8.6.13

Ventenziek

Ik heb hulp nodig. Ik heb namelijk nood aan een beetje medeleven, en mijn mama is op weekend. Niet dat zij altijd medelijden heeft als ik daar nood aan heb, ik heb dat namelijk nogal vaak, maar ze kan wel doen alsof. Heel slecht doen alsof, maar ik heb er genoeg mee. Mama, ik ben ziek. Ventenziek. Dat wil zeggen, niet ziek genoeg om hele dagen in bed te liggen, maar toch genoeg om er over te zeuren. Heel hard. En om toch halve dagen in bed te liggen. Ventenziek (ik bedoel hiermee trouwens ziek zijn zoals venten, en niet ziek zijn door venten of zo) zijn bestaat dan ook voor 20% uit echte symptomen en 80% zelfmedelijden. En daar blijk ik heel goed in te zijn, in zelfmedelijden. Nu, ik heb daar ook wel recht op, want ik ben echt nooit ziek, behalve een occasionele snotneus zo nu en dan, dus ik had nog wat zelfmedelijden over van de afgelopen jaren.

Ik stop er trouwens morgen mee hoor, met dat ventenziek zijn, ik vind het vermoeiend, zo medelijden hebben met mezelf. En mijn mama is morgen ook terug thuis, dan kan ik lekker gaan vertellen dat ik een hele dag ziek ben geweest, maar dat ik er tegen haar niet over gezeurd heb. En dan krijg ik moederlijke trots, in plaats van medelijden, en da's nog veel leuker. Maar nu ga ik nog een uurtje slapen, badend in het medeleven, van jullie, maar bovenal van mezelf. Want slapen is de allerbeste oplossing tegen zelfmedelijden, en dus ook tegen ventenziektes, want wie slaapt, zeurt niet.

Hopend op nog een uurtje medelijden,
L

1 opmerking: