met ongepaste dingen gooien wanneer je baas voorbijloopt', 'de deur uitgaan zonder paraplu op een regenachtige dag' en 'het woord spauwlelijk gebruiken in een professionele omgeving'. En je raadt het al, geen van die laatstgenoemde puntjes ging de laatste dagen aan mij voorbij. En dan heb ik mij nog beperkt tot een paar voorbeelden. Ik heb met alle genoemde voorbeelden trouwens ook schandalig onvolwassen hard gelachen. Behalve met die regen.

Dus geen paniek, want hoe veel verzekeringen ik ook afsluit, hoe goedkoop ook de internetaanbieder die ik kies, zo lang mijn enthousiasme voor zee, mijn voorliefde voor belachelijke spelletjes en mijn aanleg voor stommiteiten niet verdwijnen -of ik me er niet voor begin te schamen in plaats van er de slappe lach over de krijgen- verklaar ik mezelf niet volwaardig volwassen. En dat is goed, want ik vind het sowieso al oneerlijk dat je meer tijd van je leven volwassen moet doorbrengen dan dat onvolwassenheid aanvaard wordt, en oneerlijkheid moet je bestrijden, dat weet elk volwassen persoon.

Trek ten strijde!
L

21.7.14

Ik geloof want ik wil

8. Dat is het aantal uren slaap dat ik gemiddeld nodig heb om normaal te functioneren, vriendelijk en liefhebbend te zijn, en mensen die mij niet aanstaan niet te vermoorden. Geen paniek hoor, ik overleef ook wel op 6, 5 of misschien af en toe zelfs 4 uur slaap, dan ben ik gewoon ietsje minder enthousiast. Helaas heb ik dit weekend eigenlijk gewoon een nacht overgeslagen. Niet omdat ik daar zin in had, wel omdat een speling van het lot mijn geplande logies een beetje ophield, tot ik eigenlijk al beter de eerste trein kon nemen naar de plek van mijn ochtendafspraak. Zo gedacht, zo gedaan, gelukkig had ik aangenaam gezelschap dat er ook voor zorgde dat ik niet in slaap viel op de trein en dat mij in het eindstation nog een uurtje kon vergezellen, terwijl ik wachtte tot het tijd was voor de bewuste ochtendafspraak. Maar goed, mijn verhaal begint die ochtend, in het station, op het moment dat mijn gezelschap vertrok. Het moment dat ik compleet uitgeput, onderuitgezakt in een veel te harde stationsstoel hang en mijn lichaamstaal 'laat mij allemaal gerust, tenzij ge koffie bij hebt' uitschreeuwt. Ik ben nogal expressief, maar dat komt niet altijd over.

Want op dat moment hoor ik van het vrouwtje dat al een half uur zat te wachten op een paar stoelen van mij. "Mag ik eens wat vragen?" Uitgeput of niet, ik blijf een beleefd meisje, dus ja natuurlijk, mocht zij eens wat vragen. Of ik wist dat het Koninkrijke Gods al 100 jaar bestaat? Kijk, zo geraak ik in de war, want ten eerste was ik er niet eens van op de hoogte dat zoiets bestond en ten tweede heb ik niets gemerkt van de eventuele jubleumfestiviteiten die wel op zijn plaats zijn bij een honderdjarig bestaan, dus ofwel was dit een strikvraag, ofwel feest het Koninkrijke God op een serene, bescheiden manier ergens in de undergrounds. Mond vol tanden dus. Gelukkig had de dame nog genoeg wetenschap in haar hoofd om de ontstane stilte naadloos op te vullen. Want dat er over een aantal jaren geen pijn meer zou zijn, geen lijden, geen sterfte, alleen nog maar geluk. En of ik daarin geloofde? Verward of niet, ik blijf een beleefd meisje, dus zei ik -nog steeds in de war, uiteraard- nee. Want een toekomst met alleen maar geluk zou saai zijn en bovendien zouden we van de aarde vallen als niemand meer zou sterven, maar uiteraard zou iedereen wel blijven kweken, want ja, kinderen maken hun ouders wel heel gelukkig (dat doe ik toch), en geluk is waar het om draait.

Het vrouwtje leek mijn antwoord niet te begrijpen, keek mij aan alsof ik heel erg dom was en wat toen volgde verdient een plek in de top 10 van gekste vragen die me ooit gesteld werden: "Geloof jij in de regen dan, mevrouw?" Jongens, echt, als ik eerder geweten had dat dat gewoon een kwestie van geloven is, dan had ik echt wat harder mijn best gedaan om er niet in te geloven hoor, dat had mij alvast een paar onaangename uitglijpartijen bespaard dit weekend. Ik vrees dat er toen -gedreven door de shock van dit nieuwe natuurkundige inzicht en een beetje de vermoeidheid- een iets minder beleefde "hier heb ik echt geen zin in" aan mijn mond ontsnapte, maar het mevrouwtje geloofde daar niet in denk ik, want ze bleef onverstoord doorgaan en concludeerde dan maar dat ik geen wereld met alleen geluk wilde, conform de voorgaande regentheorie 'ik geloof want ik wil'. Zo veel nieuwe inzichten en ook een beetje haar beschuldigende toon -ik ben ten slotte de oorzaak van de regen- moeten mijn beleefdheid helemaal verdrongen hebben, want vanaf dat moment ben ik beginnen negeren. Als ik er maar hard genoeg in geloofde zou ze wel ophouden, toch? En ja hoor, de kracht van het geloof heeft zich daar ter plekke bewezen, want na nog wat binnensmonds gemompel dat toch net luid genoeg was om mijn ongelovige oren te bereiken werd het weer stil. Ik denk dat ze niet meer geloofde in me.

Sorry voor die regen,
L

11.7.14

These are a few of my least favorite things

Had ik hier al eens vermeld dat ik vroeger heel erg bang was van vuurwerk? Zo ja, goed, dan weten jullie dat, zo nee: vroeger was ik heel erg bang van vuurwerk. Bij vuurwerk binnen een straal van 5 kilometer ging ik steevast heel hard huilen en ergens in een hoekje zitten tot het over was. En dan zwolg ik in onbegrip voor mensen die vuurwerk gingen opzoeken om er naar te gaan kijken, waarmee ik mijn familie bedoel. Bah, knallen, bah, lichtflitsen. Daarmee hangt samen dat ik ook geen echte onweerfan was. Nog meer onbegrip dus, voor mensen die zelfs naar onweer stonden te kijken (ja, Frank Deboosere, ik heb het over jou). Bah, nog hardere knallen, bah, nog fellere lichtflitsen.

Nu dacht ik, heden ten dage, dat ik daar wel over was. Met vuurwerk heb ik inderdaad minder moeite, dat is al bewezen -want je kan simpelweg niet in Lier wonen en Nieuwjaar vieren met een irrationele vuurwerkangst-, al ga ik het nog altijd niet vrijwillig opzoeken en zweer ik plechtig het ook nooit zelf af te steken. Ook vuurwerkstokjes kunnen bij mij op niet al te veel (lees: geen) enthousiasme rekenen, want ondanks het feit dat dat niet knalt zijn die vonken mij veel te dichtbij. Bon, vuurwerk, daar kan ik dus tegenwoordig tegen. En ik dacht dat dat voor onweer ook gold, tot vannacht. Ik vermoed dus eigenlijk dat ik met m'n slaapkop door elk onweer de laatste jaren ben heen geslapen. Tot vannacht. De nacht waarop Amsterdam onophoudelijk verlicht werd door bliksemschichten, als een klaslokaal waarin alle tl-lampen tegelijkertijd bijna kapot zijn, maar toch nog hun best doen om in leven te blijven. De nacht waarop bij elke donderslag een honderdtal vredig slapende stadsmensen opeens klaarwakker rechtop in bed zaten tot uiteindelijk heel de stad wakker was. De nacht waarop zelfs ik, slaper der slapers, niet door het onweer sliep.

Ik had fout gedacht. Ik heb nog steeds een gloeiende hekel aan onweer. Minstens een kwartier heb ik hier liggen staren naar mijn raam, zonder te durven bewegen, met in mijn hoofd alle noodscenario's die konden gebeuren. 'Wat als de bliksem zou inslaan en ons gebouw in brand zou vliegen? Eerst de badjas aandoen voor ik naar buiten ging? Maar die is in no time toch doorweekt, dus dat heeft niet veel zin. God, ik wou dat ik die regenjas had gekocht waarover ik vorige week in de winkel zo twijfelde, dan had ik iets om aan te doen bij de ongetwijfeld aankomende evacuatie!', en dat in alle mogelijke vormen, kleuren, geuren. Terwijl ik onophoudelijk pogingen deed om de seconden tussen bliksem en donder te tellen, want onmogelijk was, want ik kon ook niet ontcijferen welke lichtflits nu bij welke donderslag hoorde. Bovendien zou ik niet ver geraakt zijn, want de donder bezorgde mij een onophoudelijke, concentratieverslechterende bibber en bij elke bliksemschicht plakte ik zo goed als tegen mijn plafond. En we hebben een hoog plafond hier. Niet dat ik overigens iets geweest zou zijn met dat aantal seconden, want ik vergeet steeds wat dat betekent, maar het is een vorm van bezigheidstherapie.

Maar naast rampenscenario's bedenken en seconden tellen heeft er zich in mijn hoofd ook een rampenplan gevormd. Want dat is belangrijk, alle steden, festivals, noem maar op hebben een rampenplan, en ik, Lotte Vercammen, vanaf nu dus ook. Let goed op. Vanaf het moment dat er ook maar het lichtste onweer voorspeld wordt komt er iemand leuk bij mij logeren. Liefst iemand met de nodige gitaarskills of een uitgebreid arsenaal aan goede moppen. Die persoon is dan verantwoordelijk voor mijn afleiding, mocht ik wakker worden. Goed plan? Goed plan. Jullie mogen afwisselen, en wie blijft logeren krijgt ontbijt. Bovendien is het risico op nachtelijke interventies klein, want zoals de afgelopen jaren hebben uitgewezen, slaap ik eigenlijk overal door. Overal, behalve door deze nacht, en dat wil ik liever niet meer meemaken.

Zo, de tl-lampen zijn uit, de donder is weg, mijn angst staat op het internet, tijd om te slapen.
L




5.7.14

De Vesten vs. Artis

Het is vandaag zaterdag, en zaterdag betekent tegenwoordig Evy-dag, superdikke fundag en ooit-doe-ik-dit-met-de-vingers-in-de-neusdag: zaterdag is Start To Run-dag! Nu wil het toeval dat ik vandaag niet in het gebruikelijke Amsterdam was, en dus ook niet mijn gebruikelijke toertje rond Artis kon lopen. Het toeval wilde namelijk dat ik vandaag in good old hometown Lier was (het toeval werd daarbij trouwens een handje geholpen door de Lot, zoals ik mezelf wel eens durf te noemen), dus moest ik naast mijn gebruikelijke looproute ook mijn grenzen verleggen. Nu zijn er in Lier niet zo veel loopopties, het is er -ruw geschat- 1.

De stadsvest is voor Lierse lopers zoals de AA is voor alcoholisten (althans dat denk ik, want tot op heden ben ik nog niet bij een AA-meeting geweest, en als dat wel zo was zou ik het jullie nog niet vertellen, aangezien mijn blog niet bepaald anoniem is). Zo vind je er ten eerste al lotgenoten, want ja, tenzij je graag de ring afloopt en onderweg wat verse uitlaatgassen inademt, slalomt tussen marktkramers, marktgangers en ongecoördineerde boodschappenkarretjes vol vers fruit en kaas of aangestaard wordt door mensenkijkers op de terrassen, heb je eigenlijk geen andere keuze dan de vesten op te joggen.

Daarnaast krijg je er gegarandeerd steun, want mensen ontwijken lukt niet, en oogcontact mijden is lastig, aangezien je elkaar al van mijlenver ziet aankomen, niet in het minst door de fluorescerende accenten op sommige looptenues. Bijgevolg is een bemoedigende glimlach van een lotgenoot de standaard geworden. Soms zelfs geflankeerd door bemoedigende woorden, maar dat is waarschijnlijk enkel als je eruitziet alsof je elk moment van het pad af gaat zwalpen en ergens in een Nete terecht zal komen als niemand je wat moed inspreekt. Verder vind je op de vesten steevast de motivatie om verder te gaan, want er zijn (in mijn geval heel veel) mensen die sneller lopen, maar tegelijk krijg je ook het gevoel dat je echt heel erg goed bezig bent, want ja, er zijn altijd mensen die trager lopen.

Maar er is natuurlijk ook een keerzijde. Even wandelen onderweg? Geen bemoedigende glimlachjes meer voor jou, maar enkel scheve blikken. De Lierse lopers zijn onverbiddelijk. Het kan gaan van een verwijtende blik over ronduit uitlachen tot een teleurgestelde grimas van die positivo's die je een halve toer geleden nog moed toeriepen, want ja, je loopt in cirkels (allez, in 1 cirkel, in mijn geval), dus ja, je komt wel eens dezelfde mensen tegen waarmee je tijdens de vorige korte oogontmoeting toch een kleine band opgebouwd hebt. Het Start to Run-principe (efkes lopen, efkes wandelen) is er dus ofwel nog niet ingeburgerd, ofwel niet geaccepteerd, en dat maakt het lopen in Lier voor mij voorlopig nog moeilijk, want die teleurstelling in de ogen van mijn kersverse lotgenoten, die is bijna niet te harden.

Tot slot geldt natuurlijk zoals voor de AA geldt, ook dubbel en dik voor de stadsvest: het laatste, maar echt het aller- allerlaatste wat je wil is iemand bekend tegenkomen en meewarige of ronduit geshockeerde blikken moeten incasseren. En ook dat is moeilijk in een niet zo wereldlijke stad als Lier. Ik wil dus alle Lierse Lopers oprecht bedankten voor de steun en motivatie, maar ik denk toch dat ik de stadsvest weer inruil voor Artis. Apies zijn nooit teleurgesteld.

L

27.6.14

Selfies zonder strepen

Gisteren speelden de Rode Duivels. Voor de derde keer, en ik heb niet gekeken. Omdat ik het na 2 keer eigenlijk wel gezien had, dat van die bal en die goal, en die mannetjes die bij elke aanraking met een mannetje met een andere tenue over de grond gaan liggen rollen alsof ze op het hoogtepunt van hun menstruele krampen zijn. Terwijl iedereen weet dat ze dat niet zijn, en aangezien er geen pijn is die die pijn overtreft (bevallen daar gelaten, maar ik denk ook niet dat ze dat doen), overdrijven ze. Bovendien werd ik tijdens match 2 zo mogelijk nog schever bekeken dan tijdens match 1, en viel ik bijna van de bank toen iedereen recht stond om te juichen en ik niet die behoefte voelde. Dus nee, geen voetbal meer voor mij.

Wat ik gisteren in de plaats heb gedaan is mezelf geamuseerd met deze blog weer een kleine nieuwe touch te geven. That's right, ik heb, en laat ons eerlijk zijn, de helft van België met mij, de avond besteed aan het maken van selfies. Alleen zijn die van mij niet om mijn steun te betuigen aan 11 dramaqueens in Brazilië, maar om mijn steun te betuigen aan mezelf. Prioriteiten stellen, het is een kunst, en ik heb ze onder de knie, want laat ons eerlijk zijn, Dembélé, Kompany of Mertens (hier stopt mijn kennis) gaan niet beter spelen of minder over de grond rollen omdat jullie foto's van jezelf met gekleurde -en jeukende, been there, done that- strepen over heel jullie gezicht posten. De andere voetballers ook niet trouwens, want als dat het geval zou zijn zouden ze zich allemaal zelf wel met die verfrollertjes bewerken, en dan zou ik al lang gesolliciteerd hebben als professioneel verfroller der voetballers. Terwijl mijn blog zeker en vast meer bezocht wordt bij elke nieuwe foto, want verandering, dat trekt mensen aan (pseudo-wetenschappelijke uitleg verzinnen is een hobby van mij), wat dus maakt dat mijn selfies wél nuttig zijn. 

Na het nemen van die selfies heb ik dan ook nog eens uren gespendeerd aan het testen van elke amateuristische filter die er op het web te vinden is, om dan te moeten kiezen welk ik het leukste vond. Ik weet niet hoe het met jullie zit, voetballertjes, maar ik heb een zware avond achter de rug. Geen paniek, het is gelukt, zonder blessures, bijtincidenten of al te veel zweet, dus ik denk dat ik voor de volgende ronde blogpret weer fit kan zijn. Mits goede verzorging, een massage af en toe, en een beetje zon à la Brazil natuurlijk, dus als mijn entourage daarvoor zou kunnen zorgen, dat zou fijn zijn. Ten slotte zorg ik net als dat rode troepje polyester voor het entertainment der mensheid.

Tot uw dienst, zelfs tijdens het WK,
L

18.6.14

Inside the madness

Ik heb mijzelf verraden. Ik, als overtuigd voetbalhater en wk-negeerder ben gisteren op een publieke plaats naar...het voetbal gaan kijken. Ik zou nu kunnen komen met excuses als 'ja maar, ik moest van mijn collega's' of 'ik moest daar toch nog zijn', zonder zelfs maar te liegen, maar ik kan ook gewoon zeggen dat dit een experiment was van mij, voor jullie, zodat ik later (nu dus), hier een weloverwogen analyse van een ervaringsdeskundige kan plaatsen. Niet van de match, hell no, het enige dat ik weet is dat we gewonnen hebben, maar van de voetbalbeleving van een rookie in de Belgische massa.

Ik snap het niet. Ik heb het nooit gesnapt, ik zal het nooit snappen, en ik ben niet zeker of ik het ooit wel wil snappen. Het spel wel, dat begrijp ik ongeveer, als trouwe supporter van de duiveltjes van K.F.C. Broechem met mijn broertje -die overigens meer met overvliegende vogels bezig was dan met dat andere vliegende projectiel- in de goal. Maar de voetbalmadness, die versta ik niet helemaal. Ik stond op zaterdagochtenden in Broechem aan de zijlijn (ok nee, ik zat er in de cafetaria) omdat mijn broertje meespeelde en omdat ze in de cafetaria van die gekleurde kauwgomballen hadden, maar dat is dan ook alles. Maar ik -en heel veel andere Belgen met mij- heb geen persoonlijke band met een van die duivels, dus waarom, in godsnaam zou ik daar dan zo in opgaan? Ja, het draait allemaal om samenhorigheid, groepsgevoel, nationale trots, zeker zeker, maar daarvoor kunnen we even goed een nationale teambuilding doen, bijvoorbeeld, een gotcha-spel over heel het land, of met z'n allen verstoppertje gaan spelen in Ikea, dan mag ten minste iedereen meedoen. En achteraf gaan we dan samen kauwgomballen eten en pintjes drinken in de kantine, gezellig en minder duur dan 11 man en hun vrienden naar Brazilië te sturen! Maar nee, zo'n dingen doen we niet. Mensen laten hun humeur en zelfs hun geluk liever afhangen van de prestatie van 11 mannekes op een veld ergens in Brazilië. 11 mannekes (en een paar bankzitters ja ja, maar 11 is een mooier getal) die ocharme het humeur van een heel land (minus een paar voetbalsceptici, incl. mezelf) op hun schouders dragen. Niet moeilijk dat ze zo veel geld verdienen, die druk moet enorm zijn. Enorm en in mijn ogen nog steeds onnodig. Enfin, terug naar het grote scherm waar alle Belgen in Amsterdam aan gekluisterd zaten.


Ik geef toe, ik moest er wat inkomen, ik heb ten slotte nog nooit een echte officiële match van begin tot einde uitgekeken (ik verkies hobby's waar ik zelf wat meer controle over heb). Bij de eerste goal (Algerije, for god's sake) had ik dus nog niet door dat heel hard meeleven echt verplicht was, en bijgevolg was ik -op rij 2, nota bene- de enige die niet verontwaardigd recht schoot onder het uitslaken van een oprecht teleurgestelde kreet. Ik vrees wel dat er mij op dat moment een gniffeltje ontsnapte, omdat ik niet wist dat een massa mensen zo simultaan verontwaardigd konnen zijn om iets wat een Algerijn in Brazilië doet. Het werd mij niet in dank afgenomen en in mijn rug voelde ik de vuile blikken van echte fans die moesten rechtstaan (en dus niet bij elk spannend moment konden rechtspringen, een essentieel onderdeel van het supporterschap heb ik gemerkt), terwijl ik, rookie en emotieloos kreng op rij twee mocht zitten en daar ook steevast bleef zitten. Ik heb maar niet meer omgekeken. Bij de tweede goal heb ik toch al ietwat geapplaudisseerd -ik ben altijd al beter geweest in blij zijn dan in verdrietig zijn-, en bij de derde goal ben ik zowaar mee gaan rechtstaan. Ik had geen keuze, want anders zag ik niets meer, en na zo'n goals komen altijd de close-ups, ofte 'Lottes favoriete matchmomenten'. Maar op geen enkel moment tijdens heel de match had ik de neiging om strategische instructies, aanmoedigende of zelfs teleurgestelde kreten, of ronduit verwijten naar het scherm te slingeren. Laat ons realistisch zijn jongens, zelfs mijn stemgeluid komt niet tot in Brazilië, en dan nog zou niemand commentaar dulden van 'dat meisje dat voor de eerste keer een volledige voetbalmatch uitkijkt', en daarbij, ik kan het niet beter, dus ik heb geen recht van commentaar zo is mij altijd geleerd. Bovendien zou mijn strategie eerder gebaseerd zijn op uiterlijke aspecten dan op echt doordacht voetbal, sorry voor de oppervlakkigheid.

Wellicht mis ik ergens een cruciaal duivelsgen want echt, fervent duivelsupporter zal ik nooit worden. Mijn kind vernoemen naar voetballers? Vergeet het. Oprecht verdrietig zijn omdat de Rode Duivels verloren? Nooit van mijn levensdagen. De volgende matchen nog meevolgen? Ja, als ik niets anders te doen heb, want ja, samenhorigheid en zo. En knappe koppen. Maar niet meer vanop rij 2, want dat verdien ik duidelijk niet.

Uw reporter ter plaatse,
L


15.6.14

Keukencrisis

Ik heb niet heel erg veel overgehouden aan de 6 jaar Latijnse lessen die ik achter de rug heb, de kunst van het buitensluiten van al dat Latijns geneuzel om mij tijdens die uren op andere dingen te concentreren buiten beschouwing gelaten, maar een ding heb ik wel onthouden uit al die verhalen en dat is dat er verbazingwekkend vaak sprake was van hybris. Hybris (['hibrɪs] overmoedige en brutale zelfoverschatting tegenover machten die sterker zijn dan jij, aldus encyclo.nl) is waar al die vervelende hoofdrolspelertjes last van hadden, want het waren allemaal overmoedige snobs. En hoogmoed, zoals jullie allen weten, komt voor de val, die al die arme mythologische figuren dan ook allemaal te wachten stond. Tot zover mijn herinneringen aan 875 uren* teksten ontleden, lijntjes trekken, veel te lange zinsconstructies vertalen, achter elk woord een betekenis zoeken die de auteur zelf in zijn stoutste dromen nog niet voorbij had zien komen, en -het allerbelangrijkste- kleurcodes uitwerken die het mogelijk maakten om heel die verrekte analyse tegen het einde van het jaar nog eens vanbuiten te leren.

Waarom ik dit nu oprakel? 6 jaar van opgekropte frustraties moeten ooit uitgewerkt worden uiteraard, maar ook het feit dat ik vandaag zelf het slachtoffer werd van overmoed. Niet tegenover de goddelijke wereldorde, maar tegenover mijn handigheid. En de keuken. In een vlaag van ijver en honger had ik voor mezelf gisteren een -dat mag gezegd- heerlijke spaghetti gekookt. Verse groentjes, alles erop en eraan. Nodeloos te zeggen dat ik heel erg, misschien zelfs een beetje overdreven trots was. Dus besloot ik vanochtend, ik wijt het aan mijn overwinningsroes, om gewoon nog eens de keuken in te duiken. Verse soep, dat werd 'm! En nee, ik heb niet in mijn vingers gesneden, nee, ik heb niet per ongeluk mijn netjes gesneden paprika's met het vuilnis weggegooid, wat ik wel deed was terwijl de soep stond te pruttelen even een nieuwe aflevering van de serie die ik op het moment overmatig aan het kijken ben, opzetten. En dat, mijn vrienden, dat is iets dat je blijkbaar beter niet doet, want het volgende moment stonk heel mijn appartement zodanig naar aangebrand dat ik elk moment een opnameploeg verwachtte voor het nieuwste Febrèze-spotje en was de bodem van mijn soeppot verrijkt met een heerlijk ruikende, dikke, zwarte laag waarvan zelfs Sien en Maria danig van de kook zouden raken ('van de kook', see what I did there? Ook idiote mopjes maken in crisissituaties is een van mijn talenten). Zei ik mijn soeppot? Dat is het niet. Zei ik mijn appartement? Ook niet waar.

Met nog een aantal uren resterend voor mijn huisbazin weer thuis zou komen heb ik mij suf gegoogled voor de snelste, eenvoudigste (noodgeval of niet, ik blijf lui, trouw zijn aan jezelf heet dat) manier om stinkende zwarte potten weer prachtig glanzend te krijgen. Maar aangezien de meeste wonderscenario's van tante Kaat onvindbare middelen vereisten was ik aangewezen op schrobben tot mijn armen eraf lagen. Gelukkig ben ik nogal tweehandig (tweehandig en onhandig zijn tegelijk, ook dat kan ik), dus kon ik links en rechts afwisselen terwijl ik mezelf bezighield met het bedenken van alternatieve oplossingen (de andere roommate beschuldigen, een nieuwe pot kopen, de pot weggooien en doen alsof hij gestolen werd, zo veel opties!). Na een uur op volle kracht schrobben en op nog vollere kracht hopen dat er niet iemand zou binnen komen waren sponsje -niet van mij-, de armen -wel van mij- en de nagellak -ook van mij- eraan, maar de pot weer als nieuw (ok, misschien niet als nieuw, maar dat was hij ook niet voor ik begon aan mijn noodlottige soep). Alle sporen van mijn aanwezigheid in de keuken zijn professioneel (niet waar, als iemand mij gefilmd zou hebben zou youtube bakken geld aan mij verdienen) uitgewist en ik beloof plechtig mij voorlopig niet meer aan koken te wagen. Of toch niet in combinatie met tv-kijken. Want misschien was dat wel gewoon het probleem,  misschien heb ik wel gewoon moeite met mij concentreren op meer dan 1 ding tegelijkertijd. En misschien is dat ook wel al iets dat ik had kunnen onthouden uit die Latijnse lessen, want wat was dat over dingen buitensluiten om mij op iets anders te kunnen focussen? 6 jaar Latijn dus, en wat hou je eraan over? Zelfkennis, meneer, vooral zelfkennis.

Ik ga nog maar even rond met de Febrèze,
L

*Deze statistiek is het resultaat van de volgende grove berekening: 4 uur les per week x grofweg 35 lesweken x 6 eindeloze jaren + nog eens 35 uur want eerstejaartjes worden gekweld met 5 uur onverstaanbaar geratel per week = 875. Van mijn wiskundelessen heb ik duidelijk meer onthouden.

7.6.14

Aan de man/vrouw die nu op mijn fiets rondsjeest

Aan de man/vrouw/brutale hond die mijn fiets meenam.

2 sloten, meneer/mevrouw, dat duurt wel even om open te krijgen, denk ik zo. Of heb je hem gewoon met sloten en al in je bestelwagen gehesen? In beide gevallen toch tijd genoeg gehad om even te bezinnen, lijkt me, wat mijn beeld van jou helemaal geen goed doet. Nee, je had niet heel snel een fiets nodig om ergens te geraken, nee, je dacht niet dat hij bij het oud vuil was gezet, je zag gewoon een -hele mooie, dat geef ik toe- fiets en hebt 'm gestolen. Zonder ook maar even te denken aan mij, de arme eigenaar die nu verweesd achterblijft, want hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt, meneer/mevrouw, ik had, zelfs al had ik hem maar een maand, toch al een mooie band opgebouwd met mijn stalen ros. Je kan ook moeilijk anders, in Amsterdam, waar elke dag met de tram reizen gelijk staat aan meer dan blut zijn op het einde van de maand. 

Meneer/mevrouw de dief, ik zou jou verantwoordelijk kunnen stellen voor een verlies aan conditie en bakken geld de komende weken, maar dat doe ik niet, want gelukkig had ik mijn oude fiets nog niet van de hand gedaan, maar wat ik je wel verwijt is een laffe schorriemorriestreek die er nu voor zorgt dat ik een halve dag pissed heb rondgelopen -en dat is zeker in deze zon onvergeeflijk-, dat ik niet meer kan pronken met mijn belachelijk mooie fiets en dat ik nooit meer gerust zal kunnen rondlopen zonder rond te kijken of ik mijn fiets ergens zie.

Wat je gedaan hebt is onfatsoenlijk, dom en bovenal heel erg gemeen. De politie zal er waarschijnlijk niet achter komen wie je bent, maar ik hoop dat je moeder, vader of grootmoeder wel ontdekt wat je doet in je vrije tijd (of is dit een voltijdse bezigheid, meneer/mevrouw?) en dat ze niet kwaad zijn, dat hoeft zelfs niet, maar wel teleurgesteld. Heel, heel erg teleurgesteld.

Het is niet aardig van me, stelende meneer/mevrouw, maar ik hoop van ganser harte dat je uit de bocht vliegt met dat fietsje van me, en dat je benen veranderen in een grote schaafwond waar heerlijk veel restanten straat in blijven plakken. En dat er niemand in de buurt is om er figuurtjes op te tekenen met ontsmettingsmiddel. Dat en een opeenvolging van lekke banden en kapotte remmen. Kortom, ik wens je veel plezier met MIJN fiets.

Niet zo vriendelijke, maar wel wraakzuchtige groetjes,
L

5.6.14

Bewezen: de zuurtegraad der regen

Uit een uiterst onaangenaam, half uur durend onderzoek van ondertekende blijkt dat de regen heden ten dage, inderdaad, zuur is. Hoe ik dat heb onderzocht? Wel, dat is een gek verhaal. Of toch gek voor mijn doen.

Een situatieschets. Woensdagavond, een uur of 8. Het regent al een viertal uren aan een stuk door, miezermomentjes wisselen af met stortbuien en af en toe is het eens 2 seconden droog. Zo goed als elk mens in de regenzone had ondertussen besloten om maar lekker binnen te blijven, want je moet wel gek zijn om zo vrijwillig buiten te willen komen, maar dat was buiten mezelf gerekend. Ik heb mezelf namelijk 2 weken geleden beloofd om mijn geniale Start to Run plan, dat ik ondertussen al 4928 keer gemaakt heb en waar ik toch ook al een keer of 3 effectief mee gestart ben, maar dat ik nog nooit helemaal heb afgewerkt, nu eindelijk eens af te maken. En woensdag stond training nummer 5 gepland. Juist ja, diezelfde woensdag, toen de regen met bakken uit de lucht viel.

Kan je je de zware innerlijke strijd voorstellen die ik gevoerd heb? Nee? Ok, ik maak een schets: ten eerste is er al de basis, de strijd die ik voor elke les voer, namelijk: er zijn 2 dingen die ik niet kan (meer ook, maar er zijn er hier 2 van toepassing) en dat zijn lopen en mij oriënteren. Er zijn 2 dingen die ik nodig heb voor les 5 en alle andere lessen van Start to Run, en dat zijn, juist ja, mijn loop- en oriëntatievermogen. Dus, het is op zichzelf al moeilijk om vertrokken te raken. Maar, gelukkig zijn er ook dingen die ik wel goed kan, en daaronder versta ik, bijvoorbeeld, mezelf projectjes geven en die ook daadwerkelijk uitvoeren. Een reden dus om wel te vertrekken. Voel je de strijd al? Kwam daar dan nog eens bij dat het goot, wat op zich, door het overgrote deel van de mensheid, beschouwd wordt als ongunstige weersomstandigheden voor een toertje op loopschoenen, maar ook dat mensen claimen dat er dan zo veel zuurstof in de lucht zit, en laat dat nu net zijn waar ik een tekort aan heb, tijdens het lopen. Ik kan je vertellen, het was een heel moeilijke woensdag voor mij, en dan was ik nog niet eens vertrokken.

Maar ik kan je dus, met een sprankje (ok nee, een paar sprankjes, een soort van vuurwerk eigenlijk) trots vertellen dat na veel innerlijk gediscussieer en staren naar mijn loopschoenen alsof zij mij het antwoord zouden influisteren (je weet nooit met die ondingen) mijn pro-argumenten het gewonnen hebben van mijn contra-argumenten. Gelukkig heb ik het altijd al een klein beetje leuk gevonden om te doen wat het overgrote deel van de mensheid niet zou doen. Les 5 werd dus gelopen (en ook gewandeld, wat zelfs in de regen nog steeds mijn favoriete deel is), en het onvermijdelijke gebeurde, ik werd nat. Maar niet alleen dat, dames, heren, ik kreeg ook regen in mijn ogen. En nu komen we bij de kern van het verhaal (die eigenlijk niet de kern is, want eigenlijk is dit alles gewoon een excuus om van de daken te schreeuwen dat ik al aan les 5 ben, en dat het regende), want die regen, die pikte, waardoor nu niet alleen regen en zweet, maar ook wat traantjes over mijn gezicht stroomden. Niet alleen zag ik er dus prachtig uit, tegelijkertijd was hier het bewijs geleverd voor de zuurtegraad van onze regen. Niet dat dat nog nodig was, of dat dat er hier iets toe doet, maar door zo'n dingen te bedenken overleef ik wel mijn 24 minuten met Evy Gruyaert.

Nog 25 lessen te gaan,
L

17.5.14

Oh, die oorbellen!

Toen ik daarstraks, zonnebril op mijn hoofd en sletsen aan mijn voeten en bijgevolg heel erg vrolijk, langs de Amsterdamse grachten zwierf (ik zou zo een filmfiguur kunnen zijn, toch?) zag ik op de dorpel van een huis zoals ik er ook een zou willen hebben, een standaard grachtenhuis dus, een doos met boeken staan. Een doos met boeken, een bord met oorbellen en nog een kleiner doosje met wat armbanden en andere toestanden. Naast die verzameling stond een bord, waarop stond 'Ik heb mijn huis opgeruimd, neem maar mee wat je wil, het is gratis, maar je mag altijd een vrije gift doen voor een goed doel' (er stond de naam van een organisatie hoor, maar zo goed is mijn geheugen nu ook weer niet). Naast verrukt over het feit dat er toch nog goede zielen bestaan die niet overal geld uit willen slaan, was ik ook nog eens gewoon blij voor mezelf, want ik had al meteen gezien dat er best mooie oorbellen tussen hingen. Omdat ik niet gulzig wou lijken bedacht ik dat ik maar 1 ding zou meenemen, dus moest ik een doordachte keuze maken. Ik heb toen alle boeken (voornamelijk typisch vrouwelijke liefdesverhaaltjes) bekeken, door het kleine doosje met prullen gerommeld en als laatste elk paar oorbellen tegen elkaar afgewogen, en ik had net mijn aantal opties teruggebracht tot twee (de allermooiste oorbellen of een armband) toen mijn allesverpestende, nooit ophoudende gedachtenstroom mij een halt toeriep.

Op het bordje stond namelijk ook nog een jongensnaam. He, zei mijn gedachtenstroom me, dat is raar, want dit zijn nu eens echt allemaal vrouwenspullen. Dus bedacht ik dat die kerel misschien wel gewoon wraak wilde nemen op zijn ex-vriendin door zonder haar medeweten al haar spullen weg te geven, en toen stelde ik mezelf in de plaats van zijn ex-vriendin en werd ik heel triest omdat zij wel supermooie oorbellen, een toffe armband en heel veel leuke boeken zou kwijt zijn. En als die man het daarom deed zou het geld zeker en vast ook niet naar het goede doel gaan, maar naar zijn eigen voorraad bier, de schoft! Dus ben ik heel snel doorgelopen. Zonder boek, zonder armband, zonder mooie oorbellen en al niet meer zo overtuigd over de goedheid van de mens. Dat die man ook een vader kon zijn van een meisje dat het huis uit ging en niet genoeg plaats had voor al haar juwelen en boeken, dat bedacht ik pas later. Dat er nog duizenden andere opties zijn, die bedenking kwam nog veel later. Dat ik het mezelf soms wel heel onnodig moeilijk maak, dat concludeer ik pas nu.

In de rouw om die hele mooie oorbellen,
L

2.5.14

Afscheid van 699 vrienden

Kijk, vandaag zag ik dit:

Kort samengevat: met al die sociale shit op onze telefoons en computers zijn we eigenlijk asocialer dan ooit. Ik zag dit en ik dacht 'wow, herkenbaar dit, laat ik het delen op facebook'. En het duurde even, maar na een minuut of wat drong de ironie van de situatie toch wat tot mij door. Dus wend ik me maar weer tot mijn blogje, dat ik dan weer iets persoonlijker vind dan Facebook, maar nog belangrijker, dat ik tegenwoordig ook gebruik om mezelf te dwingen mijn innerlijk geplande projecten waar te maken. Want ja, ik heb weer een plan, het heeft zich gevormd door dit filmpje, en ik kon er verder niets tegen doen. Nee, ik heb mezelf niet onder controle, maar ik heb daar dan ook geen problemen mee, dat houdt het hier spannend. Want vanaf morgen, heb ik mezelf beloofd, deactiveer ik mijn Facebook. Voor een week.

Het kan misschien belachelijk klinken, maar laat me even de situatie schetsen: ik ben licht tot zeer verslaafd (nee, ik wil er niet over praten, snif snif, ik zal het wel gewoon schrijven) en dat komt door de onfortuinlijke combinatie van mijn onwaarschijnlijke FOMO (fear of missing out ofte, de angst voor het missen der belangrijkheden) en mijn woonplaats op ca. 3 uur treinen van de meeste belangrijkheden in mijn leven. Die twee zaken dan weer gecombineerd met mobiel internet en wifi overal maken dat ik altijd en overal op facebook te vinden ben. Waar ik, hoe leuk jullie ook zijn, toch niet echt significant gelukkiger van word. 

Maar daartegen trek ik dus vanaf morgen ten strijde (ter info: ik zie dit in mijn hoofd als een gevecht tussen mezelf, met houten zwaard tegen mr. Fomo, een klein schattig groen draakje dat ik eigenlijk liever geen pijn wil doen wegens te schattig, maar hij zal mij anders toch brandwonden bezorgen, want hij spuwt wel vuur, dus moet ik wel), mijn facebook wordt gedeactiveerd (Mark Zuckerberg vertelde me dat je dan later nog alles kan terugroepen, en als dat niet zo is moet iemand mij heel snel tegenhouden), en dat van morgenochtend (ik wil eerst nog jullie reactie zien, duh) 9 uur tot volgende week zaterdag 9 uur. Tenzij praktische redenen (lees: mijn bed) mij daartoe verhinderen, dan kan het tijdstip iets aangepast worden.

Zal het jullie treffen? Nee, natuurlijk niet, mijn facebookposts zijn niet levensnoodzakelijk, en wie nood heeft aan af en toe een beetje Lotte in zijn leven (en dat heeft iedereen, geef maar toe) kan mij nog altijd bellen of gewoon naar hier komen. Dat is zelfs leuker, want dan heb je mij voor jou alleen en dan moet je al mijn hilarische grappen, briljante verhalen en ongeziene wijsheden niet delen met die 698 -oh boy een grote kuis dringt zich op- zogenaamde vrienden. Zal het mij treffen? Ja, want ik heb nu eenmaal de gewoonte (en ik zeg expres al niet 'behoefte') om bij elk vrij (of niet zo vrij maar wel saai) moment even te gaan kijken wat jullie daar allemaal aan het uitsteken zijn, en die zal er dus uit moeten. Mag ik nog andere social media gebruiken? Ja, dat mag ik, want ik bepaal toch lekker mijn eigen spelregels en ik moet natuurlijk ook mijn 100 happy days onderhouden. Moet ik dat hier perse met de grote klok aankondigen terwijl niemand het zelfs zou merken als ik het niet gezegd had? Ja, want ik ben ik, en ik wil gelukwensen achteraf. 

Tot over een week, ongetwijfeld helemaal afgekickt en vrij van elke facebooknood,

L

Noot: Volgens het filmpje ga ik de man van mijn leven tegenkomen door dit project. Niet dat dat mijn hoofddoel is (echt waar voor een keer eens niet, beloofd), maar hey, mooi meegenomen, right?

22.4.14

Oh, oh, wat een jammerheid, wat een pech!

Een heel erg zielig maandagavondverhaal. Let op voor tranen op het toetsenbord.

Er was eens, in een land, een geheel fictief meisje. Dat meisje woonde in dat niet zo fictief land nogal ver van haar niet zo fictieve familie. Op een dag wilde het meisje na een bezoekje aan de familie met de trein terug naar haar eigen huisje. Het meisje was moe en een beetje ziek, maar de werkweek stond voor de deur, dus raapte ze al haar moed en spullen bijeen en vertrok op haar tocht. Maar wat een pech! Zelfs op deze feestdagavond waren er noeste mannen in fluojassen (althans zo werd verteld) aan het werk op het spoor. 'Verdorie wat een pech' dacht het geheel fictieve meisje, maar ze had op de niet zo duidelijke affiches toch kunnen ontcijferen dat ze een pendelbus kon nemen naar haar land in het weer niet zo fictieve station Antwerpen Noorderkempen, en dat zou ze dan maar doen. Dus ging het meisje op pad.

Maar oh, wat een dom, dom meisje was het toch! Toen ze de trein uitstapte zag ze dat er daar niet 'Noorderkempen' stond, maar wel 'Noorderdokken'! 'Godverdeshitmiljaarde' dacht het nog steeds fictieve meisje -want zo'n dingen zeg je niet luidop- 'hoe moet ik dit oplossen?!' Het meisje keek eens rond, zag dat de trein terug naar de bewoonde wereld pas een uur later reed en besloot op zoek te gaan naar een bushalte om naar een ander treinstation te geraken waar ze wel de juiste trein kon nemen. Gelukkig had iemand in de bijna onbewoonde wereld waar ze beland was zijn Wifinetwerk niet beveiligd en kon het meisje zo even opzoeken waar de dichtstbijzijnde bushalte was. En het geheel fictieve meisje wandelde er naartoe, weer met een beetje goede moed.

En ja hoor, al snel was er een bus die haar wilde meenemen. Omdat het een knappe en ook wel vriendelijke chauffeur was besloot  het meisje hulp te vragen en ja hoor, die wist haar op wandelafstand van het juiste station te droppen. 'He he, nu moet het lukken' dacht het ongelooflijk verzonnen meisje tussen haar hoestbuien door, maar oh arm, arm meisje, de trein ging pas over een half uur, het perron had geen banken en als kers op de niet zo lekkere taart begon het ook nog eens te regenen. Wat een dikke pech pech pech had ze toch. Het onechte maar wel zielige meisje besloot bijna om maar te gaan huilen, maar ze besefte net op tijd dat uitgelopen mascara alles alleen maar vervelender zou maken. Mokken moest maar volstaan dus. Eens op de juiste trein ging het voor de verandering vlot en voor ze het wist zat het geheel fictieve meisje op de pendelbus naar Breda. Het meisje dacht er even haar ogen toe te doen, maar dat was buiten haar buurvrouw gerekend, die naast nieuwsgierig en toerist ook nog eens heel vervelend was. Nee, ook hier zat het het meisje niet mee.

De bus bracht het arme kind dan toch eindelijk tot in het juiste land, maar wee oh wee, uiteraard bracht de bus het meisje niet tot aan de voordeur dus moest ze nog wel 2 treinen nemen. Gelukkig wilde niemand de treinzetel delen met het meisje en haar semi-tuberculose, zodat ze niet meer opgescheept werd met praatjesmakers, wat een meevaller, ze ging bijna denken dat het lot haar stiekem toch goedgezind was.
Na 5 treinen, 2 bussen en een tram belandde het geheel fictieve, onfortuinlijke en ook een beetje domme meisje dan toch in haar eigen bed, waar ze na een kort gevecht met de halve kinkhoest toch eindelijk kon slapen en ze zal waarschijnlijk nog wel lang en dolgelukkig leven eens iemand haar een auto cadeau doet.

Oh ja, het meisje had ook nog een dikke vette puist van al de paaschocolade en een platte iphonebatterij. Wat een zielig avontuur is me dat zeg! Arm, arm, geheel fictief meisje.


P.S. Enige gelijkenis met gebeurde feiten berust misschien niet op toeval. Heel misschien is het meisje niet fictief. Nog misschiener heet ze Lotte Vercammen.

12.4.14

Bucket pret!

Ik heb een bucket list gemaakt. Nu, er bestaan 2 soorten bucket lists. Je hebt de serieuze soort, die behoren meestal toe aan supergeorganiseerde mensen die niet elk papier waar ze iets van belang opschrijven kwijtspelen en die worden vaak na verloop van tijd ofwel helemaal afgestreept ofwel net niet, als die supergeorganiseerde mensen daarnaast ook nog eens saai zijn en meer leven in hun hoofd dan op de grote groen-blauw-bruine bol die men aarde noemt. Maar je hebt ook een andere soort, ik noem het graag 'de leuke soort'. De soort bucket list die elke dag, week, maand opnieuw gemaakt moet worden (oeps, kwijt), of beter nog, die zich alleen in iemand zijn hoofd bevindt en enkel bij buitengewone dronkenschap bekend gemaakt (en hoogstwaarschijnlijk ook nog aangedikt) wordt. Waarschijnlijk was het al duidelijk vanaf het woord 'supergeorganiseerd', de mijne is er een van de laatste soort. Met dat verschil dat ik niet dronken ben (erewoord) en 'm toch ga delen. Maar hecht er vooral niet te veel belang aan, want uiteraard kan hij morgen weer gewijzigd, kwijt of verscheurd zijn. En als dat niet het geval is, voel je vrij om te helpen, mij gezelschap te houden, of mij af en toe eens het benodigde duwtje in de rug te geven. Wel niet te hard duwen, ik ben nogal gevoelig. Klaar? Hier komt hij.
  • In Parijs wonen. Deze staat echt al op elke bucket list die ik in mijn leven gemaakt heb. Ik steek de schuld op Amelie Poulain en Guillaume Canet. En op alle andere sexy Fransmannen, baguettes en wijn. Dus wie de kans heeft: bezorg mij er een job, een lief of een gratis huis, meer heb ik niet nodig. Of ga gewoon mee, dat mag ook. 
  • Een boek schrijven. Duidelijk? Duidelijk. Honderden pagina's vol onzin schrijven en er voor betaald krijgen? YES PLEASE! Ok, ik hoef er zelfs niet voor betaald te worden. Als ik er zelf niet blut van raak is het al goed.
  • Een cowgirl-cursus volgen in Australië. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat dit zo een tijdelijk gevalletje is, maar oh well, als de kans zich binnen nu en mijn volgende bucket list aanbiedt ga ik niet nee zeggen!
  • Mijn haar kleuren in een knalkleur. Knalrood, knaloranje, knalgroen. Ik vrees dat er een moment zal komen dat ik het bij de kapper ook effectief vraag in plaats van het op mezelf uit te testen in photoshop. Sorry bij voorbaat, ik beloof dat het niet lang zal duren.
  • Kilo's gummybeertjes smelten en in een bakvorm terug laten hard worden. Het liefst van al een bakvorm in beervorm, en optioneel met een scheutje wodka erbij. Mensen die willen proeven van mijn delicious gummytaart mogen zich alvast melden. 
  • Op een olifant zitten. Dat denk ik waarschijnlijk ook maar tot ik nog eens een olifant van dichtbij zie. 
  • Een week of langer op blote voeten leven. Ik beloof dat ik mijn voeten af en toe zal wassen en niet zal zeuren als ik in iets scherps stap.
  • Iets of iemand kennen dat naar mij vernoemd is. Nee grapjassen, ik ben niet content met een rat of zo. Iets of iemand cool graag!
  • In een lang kleed over een rode loper lopen. Zonder te struikelen over dat kleed of mijn voeten om te slaan op de bijhorende schoenen en met een lekker ding in kostuum aan mijn arm, dat moet lukken, toch?
  • Een nacht doorbrengen op het strand. Liefst in een warm land, en met wat gezelschap. Vrijwilligers mogen zich altijd aanmelden bij mij met een vliegticket voor 2 personen, een strandlaken en een picknick. 
  • Ontbijt op bed bestellen op hotel. Ofte: het bereikbaaste op mijn bucket list.
Ik vermoed dat ik na het schrijven van het laatste punt in slaap gevallen ben, want in mijn hoofd zit nog een kilometerslange uitbreiding van deze lijst, maar om die te weten te komen zal je mij toch dronken moeten voeren. Ik weet dat ik veel zelf in handen heb, maar wie mij wil helpen ga ik natuurlijk niet tegenhouden. Aan de slag!

So much to do, so little time!
L

Day 15-21, een compilatie





6.4.14

Superlazy Ladysunday

Ooit al eens zo'n film gezien waarin een van de vrouwelijke hoofdpersonages, al dan niet vergezeld door nog meer vrouwen, een hele dag niets anders doet dan eten, series kijken, af en toe haar blik eens van het ene scherm afwenden op op het andere scherm te checken of er nog nieuwe doelloze berichtjes zijn toegekomen? In pyjama, kamerjas of aanverwanten? Terwijl hun appartement/huis/kamer er bij ligt alsof een lenteschoonmaak niets te laat zou komen? Waarbij je denkt 'potverdekke, gij se tamme griet, kom uit uw zetel en doe iets'? Aangevuld met 'en waarom zit die nog in pyjama? Het is al bijna terug avond?!'? Om te eindigen met 'als ik die trien was hé, mijn dag zou een pak toffer zijn'? Ik wel. Bijna bij elke filmscene die ik zo zie, zelfs. En dat dat niet kan, zo een hele dag naar eenzelfde laptopscherm staren, en dat een kamerjas niet gemaakt is om heel de dag in rond te hangen, en dat als je nu echt niets te doen hebt je toch wel even naar buiten kan of zo. Al is het maar om aan de mensheid te laten zien dat je nog leeft.

Raad eens wat ik vandaag doe? Exact datgene wat ik altijd als onmogelijk beschouwde. Ik kan wel een hele dag series kijken en dus eigenlijk niets doen, ik kan wel een hele dag in kamerjas rondhangen (in my defense, ik heb een hele leuke, fluo-oranje kamerjas, hij maakt mij vrolijk), en ik kan elke inspanning die meer van mij vergt dan rechtstaan om naar de wc te gaan mijden. Eigenlijk heb ik vandaag het principe van een lazy sunday heruitgevonden en tot op wijvenfilmniveau gebracht. Dus sorry, aan alle filmmakers wiens realiteitszin ik ooit in twijfel trok, blijkbaar was ik tot vandaag nog niet in staat tot een superlazy-lady-sunday. Ik heb dus weer een ongelooflijk aangename nieuwe fase bereikt in mijn leven, en als beloning daarvoor bestel ik vanavond pizza en kijk ik nog een aflevering of 7 van Modern Family. En misschien ook wel een wijvenfilm, want er is niets zo leuk als in kamerjas vanuit je luie zetel oordelen over blonde Hollywoodbabes, die een hele dag niets doen, stel je dat voor.



5.4.14

Day 14

De persoon die dit uitgevonden heeft verdient een standbeeld

4.4.14

Day 12

Poffertjes op kantoooor!

Day 11

Lovely, lovely Amsterdam

1.4.14

Mag ik jouw Ben & Jerry's zijn?

Een van mijn voornaamste bezigheden in het leven is erachter komen wie ik ben. Een onwaarschijnlijke vraag die jullie misschien denken te kunnen beantwoorden, maar ik niet. En daarom heb ik mijn toevlucht gezocht tot mijn goede vriend, kompaan, liefde van mijn leven, het internet. Op het internet heb ik namelijk een website ontdekt (deze dus, klikken mag pas als je klaar bent met lezen!) die mij aan de hand van allerlei quizjes een wondermooi inzicht heeft gegeven in mijn persoonlijkheid, verleden en toekomst, kortom alles. De wetenschappelijke gebreken van deze tests worden ruimschoots gecompenseerd door de amusementswaarde ervan, en ik kan het weten, want in naam van jullie entertainment heb ik al uren doorgebracht met het beantwoorden van vragen als 'wat is je favoriete soort schoen?', 'je hebt een tovenaar boos gemaakt en je mag zelf kiezen in welk dier hij je verandert, wat kies je?' en 'welke sport verkies je' (zij die mijn antwoorden niet ingeschat hebben als zijnde sletsen-luiaard-geen een mogen zich nu verwijderen uit mijn vriendenkring), en heb ik mezelf zo -wetenschappelijk verantwoord of niet, dat laat ik in het midden- beter leren kennen.

Dat ik van alle Little Miss-karakters Little Miss Sunshine zou zijn, dat spreekt voor zich en behoeft geen verklaring. Hetzelfde geldt voor het feit dat ik in mijn vorig leven een hippie was. Peace en love, meer heb ik nu eenmaal niet nodig, behalve dan een beetje drugs van tijd tot tijd (mopje mam). Maar de uitkomsten zijn vaak niet zo veelzeggend. Zo is mijn kinderboek-equivalent Curious George, is Chunky Monkey mijn Ben&Jerry's-soulmate, en ben ik vergelijkbaar met Aphrodite. Klinkt goed allemaal, maar dat is nog steeds geen antwoord op de vragen in mijn hoofd. Gelukkig staat er bij elke uitkomst ook een verklaring, die ik uiteraard graag met jullie deel, want sharing is caring. En voor je mij gaat haten omdat ik narcistisch lijk, het zijn niet mijn woorden, maar die van Playbuzz, don't shoot the messenger!

'You are lots of fun and have an inquisitive spirit. You don't much care for rules.' Daarom ben ik dus vergelijkbaar met Curious George. Ik ken 'm niet, die George, maar ok, die uitleg wil ik gerust aanvaarden. Vooral het eerste deel dan. 'You're sweet and happy and always ready to brighten up someone's day like only a pint of ice cream can!' Chunky Monkey dus! Mijn nieuwe slagzin, en als ik ooit een boek schrijf beloof ik plechtig dat deze vergelijking in mijn voorwoord komt, zo mooi vind ik 'm. Dus als er iemand zijn day gebrightend moet worden, bel me, het onbetwistbare internet zegt dat ik er goed in ben, en je wordt minder dik van mij van van Ben&Jerry's.

Tot slot van rekening, en misschien een beetje de geloofwaardigheid van de tests ten spijt, luidde de verklaring waarom ik Aphrodite zou zijn: 'You are HOT!'. Ik vermoed dat ik hier ergens een vraag niet geheel naar waarheid heb ingevuld, en nogmaals, er bestaat ook een beetje twijfel aan de wetenschappelijke waarde van mijn onderzoek, maar langs de andere kant kan mijn ego weer een tijdje voort nu. Bedankt, internet, je maakt me blij.

Peace, love and ice cream,
L



Day 10

Afternoon snack, ge zou van minder happy worden! 

31.3.14

Day 9

My oldest friend is here! 

30.3.14

Day 8

Zondagse quality time!

29.3.14

Day 7

Cocktails! Zon! Vriendinnetje! Warm gemengd!